Bokkensprongenmonoloog

Waarschuwing: dit kan geïnterpreteerd worden als nonsens. 

Ik stond aan de afwas vanmorgen, echt aan afwassen.
Intussen declameerde ik mijn monoloog van het moment toen ik tegelijkertijd de voorbij lopende en fietsende mensen kon horen en dacht – het raam stond wagenwijd open vanwege de nog frisse ochtend na en vlak voor de hete dagen – dat als nu iemand onder dat open raam bleef staan en die persoon zomaar mijn monoloog afluisterde en wie-weet-welk-verhaal er dan van zou maken en verder vertellen – áls die al zou blijven stilstaan onder dat raam – wie weet dan welke schrijver ermee inspireerde en toen dacht ik nog – zonder het monologisch te verbaliseren – zoals bij het lezen van een zin, een zinsnede, een gedicht, een iets-anders, de gedachte soms bij me opkomt “Dat had ikzelf kunnen geschreven hebben!”, het dan eventueel mogelijk zou kunnen zijn dat mijn – deel van de – monoloog bij die schrijver is beland.

De afwas is voorbij. De monoloog is al lang weg. De bokkensprongen ook. Er is nog geen nieuwe afwas.

AMK