Buszitje 2 – energievretend zitje

Op een andere dag was ik getuige van een geval van agressie. Aan het station stond de bus voor het rood licht. Iemand klopte op de gesloten deur. Een nanoseconde later werd het groen. De chauffeur reed door. De deur bleef gesloten. Een halte verder was er wisseling van shift. Deze halte is nog te zien vanaf het station. De tweede chauffeur stapte op de bus en praatte even met de eerste.

 De achtergelaten passagier was tot daar gelopen en vroeg  een beetje geagiteerd  aan de eerste chauffeur waarom hij de deur niet opendeed. Ik kon zijn antwoord niet verstaan maar hij liet de jongeman in eerste instantie nog steeds niet verder.

Toch kon hij niet anders dan hem doorlaten. Zijn shift zat er immers op. Deze jongeman vroeg nog eens waarom hij de deur niet opendeed. Toen werd de chauffeur agressief, nam hem bij zijn kraag en duwde hem in het eerste zitje tegen de ruit. Wat hij zei, weet ik niet meer, maar er vielen woorden zoals respect en eerbied en me mijn werk laten doen. Lichaamstaal verheft zich boven woorden.  Stonden ze net iets te dicht bij elkaar op het moment van de vraag? Was de blik in de ogen van de passagier net iets te uitdagend?
Had één van beiden al wat hommeles achter de rug die dag? Had de chauffeur al zelf agressie meegemaakt?

De sfeer in de bus was toen ‘ieder voor zich’ aldus gespannen. Ik vroeg me af waarom het zo moeilijk is om even tot tien te tellen en een poging te doen om rustiger te ademen. Ik hoop dat het mij – in geval van – wel lukt. Aandacht geven aan onnodige situaties is energievretend.

AMK

Bron foto bovenaan: https://busposities.nl/voertuig/delijn_CiteaSLE120H_2251
Bron foto onderaan: hetlaatstenieuws  

Buszitje 1

Regelmatig neem ik de tram of bus van en naar een bestemming en dezelfde weg of een andere weer terug. Bij het wachten op deze of andere lijnbus, -tram, bekijken passagiers elkaar nogal eens. Ik ook. We doen het allemaal zo onopvallend mogelijk. Dat is duidelijk.

Vandaag stond er een nogal verfrommelde figuur te wachten. Hij liep een beetje over en weer en stak toen een sigaret op, zo eentje zonder filter. Dat stinkt! Ik stapte weg van die rook, die uit de sigaret in de mond van de verfrommelde figuur, kwam. Van sommige geuren sigarettenrook krijg ik instant hoofdpijn, vandaar.

In de bus ging ik ver genoeg van hem zitten. Enkele haltes verder stapte hij af. De halte daarna nam iemand anders op dat zitje plaats. En voilà, toen kwam de monoloog, niet hardop uitgesproken en nogal kort – korter dan deze inleiding althans:

Dan zit ge op die bus en ge ziet een verfrommelde figuur afstappen. Bij de volgende halte gaat een nieuwe passagier op die plaats zitten en ge denkt ‘ge moest eens weten wie daar hiervoor zat’. En ge gniffelt, maar niet lang want al snel vraagt ge u hetzelfde af van de stoel waar gij op zit …

AMK

bron foto bus: https://busposities.nl/voertuig/delijn_CiteaSLE120H_2251

bron foto buszitje: https://nl.freepik.com/premium-photo/vooraanzicht-lege-busstoel_32632034.htm

Woordenboekenliefde

Een gedachte, een déjà vu, een vécu kwam voorbij en leidde tot een monoloog die als een warme wolk rond me bleef hangen. Het was bij het opzoeken van een woord in een heus woordenboek met echte papieren bladen.

Deze monoloog

Tijdens het opzoeken dacht ik aan de eerste keer dat ik een woordenboek gebruikte waarvoor het diende. Dat was op school. Hoe doe je dat, de betekenis van een woord opzoeken?

Er werd verondersteld dat je het alfabet knats vanbuiten kende. Dat was heel belangrijk. Zo kon je makkelijk bladeren door het woordenboek om snel bij de beginletter van het woord te komen.

Laat ik het woord natrium nemen. De /n/ bevindt zich in de tweede helft van het alfabet. Dan weet je dat je niet vanaf de eerste bladzijde moet gaan zoeken. Dat vond ik een hele goede tip!
Daarna kijk je naar de tweede letter van het woord. Voor natrium is dat de /a/. Op de een of andere manier raakte ik helemaal vooraan in het woordenboek.

Waar was de /n/ gebleven?

Erop terugkijkend was er één stap in het proces van betekenis-van-woorden-opzoeken waarschijnlijk niet binnengedrongen (ik was een trage leerling). In mijn kinderlijk enthousiasme bladerde ik van de /n/ naar de /a/. Ik moest bij de /n/ blijven en dáár de volgende letter zoeken. Toen ik het eenmaal doorhad, ging er een wereld voor me open.

Beeld u zich in!

Een heel woordenboek, bomvol woorden die ik nog niet kende. Ik voelde me woordenveilig voor de rest van mijn leven. En dat was een pocketwoordenboek! Er kwamen andere talen bij, zowel in de school als later de avondschool. Hier en daar kon ik zelfs de liefde doorgeven aan kinderen die aanvankelijk niet zoveel voor taal en lezen voelden.

Echt sneller ben ik niet geworden, noch met lezen, noch met opzoeken. Wel gerichter zodat de liefde voor woorden en taal in het algemeen, bij me blijft.

Telkens ik er bewust mee bezig ben, is het NU!

En die natrium? Dat is het zout op mijn pata…  woorden!

Eentje dat al eens op de tafel ligt en niet in de kast staat

Foto bovenaan: een greep(je) van wat ik bijhield doorheen de jaren

Valentijn

Vandaag lees ik op de kalender dat het Singles Awareness Day is. Ik stel er me verder niets bij voor. Behalve dat het vlak na Valentijnsdag valt. Dat doet me dan weer denken aan Valentijn die ik twee dagen vóór ‘lievekesdag’ – zoals ik me de 14de februari herinner uit mijn kindertijd – kort doch aanwezig heb ontmoet, op het perron van tram 9 aan Berchem station.

Dat zit zo!

Ik stapte op genoemde locatie uit, samen met andere mensen. De ene stapte één richting uit, ik de andere. Intussen wachtten mensen om op te stappen.
Het perron aldaar is nogal smal. Desalniettemin viel me, door al dat volk heen, op dat Valentijn ook van de tram stapte en tegen de reling achteraan het perron ging leunen. Ik stond nog even stil tussen links en rechts weg stappende mensen. De grote zak boodschappen over mijn schouder bungelend was, helaas, niet plaats besparend. Door de wereld in vertraging te aanschouwen, blijf ik kalm en aanwezig. Iemand zei: “Wacht, die madam moet nog op de tram.” Ik draaide me om. Een vrouw keek me aan, met de vraag nog in haar ogen. Na mijn “Ik hoef niet in te stappen”, ging ieder zijn eigen weg. Valentijn stond nog tegen die reling dit dagdagelijkse gebeuren te aanschouwen. Ik stapte langs hem heen en hij lachte naar mij, mét een knipoog, zo eentje die uitdrukt wat je samen ongepland deelt:

Die drukte toch!

Ik lachte terug en vervolgde mijn weg, half in gedachten. Vanwaar ken ik die man, hij is een acteur… ah, ja in “De helaasheid der dingen” speelde hij de hoofdrol.
Weer thuis, even googelend, duurde het niet lang voor ik het wist; Valentijn Dhaenens. Man man, als ik zo’n vijftien jaar jonger was, ik zou … Ja, wat eigenlijk? Op een tas koffie trakteren, zo eentje met een hartenvorm chocolaatje erbij in een rood papiertje? Een theatervoorstelling bijwonen, dat is realistischer en duidelijk:

De helaasheid der dingen voorbij!

Foto bovenaan: “Liefde is blijven tot het einde van het concert!” Graag gedaan 🙂

Stilte zonder storm

’t Is stil waar het nooit waait … zeggen ze
Het ene gebeurt, het andere niet, een bezoek, geen bezoek
Het stormt soms, dat gaat weer liggen tot het weer rechtop zit

Zomaar 60 geworden, het gebeurt vanzelf. Zonder feestgedruis, zelfgekozen verpozen. Ik begin er warempel echt van te houden.

In de zomer verjaren heeft voordelen. Vroeger zag ik het als een nadeel. Aangezien velen ergens anders aanwezig zijn, glijdt het mooi en rustig voorbij. Al heb ik dit jaar mezelf getrakteerd op een eersteklasticket naar Oostende. De rit was rustig. De andere wagons waren geluidsvoller.

Ik herinner me nog dat ik toen dacht nog een keer een blogbericht de wereld in te sturen. Maar waarover dan? Wil ik dat vertellen, ondanks de tuimelende woorden en uit elkaar gepuzzelde zinnen die mijn brein bezetten?

Soms probeer ik uit te leggen hoe het in mijn brein werkt, maar – alle goede bedoelingen ten spijt – zwijg ik er liever over. In het Engels is er zo’n term-zin die ik ooit in een opleiding te horen kreeg (allerlei programma’s op pc leren gebruiken): WYSIWYG; “What You See Is What You Get!” Ik veronderstel dat er ook echt niet méér is. Als het niet geprogrammeerd is, zal uw pc het niet tonen.
Bij mensen is het anders. Het kan wel zijn dat u niet meer krijgt dan wat u vraagt. Wel kan het zijn dat er meer is, soms veel meer, dan wat u vraagt … Ik behoud me het recht om dat zelf te kiezen, zonder uitleg. Want ik weet dat het ook omgekeerd zo is. Laten rusten, denk ik meestal. Het toont zich wel als de tijd er rijp voor is.

Met zulke vage dingen zou ik wel een blogbericht kunnen vullen…

Een fotoronde vertelt waarschijnlijk meer … 1. Golfen. 2. Nek-uitsteken. 3. Broertje-in-smoking-kwijt. 4. Hij ging net douchen. 5. Aapje met haar dino. 6. Plopperdeplop. 7. Waar zijn mijn dochters?? 8. Geen paparazzi aub! 9. Vikingen, opgepast! 10. Besties. 11. Ze vlogen met een zucht.

Amen!

Sinds een tijdje houd ik me ook bezig met mijn stamboom. Daar zijn nog veel verhalen te halen, al dan niet te bloggen…

Eén tak van de hele grote stamboom

Ps. Ik heb mijn Woordenrijk onlangs nog eens opgewarmd. Soms rijmt het, soms niet…

Februari – on hold

soms is (veel) loslaten een lichtbundel creëren.

Mijn nieuwjaarsbrief is intussen weer oud. Ik ben on hold. Ik sta niet op nul, zo ergens tussen een half en anderhalf, zonder beloftes aan mezelf, enkel mededelen.

Er is veel gebeurd en bijna niets.

Ik sta in de kantlijn te kijken en daar is het goed. Vaak in verbazing van wat iedereen toch zo dringend moet.
Het is geen eiland waarop ik me bevind, al zou ik er graag zijn, noch reizen naar een niet-bestemming, dat welkome kalme ongewisse.
Enkel meedeinen met de golven waarvan mijn eigen barometer me vertelt dat het goed is, tussen kabbelen en kolkend verdwijnen, aanspoelen en meedrijven op een Zee die mij wel bevalt. Tussen gerust en onrust of in de andere volgorde, niet over mijzelf en blij genoeg, vind ik daar toch evenwicht en tokkel ik op mijn laptop klavier. Het gaat over PESTEN!

Intussen in mijn echte leven, lees ik veel en toch nog weinig, tokkel ik nog steeds op de ukelele, doe die obligate wandeling al voelt het zo niet, is er de familie, vrienden, een treinrit naar hier en daar, dat laatste in omgekeerde volgorde.

En een scherfje geluk van een M.

Én ik schrijf elke dag waarbij ik begin met een woord, gewoon een woord zonder nadenken. Vandaag begon ik met ‘Week’ (tegen pesten) en eindigde ik met zondebok en alles daartussen weet ik al 😊

Nieuwjaarsbrief

niet noodzakelijk in clichés... maar geven en nemen is er nog steeds bij daarom niet altijd tastbaar

Lieve en andere lezers,

Op de eerste dag van het nieuwe jaar, heb ik mijn brief nog steeds niet klaar

Wegens mezelf opgelegde verwachtingen
heb ik overwogen, gewikt en dan besloten

Ik doe het niet, nog een lijstje
nog een wens
vrees niet   ook geen niet-wens

tranen worden toch gegoten
angst wordt toch gebibberd
dansen doen we, lopen en stilstaan

we blijven onderweg
daar wil ik toch bestaan

Ik doe het niet, een belofte van
mijn best doen
vrees niet   ook geen on-best
(en al zeker geen asbest)

zwaktes zullen toch opduiken
boosheid zal toch borrelen
vloeken doen we, lachen en doorgaan

we blijven onderweg
in veerkracht, liefst die van onszelf
daar wil ik toch bestaan

Ik doe het niet, elke terugblik
vrees niet   ook niet vooruit

de opsomming van goed en kwaad
van ziek en gezond, iets dat echt bestaat
doe mijn eigen ding en laat weer gaan

We blijven onderweg
met een nieuw inzicht
daar wil ik toch bestaan

Voor wie het toch graag hoort of leest

Gelukkig Nieuwjaar!
Een beetje Magie!
En veel, heel veel gewoonweg contentement!

Anne-Mie

ps. ik zette dit jaar een echte kerstboom en die heeft, binnen heel kort, een nieuwe bestemming.
Misschien ben ik dan toch traditioneler dan ik zelf dacht 😉

de ene helpt de andere voorlezen

Vertraging

Omdat van het persoonlijke jaaroverzicht (nog) niet veel terecht komt, een monoloog (denk ik).

Ik passeerde aan de kassa en de vriendelijke dame vroeg me of ik al klaar was voor Kerstmis. Misschien had ze zo haar twijfels bij het scannen van mijn aankopen. Gene vette! Twee broodjes, een pak soep en nog enkele appels want die waren er voor 1 euro de kilo. Oh, en wat spinazie, dat is nog goed voor bij de glutenvrije pasta die dringend op moet en de champignons, waar ik eergisteren zin in had en die nog goed blijven tot over- overmorgen. Achter mij een aangroeiende rij van boodschappenkarren en hun tijdelijke gebruikers… snel, doe verder, overspoelde mijn wezen..

De vertraging is ver zoek. Al zal er een en andere webshop mij ervan proberen te overtuigen dat het nu de tijd van stilte is, na alle voorbereidingen voor de warmste gezelligste tijd van het jaar. Het liefst in hun kledij! Ze menen het! Elke dag krijg ik meer korting, speciaal voor de trouwe klant! Of een trapje hoger in hun trouwheidsbeleid. Meer korting op een duurder verblijf in een bruisende stad. Blijkbaar verdien ik het.

De kriebel in mijzelf, de ragebol van aan elkaar klevende gedachten, de heb-ik-nu-alles kriebel, roept om nog meer aandacht.
De volgende kriebel die ongeduldig wacht tot deze weg is; wat-na-de-kerst? Plannen genoeg, te over zelfs, maar hoe zit het met die vertraging?

Mag het nog donker zijn in de winter? Stilstaan bij dat wat ik (nog) ben, weer kan zijn en nieuw kan zijn? Ik probeerde het meermaals, dat vertragen; het lukt wel eens. Lang genoeg? Kijk ik vanuit de schaduw van mijn eigen licht hoe iemand anders het invult? Alsof het niet van mij was. Of ben ik geduldig genoeg om de vertraging eerst te voelen en dan te kijken?

Ik sta weer op. Er zijn nog onbetreden paden, ook na al die jaren van goede raad en nog betere bedoelingen en waarschijnlijk ben ik nu ondankbaar. Toch, dat onbetreden pad lonkt en ik betreed het zelf. Ik schud af onderweg, in dank voor het gezelschap, ik pak iets anders weer op. Onbekend komt op me af. Niet-af-te-schudden vergezelt me als een veilig maatje. Onderweg ontdek ik wel.

Misschien is het verwerpelijk voor deze en andere. Ik doe het toch, en word lichter en frivoler. Want als er één persoon is die ik mis, soms nog tegenkom en zie dat het goed is, die ik dan probeer met haken en ogen aan elkaar te houden en ik stap verder, met oppakken en afschudden en dank u zeggen, op pad naar die ene die ik nog steeds een beetje mis, verder te vinden en te weten, we zien elkaar weer, telkens een beetje meer, Mie, mezelf en ik.  

“Dat is dan € 10,11  mevrouw.” Ik betaalde en dacht, wat een snelle ragebol ontrafeld zomaar aan de kassa.

“Prettige Kerstdagen voor u,” “Dank u, ook zo voor u.”

Ik herinner me vooral alle momenten dat ik NU was en ben en zal zijn. Misschien is dat vertraging?

Universum ?

(Los – vast vertelseltjes… of van de hak op de tak)

Is de wereld om zeep?

Ik weet het niet maar het staat wel te gebeuren, over vijf miljard jaar. Dat weet ik uit een documentaire over het ontstaan van alles en dat alles weer zal verdwijnen. Iets met helium,  water, zuurstof; wetenschappelijk dus. Zolang het universum er nog is, kunnen we gerust zijn.

Zolang het universum er nog is, voel ik beweging; planeten van ons en menig ander heelal, de wezens en andere natuurfenomenen die het bevolken nog vijf miljard jaren… *

Intussen in dit jaar, in dit leven,

Ik heb zo mijn meditatieve momenten, zoals ik gisteren aanhaalde in Mijn*Woordenrijk.

Of, zoals een maandje geleden, een boek lezen in de trein. Waar zou je anders zijn in kunnen zijn, het voorbijglijdend landschap buiten beschouwing gelaten?
Ik was in Ierland, in die trein tussen Antwerpen en Gent en later omgekeerd. Er was even niets anders.
Af en toe, heel vaag drong een éénrichtingsgesprek tot me door. Een andere reiziger, blijkbaar verbolgen over het feit dat de trein wegens werken op de lijn, een omweg maakte. “Allez, ’t is altijd hetzelfde hé.” Draagbare telefoons kunnen veel verdragen.

Treinsgewijs naar Oost-Vlaanderen waar er andere, iets drukkere, momenten waren. De verjaardag van de nu Tiener geworden. Zij die op een dag Nina Derwael zal verslaan al zegt ze zelf “Maar nee!” en dan lacht ze eens.
Die andere hier-en-nu momenten in gesprekken, in lachen, Fl. op mijn schoot terwijl ze uit mijn glas drinkt. Haar flesje is niet groot genoeg. Het buiten zitten, in een heuse tuin, de joelende kinderen, de pakjes opendoen, dat blije gezicht, het wemelde van de hier-en-nu momenten.

Ik heb ook in mijn verleden gezeten. Dat begon met de jarige Tiener en haar betovergrootmoeder (langs mijn moeders kant), die op dezelfde dag geboren zijn. Dat wist mijn vader wist te vertellen. Als zit er meer dan een eeuw tussen.
Een rinkelend belletje spoorde me aan in oude foto’s en de stamboom te kijken, voor zover ik die nu heb. De vrouwelijke lijnen van stambomen, die blijken toch moeilijker te vinden … Is dit een wordt-nog-vervolgd-verhaal?

Vannacht werd ik plots klaarwakker. Het was zo licht in de kamer dat ik dacht dat ik me zwaar verslapen had. De wekker vertelde iets anders. De bron van licht vond ik buiten. De Volle Maan scheen nog volop, doorheen twee laagjes gordijn.

Ziet u wel? Het universum leidt je niet om de tuin.
(al zal dat in deze buurt enkel een stadstuintje zijn bij deze of andere buur)

Ik heb ook nog een vraag, weet iemand van wie dit schilderij is? Ik vond het, geloof of niet, in de Kringloopwinkel. Via google vond ik nog niemand…

* Ik doe niet aan wetenschappelijke research. U raadpleegt best echte wetenschappelijke artikels, documentaires etc indien u de correctheid zoekt.

Weer vandaag en Lucia

Het was niet eens een experiment, niet eens een test om te kijken hoe mensen zouden reageren toen ik over zoiets als Mie-dag vertelde. Evenmin was het een zielige schreeuw, noch een stoere zet. Het enige wat het was, was dat het voor mij belangrijk was. En zo gebeurde. Zoals het liedje (dat u zelf het best vindt passen).

Intussen nam ik het afkickende besluit om even uit Facebook te verdwijnen. Enkel Instagram en Twitter en mijn blogs zijn mijn ramen naar de wereld. Misschien dat er daar ook nog iets van verdwijnt. Liever dat dan ikzelf verdwijn in de massa aandachttrekkers die we allen aan het worden zijn.

Intussen is het weer vandaag. Vandaag denk ik een beetje aan Lucia. Met haar was ik in mijn jongvolwassen jaren bevriend. Ze was in vele dingen een tegenpool van mij. Heel vooruitziend, steeds tot in de puntjes verzorgd, zeer geïnteresseerd in geschiedenis, actualiteit en kunst. Ze reisde graag in een beetje luxe. En ik was daar een aantal jaren getuige van. We konden elkaar een hele tijd goed verdragen. Ook toen onze wegen zich meer en meer scheidden. Zij de meer gesofisticeerde weg op en ik mijn – niet losbandige – maar we zien wel wat er gebeurt leven, liefst zonder te veel gedoe (maar toch geen grote waaghals geworden … ).
Het belette ons niet om twee keer samen te reizen (Kreta en Athene).

Naarmate de jaren daarna verstreken, schreven we elkaar nog wel kaartjes bij verjaardagen en feestdagen. Het was zoals het was.

Op een ochtend, ik woonde toen pas in Hasselt en kocht elke ochtend de krant die ik op mijn Limburgse gemakje las bij een tas koffie (of vier), zag ik op de voorpagina een bericht over een zwaar ongeluk. Moeder en dochter zijn omgekomen bij een aanrijding. Hun wagen stond stil achter een andere auto die wachtte om een straat in te slaan. Op dat moment werden ze achteraan aangereden en wel zo hevig dat hun auto van de weg slingerde in 90°, keihard tegen een huis aan, waarvan een stuk muur eruit viel. Moeder en dochter haalden het niet. Ik las verder, het ging over L. J. en haar moeder.

Maar Lucia toch! was mijn eerste gedachte.

Ik weet nog dat ik opvloog en de telefoon nam en wilde bellen om te vragen wat heb je in hemelsnaam nu toch gedaan! Maar dat ging natuurlijk niet. Het overlijdensbericht stond ook al in de krant. Ze was net geen 34 jaar. Het gebeurde toen in de maand mei. Op 25 juli was haar verjaardag. Het is nu vijfentwintig jaar geleden. Af en toe denk ik er nog aan, zoals vandaag.

Op een keer, zeven jaar na dat ongeluk, toen ik met de trein onderweg was naar mijn Argentijnse vriend (hier*schreef*ik*er*al*over), was ik met een schrijverijtje (zoals ik het toen zelf noemde) bezig, dat resulteerde in een veel te lang gedicht (dat ik nog op mijn andere blog zet). Mijmeringen heb ik het toen genoemd. Een van mijn betere eigenschappen, dat mijmeren 😉

Foto’s zijn express een beetje onduidelijk gemaakt.