Af en toe zet ik het resultaat van een oefening - na feedback - van de academie hier neer. Niets is echt helemaal waar, noch helemaal onwaar...
‘Amaai, dat ruikt hier lekker naar koffie.” Het is mijn buurvrouw die iets komt vragen. Ik ben nog maar een halfuur weer thuis en nog vol van de geur die ik van buiten meenam. Koffie ruik ik nu niet. Gelukkig bekoort de smaak ervan me nog wel. Die geur die mijn neus in beslag genomen heeft en nog even nazindert stelt zijn veto. De andere geuren verdwijnen … weeral.
“Kom binnen,” nodig ik haar uit en vertel terwijl zij zich neerzet aan de tafel en ik de koffie in een thermos giet.
“Ik heb de herfst geroken buiten. De regen van de afgelopen dagen hing nog in de bladeren. Het hele park rook ernaar.”
Over en weer snellend tussen de keuken en de borden- en bestekkast, vertel ik verder over mijn reukervaring.
“Ja,” zegt ze beleefd, “dat is wel een heel specifieke geur.”
“Juist, vind ik ook,” antwoord ik en wil verdergaan, over toen ik bij de weg belandde en moest wachten op groen licht om over te steken. De fijne stof- en andere roetdeeltjesgeuren katapulteerden me naar lang vervlogen tijden, waar ik in Piraeus op de boot wachtte en zo ongeveer dezelfde ervaring had; Naft!
“Toen ik thuiskwam zonet, probeerde ik ook andere geuren op te vangen,” zeg ik, helemaal in de ban van al dat ruiken. Mijn hersencellen flakkeren weer op. Ze werken toch nog, de luiaards. Als ze maar geurig geprikkeld worden. Had de dokter me dat twee jaar geleden niet kunnen adviseren? ‘Oefening baart kunst’, meer moet dat niet zijn.
“Maar het was maar voor even,” voeg ik toe. Was ik toch te enthousiast? Straks knettert dat reukcentrum nog in mijn hersenpan, eindigend in een kortsluiting. De benzineherinnering blijft tenminste nog hangen.
“Het lukte maar even met de kruiden. Weet je welke geur van buiten is blijven hangen?” ga ik verder, mijn verhaal enthousiast uiteenzettend over dat hoofdpijn bezorgend aroma van de vierwielige weggebruikers. Pijn en vreugde liggen dicht bij elkaar. Ik zit tegenover haar, schenk koffie voor ons beiden in en zie haar dan pas een beetje bedenkelijk kijken.
“Maar je bent hier natuurlijk niet voor mijn geurige avonturen. Wat wilde je eigenlijk vragen?”
“Euhm, nu ja, over de gemeenschappelijke ketel. Ruik jij ook gas af en toe?”
AMK – 22 november 2022


