Februari – on hold

soms is (veel) loslaten een lichtbundel creëren.

Mijn nieuwjaarsbrief is intussen weer oud. Ik ben on hold. Ik sta niet op nul, zo ergens tussen een half en anderhalf, zonder beloftes aan mezelf, enkel mededelen.

Er is veel gebeurd en bijna niets.

Ik sta in de kantlijn te kijken en daar is het goed. Vaak in verbazing van wat iedereen toch zo dringend moet.
Het is geen eiland waarop ik me bevind, al zou ik er graag zijn, noch reizen naar een niet-bestemming, dat welkome kalme ongewisse.
Enkel meedeinen met de golven waarvan mijn eigen barometer me vertelt dat het goed is, tussen kabbelen en kolkend verdwijnen, aanspoelen en meedrijven op een Zee die mij wel bevalt. Tussen gerust en onrust of in de andere volgorde, niet over mijzelf en blij genoeg, vind ik daar toch evenwicht en tokkel ik op mijn laptop klavier. Het gaat over PESTEN!

Intussen in mijn echte leven, lees ik veel en toch nog weinig, tokkel ik nog steeds op de ukelele, doe die obligate wandeling al voelt het zo niet, is er de familie, vrienden, een treinrit naar hier en daar, dat laatste in omgekeerde volgorde.

En een scherfje geluk van een M.

Én ik schrijf elke dag waarbij ik begin met een woord, gewoon een woord zonder nadenken. Vandaag begon ik met ‘Week’ (tegen pesten) en eindigde ik met zondebok en alles daartussen weet ik al 😊

Eén vraag maar

Kom maar binnen
zet je even daar, op die stoel

Heb geen vrees
wat je zelf al weet
dat vertel ik je niet

Het gaat niet over
je besef wat je aanricht
natuurlijk weet je dat zelf

Het gaat niet over je
onverantwoord stoer gedrag
enkel voor je achterban heldhaftig

Wees gerust, ik ben niet
tot jou straffen bevoegd
dat zal iemand anders doen

Ik ben een niet-meer gepeste
die aan jou, een nog-steeds pester
één enkele vraag heeft:

“Waar ben je toch zo bang van?”

AMK

Wat is in dat pesters hoofd bezig?