Vertraging

Omdat van het persoonlijke jaaroverzicht (nog) niet veel terecht komt, een monoloog (denk ik).

Ik passeerde aan de kassa en de vriendelijke dame vroeg me of ik al klaar was voor Kerstmis. Misschien had ze zo haar twijfels bij het scannen van mijn aankopen. Gene vette! Twee broodjes, een pak soep en nog enkele appels want die waren er voor 1 euro de kilo. Oh, en wat spinazie, dat is nog goed voor bij de glutenvrije pasta die dringend op moet en de champignons, waar ik eergisteren zin in had en die nog goed blijven tot over- overmorgen. Achter mij een aangroeiende rij van boodschappenkarren en hun tijdelijke gebruikers… snel, doe verder, overspoelde mijn wezen..

De vertraging is ver zoek. Al zal er een en andere webshop mij ervan proberen te overtuigen dat het nu de tijd van stilte is, na alle voorbereidingen voor de warmste gezelligste tijd van het jaar. Het liefst in hun kledij! Ze menen het! Elke dag krijg ik meer korting, speciaal voor de trouwe klant! Of een trapje hoger in hun trouwheidsbeleid. Meer korting op een duurder verblijf in een bruisende stad. Blijkbaar verdien ik het.

De kriebel in mijzelf, de ragebol van aan elkaar klevende gedachten, de heb-ik-nu-alles kriebel, roept om nog meer aandacht.
De volgende kriebel die ongeduldig wacht tot deze weg is; wat-na-de-kerst? Plannen genoeg, te over zelfs, maar hoe zit het met die vertraging?

Mag het nog donker zijn in de winter? Stilstaan bij dat wat ik (nog) ben, weer kan zijn en nieuw kan zijn? Ik probeerde het meermaals, dat vertragen; het lukt wel eens. Lang genoeg? Kijk ik vanuit de schaduw van mijn eigen licht hoe iemand anders het invult? Alsof het niet van mij was. Of ben ik geduldig genoeg om de vertraging eerst te voelen en dan te kijken?

Ik sta weer op. Er zijn nog onbetreden paden, ook na al die jaren van goede raad en nog betere bedoelingen en waarschijnlijk ben ik nu ondankbaar. Toch, dat onbetreden pad lonkt en ik betreed het zelf. Ik schud af onderweg, in dank voor het gezelschap, ik pak iets anders weer op. Onbekend komt op me af. Niet-af-te-schudden vergezelt me als een veilig maatje. Onderweg ontdek ik wel.

Misschien is het verwerpelijk voor deze en andere. Ik doe het toch, en word lichter en frivoler. Want als er één persoon is die ik mis, soms nog tegenkom en zie dat het goed is, die ik dan probeer met haken en ogen aan elkaar te houden en ik stap verder, met oppakken en afschudden en dank u zeggen, op pad naar die ene die ik nog steeds een beetje mis, verder te vinden en te weten, we zien elkaar weer, telkens een beetje meer, Mie, mezelf en ik.  

“Dat is dan € 10,11  mevrouw.” Ik betaalde en dacht, wat een snelle ragebol ontrafeld zomaar aan de kassa.

“Prettige Kerstdagen voor u,” “Dank u, ook zo voor u.”

Ik herinner me vooral alle momenten dat ik NU was en ben en zal zijn. Misschien is dat vertraging?