Mijmeringen

De jeugd
Lucia loopt vóór mij
maar ze is het niet
Ik loop achter haar
Rood haar, nog even groot als toen
Benen beetje x-vorm
en haar manier van lopen …
Waar ben je Lucia?
Rood haar.
Waar is m’n jeugd?
Lucia, πού να ‘σαι τώρα ?
Ik loop je voorbij
Bijna aan de deur 
van het station kijk ik om
Zij is het niet.
En ineens lijkt haar haar minder rood
Ze is weg, Lucia
M’n jeugd is weg
Dag Lucia, dag jeugd
We hebben toch mooie tijden gekend toen.

Koffie in het stationscafé.
Wat ik allemaal zie hier
Kleurrijk meisje
Japanse jongen
ze lachen naar elkaar
ze stappen op

Bleke mevrouw, blond
helemaal in het zwart
rookt, drinkt koffie, noteert in haar agenda
Kale man, tegenover haar,
oorbel, lichtblauwe pul, jeans.
Ze praten.

Vijf mannen aan één tafel,
naast mij.
Ze roken,
veel,
vreemde taal,
mooi.
Die mannen hebben donker haar.

Rare man, wat verder af,
Groen hemd en rode pull
hij eet, drinkt koffie,
maakt gebaren naar iemand,
die er niet is

Zwarte man,
kijkt naar mij, 
door het raam,
loopt voorbij,
Jamaicaan ?
leuke pull, sportief
Mooi, zijn haar
Dunne halflange dreadlocks
in een staartje
kleurrijke haarband in het pikzwarte haar.
 
Treinmijmeringen
Lezen, kijken en niet in slaap vallen
Reizen en denken
aan die kleine dingen die gebeurd zijn
die ik vandaag gezien heb

Dat kindje,
dat zo lachte
vooral als mama haar ondersteboven vasthield
iedereen eromheen lachte mee,
gewoon automatisch
krul aan een kant
krul aan de andere kant
van elke mond
een glimlach
een volle lach
een glimp van een lach
iedereen lacht

Die mevrouw in de rolstoel
wacht, met haar boodschappen
vers gekocht op de markt

De bieb,
m’n boeken, 
eindelijk ingeleverd
twee weken te laat
boete
is voor de volgende keer

en de wandeling
naar het station
waar ik heel even
Lucia tegen kwam
Het station
in het café
ze hebben me gezien daar
En op het perron
de zon schijnt
op de sporen
de kabels in de lucht
komen samen 
net voor de horizon
en die trein die ginder ver rijdt
ziet troebel
alsof het veel te warm is
zo’n bibber in het beeld
weet je wel
Gelukkig is het niet druk
kan ik nog even verder mijmeren

AMK 20004 
een onderwegfoto

Wandelen in de wolken van het park.

Omdat het ‘stilstaan’ deugd doet, rommel ik even verder tussen overprikkeling en – echt waar – heerlijke verveling.

Nog zo eentje die ik graag schreef en de finale van een wedstrijd niet haalde. Het is dus weer deelbaar. Heeft delen niet zo het effect van vermenigvuldigen? In alle onbescheidenheid hoop ik het 😉

Geniet!

Wandelen in de wolken van het park.

Het malse gras, de blauwe lucht, de vogels, voorbij schuivende wolkjes. Ik dwaal af, verder dan ik kijken kan.

Een verlaten strand in het zuiden van mijn eiland. Geen toerist die er ooit komt.

Die familie ontvangt weer gasten; vanaf ’s middags passanten, voor schaduw en koelte tot ’s avonds wanneer het drukker wordt. Hoe zou het met mijn vrienden gaan?

Andere wolken brengen andere beelden van mijn andere thuis.

Warempel! Didier! ‘Bonjour, kalimera!’ Nog steeds in het Frans en het Grieks. Hij is bezig met keramiek. Dan stoor ik hem niet. Kijken mag.

Langs scherpe bochten rijd ik naar Manoli en Rina voor een babbel bij een raki en lekkere hapjes.

Nog een strand. Michali met de luit is er weer! Ik zal bij dageraad wel honger hebben, na zo een muzikale nacht.

Het malse gras, de blauwe lucht, de wolkjes, wolken, donkergrijze massa! Mijn eiland regent weg.

Dit staat ook op Azertyfactor, voor degenen die me daar volgen. Het is een bewerking van iets dat ik schreef in een workshop (Vijf + drie ingrediënten).

Ps. De foto is uit een zomervakantie 2012 op ‘mijn’ eiland. Nog zo’n mijmering.

Bedankt voor het lezen en geniet, al is het maar één moment vandaag!