Mijnheer de Raaf aan de Schelde

(die eigenlijk een kraai was)

Meneer de Raaf kwam mij tegen 
Hij pronkte hij stapte snel
zo fier en met zoveel spel
Waarheen leiden zijn wegen?

Toen was hij weg
die zwarte veer
vloog tegen de wind
daar was hij weer

Hij had een boot in ’t oog
wat een gemak daar op dat dak
zo was het dat hij niet zelf vloog

Niet meer te voet noch te vlieg
als u dit leest, meneer de Raaf
vertel me van uw reis alstublieft !

AMK