Kavala is ook prachtig. De Byzantijnse citadel staat stoer op de top van de stad en er vertrekt het aquaduct door de Turken gebouwd. We willen de citadel bezoeken. Ik vraag aan iedereen in de buurt wie de sleutel heeft. Wanneer ik het huis van de sleutelbewaarder gevonden heb, blijkt die man niet thuis te zijn. We kunnen door een spleetje tussen de deur en de muur toch nog zien dat het zeer indrukwekkend moet geweest zijn.
De Imaret is een groot gebouw, vroeger bestemd voor studenten theologie, maar nu als restaurant-bar ingericht. Het zou oorspronkelijk tot de Egyptische pasja Mehmet Ali behoord hebben en deed dienst als armenhuis.
Een beetje verder staat het huis van Mehmet Ali. We kunnen er niet binnen maar een verdieping zou behoord hebben tot zijn harem. Het huis is mooi gelegen. Voor zijn huis staat een beeld van hem te paard.
De grootste kerk in de wijk Panagia; de Ekklisia Kimisi Theotokou. *Huis van Mehmet Ali met zijn standbeeld ervoor
Een fikse regenbui doet ons het nabije kerkje binnenlopen. Daar branden we weer een kaarsje. De koster toont ons waar we de kaarsjes kunnen vinden. Hij stelt vragen; van waar we zijn, wat we komen doen hier en waar ik Grieks heb leren spreken. In de avondschool. We gaan weer verder. Kaló taxídi.
AMK
van deze foto vind ik geen nota’s meer. Via Google vind ik op een – prachtige – site over welke kerk het gaat. U vindt veel meer heden-daagse foto’s.
We vertrekken naar Naoussa en stoppen eerst in Lefkadia maar het is maandag en de tombes mogen niet bezocht worden. Maandag is sluitingsdag. Niet getreurd, op naar Naoussa waar we een hotel vinden in het midden van een natuurgebied met waterval en watervalletjes, beekjes en bomen waaronder het in de zomer heerlijk koel moet zijn.
In Naoussa
We willen dan het wijnhuis van Boutari bezoeken maar dat is nog gesloten. We hebben wel wat pech.
Verder geen foto’s. Het maakt me een beetje nostalgisch. Wat waren we gewoon blij met wat lukte en er dan één exemplaar van konden koesteren.
Dinsdag, 5 april 1994
Na het ontbijt gaan we terug naar Lefkadia. Nu zijn er archeologen aan het werk. Een van hen laat ons binnen in de graven en gidst ons. Het is echt prachtig, een privé-gids die ons alles laat zien, wat normaal niet toegelaten is. We lopen zomaar – voorzichtig weliswaar – IN de graven rond. Hij legt alles uit in het Grieks. Ik vertaal wat ik versta en vul aan wat ik niet versta. We bedanken hem uitvoerig en gaan dan richting Veria. Daar regent het pijpenstelen. Na een korte stop in Veria zijn we weer weg (de foto hierboven is vanaf het plein waar we zaten, zicht op Sint Antoniuskerk). In Vergina bezoeken we nog twee Macedonische graven, waarvan één tot Philippus II behoorde. Hier zijn verschillende voorwerpen gevonden die erop wijzen dat dat graf van Philippus was.
In restaurant ‘Vergina’ kort bij de weg eten we weer tot we niet meer kunnen. Een bus Duitse toeristen komt binnen. De groepsleider is een doorwinterde (of doorzomerde) gids in Griekenland. Hij vertelt ons dat we best niet naar de Olympusberg gaan. We zijn het nog steeds van plan maar goede raad van een echte kenner sla je niet in de wind. In deze periode van het jaar kan ineens de mist je overvallen en dan kan je niet meer terug. Trouwens – en nu komen we het te weten – de weg is nog steeds versperd door boeren met hun tractoren. Je kan er gewoon niet doorheen. Wie naar Athene wil zal door de bergen moeten rijden, via Kozani. Is er in Griekenland ook een mestdecreet?
Dan maar verstandig zijn en naar de volgende plaats. We rijden richting Kavala. Daar zullen we overnachten. Onderweg blijft het regenen en regenen en als er geen bergen waren, zou ik me in België wanen.
Raar maar nu ik weer lees en de foto’s weer zie, merk ik dat ik van deze dag ook geen foto’s heb op die hierboven na. Ik vermoed dat het niet mocht bij de graven in Lefkadia noch in Vergina.
De volgende dag naar Prespa. Het is inderdaad een hele rit heen. Goed dat we dat niet in het donker gedaan hebben want wat we zien is niet te beschrijven. De natuur is er zo mooi, bergen met besneeuwde toppen en zoveel groen heb ik in Griekenland nog nooit gezien. Als we uitstappen komen kinderen op ons afgelopen om hun vlinders te tonen die ze gevangen hebben.
Ook de meren zelf zijn zo mooi. We maken een wandeling langs het meer. We gaan verder en verder, ‘tot het volgende hoekje’, en dan is er weer een hoekje en weer een. Ten slotte keren we toch terug. Geen laatste hoekje. Wel een grotspleet waar je doorheen kan lopen.
Ergens rond een meer van PrespaDoorheen de rots lopen in Prespa
’s Namiddags gaan we naar Kastoria. Daar ligt ook nog zo’n prachtig meer. Kastoria betekent bever. Plaats waar bevers wonen, maken we ervan. Van wandelen hebben we nu al veel kaas gegeten en we stappen nog enkele uurtjes stevig door. Ik blijf versteld staan van de mooie natuur.
Een prachtige stad met vele herinneringen aan een rijke geschiedenis. Grieken, Byzantijnen, Romeinen, Joden, Turken, Balkanbewoners hebben hier hun stempel gedrukt. De Witte Toren doet mijn fantasie op hol slaan en ineens sta ik terug in de tijd te kijken naar een bloederige toren die witgekalkt wordt. Bij de Byzantijnse wallen wandel ik van het ene straatje in het andere en overal begroeten de mensen mij ‘kalimèra, kalà eísè ?’ Natuurlijk wel, ‘Mia charà !’.
Omwalling in Thessaloniki
Ook zijn er nog resten van de Romeinse periode en een Korintische zuil op een Romeinse agora verraadt de creativiteit van de Romeinen.
Standbeelden van Aristotelis, Filippos en anderen.
FilipposAristotelis
En dan al die Byzantijnse en andere kerkjes en kerken, waar ik kaarsjes ga branden voor mooi weer. Mijn definitie van mooi weer was in die tijd wel anders. De Agios Dimitrios maakte een diepe indruk op mij. Hier kwamen vele Grieken om de heilige Dimitrios te aanbidden, die Thessaloniki beschermde tegen gevaren. Zijn heilige olie deed wonderen. Deze kerk heeft prachtige iconen en een mooie architectuur.
Agios Dimitrios
Het archeologisch museum is zeer de moeite waard om bezocht te worden. Allerlei vondsten uit graven van Macedonische koningen zijn hier te bezichtigen o.a. een beeld van het hoofd van Alexander de Grote.
Als het kriebelt moet je schrijven… Via Polarsteps volg ik enkele vrienden die reizen of gereisd hebben. Zo ontstond bij mij het idee om mijn oude reizen daar ook op te zwieren. Alleen, zo zwierig gaat het niet. Zodoende zwier ik mijn eerste try-out ook al hier. Ik ben zelf benieuwd of het ervan komt, een reis uit het verleden op Polarsteps plaatsen. Die app schijnt het onderscheid niet echt te kennen tussen iets dat voorbij is en waarvoor dus geen locatietracker kan gebruikt worden en de in-het-heden-reis waarbij je vlotjes gevolgd wordt. Of ligt het aan mij ? 😊
Een reis vol verwondering, hier en daar hindernissen en – houd je vast – zonder sociale media en consoorten. Met filmrolletjes-fototoestel waarvan we pas na de reis wisten of de foto’s goed waren. We kenden het allemaal niet, we misten het niet, we waren vrij.
Ik schreef het toen helemaal op, elke dag een verslagje en tikte het na de reis uit. Nu, na zoveel jaren, merk ik dat er vele dingen zijn die op de achtergrond raakten. Door herlezen, kan ik alles herbeleven. Ik was half zo oud en dubbel zo sterk dan nu. Ik heb het een klein beetje geredigeerd. Bijvoorbeeld begon ik toen heel veel zinnen met ‘En’. Wat ik schrijf over de natuur, bezienswaardigheden en een beetje geschiedenis, is heel beknopt. Wat er staat, gaat ook over hoe het was toen ik de reis maakte. Meer kan u te weten komen via de u waarschijnlijk-beter-bekende-dan-mij kanalen.
De persoon die ik toen was, heb ik gepoogd erin te laten. Misschien tijd om wat stof van mezelf weg te blazen 😉
1994
Griekenland, het begon ooit met nieuwsgierigheid naar een prachtige cultuur, rijke geschiedenis en nog zo veel meer dat ik toen nog niet kende. Ik was onmiddellijk verloren, ik wilde terug, ik ging lessen Grieks volgen en een interesse werd een passie. Inmiddels ben ik terug van mijn zevende keer naar Griekenland. De passie werd een verslaving, waarvan ik nooit wil afkicken.
Dit jaar ging de reis naar Macedonië en Thracië. Dat was in het teken van een monografie die ik maakte voor avondlessen reisleider. We kwamen aan in het midden van de nacht, 31 maart naar 1 april en het was géén grap. Het was echt. Thessaloniki by night.
Schrijfgelegenheden komen en gaan. Ik heb mezelf opgelegd om regelmatiger te schrijven, al dan niet door anderen uitgedaagd. Al dan niet hier neergezet. Het is de melancholie die me aansprak in de*volgende*uitdaging.
Alsof ik naar toen kijk…
Zeewind zonder uitleg
Zanderige tegenwind in de duinen zicht op zee grote ogen en open monden van kinderen in vervoering van verwonderde zeegolven die rond hun gilletjes dansen ommuurd zandbouwwerk met embleem van schelpjes
Zeewind zonder uitleg taartjes uit de zandkastelen en ver uit zicht de kietelingen rond enkels en kuiten tot kopje onder Boules-de-Berlin of koele expo van strandman later aan een kraam limonade zelf bijeen gespaard
Aan de moeders van Palestina, van Oekraïne, van Israël, van Rusland, van landen in vrede en landen in oorlog
Aan de moeders van villawijken, van getto’s, in vluchthuizen, in bootjes
Aan de moeders van overleden kinderen, van verdwenen kinderen, van gezonde kinderen, van zieke kinderen
Aan de moeders van drukke kinderen, van verlegen kinderen, van niet-in-de-lijn lopende kinderen en van kinderen die wel passen in alle leerprogramma’s
Aan alle moederharten, ook zij wier hart klopt voor niet zelf gebaarde kinderen, aan vadermoeders / moedervaders
Aan overleden moeders in herinnering
Dat vandaag de sterke warme zachte moeder-vibe overal waaien mag, de wereld laat verstillen en luisteren naar kinderen, hen bij hun naam noemt, erkent wie ze zijn zodat ze echt bestaan
Want dat is wat moeders doen. Pak hen dat niet af!
AMK
credits foto op Pixabay: moeder*en*zoon foto bovenaan: ergens in het voorbijgaan op Instagram gezien
Tussen een ander boek en het echte leven heeft oktober on-vanzelfsprekende lichtpunten
Een groot park dat al sluit om vijf uur de kleuter met te veel energie vrolijk elke hond gaat aaien alsof-spelletjes uit haar rijke fantasie
De overdonderend mooie stem van een ander nichtje haar zien we ooit in een Grote zaal! de verjaardag van haar zus vertelde ik dat al? – niet verklappen – het idee voor een cadeautje voor hun neefje
Een tof gesprek met mijn kapster die vertelt over haar kindertijd in Roemenië, hoe ze moesten zwijgen, altijd en overal hoe ze niet anders wisten alles was normaal hoe bevrijd ze zich voelde na het uitgevoerde verdict vrijuit mogen spreken lachen reizen
Een herfstbezoek aan het kerkhof bladeren die de graven warm houden het bekende eetcafé en Limburgs te veel eten
Het verrassingsbezoek bekend Kiewit een hobbybeurs, plaatselijke kunstenaars familiaal weerzien, hartelijkheid onovertroffen een hart voor mensen tot in Zuid-Afrika* toe
Een eerste bezoek aan een ander kerkhof hartelijkheid zelfs daar lang of kort ? daar denk ik aan de warme herinneringen blijven
Voilà, terug naar het boek The Figurine (Victoria Hislop) kunstmaffia uit de ‘goeie’ oude tijd
We zien elkaar nog toch ?
De routine mag doorbroken de rust van het winteruur het natuurlijke zonne-uur zou de haan het nu weten ?
"Mama, als jij geen liefde bent, bestaat de liefde niet." *
Vandaag is het 18 jaar geleden dat mijn moeder overleed. Dan komt er een of andere herinnering helderder bovendrijven. Gisteren had ik het er met mijn vader over.
Zij gaf ooit een stem aan de armen via de vzw ATD Vierde Wereld, die ze zelfs mee oprichtte in Limburg. Sinds haar pensioen was ze daar als vrijwilliger mee bezig. De verhalen die ze meebracht waren soms ver voorbij schrijnend. Zo vertelde ze eens over een vrouw die diep in de schulden zat door haar zoon die drugsverslaafd was en er alles aan deed om aan drugs te raken. Deurwaarders, gerecht, onder bewindvoerder, …. Ze leefde onder een deken van schuld die ‘de wet’ over haar heen legde. Dat alles uitte zich in vrijwel nul komma nul bezit. Mijn moeder gaf al eens iets weg. Doch deze vrouw kon ze niet veel helpen, want blijkbaar werd alles weer in beslag genomen door de deurwaarder. “Het minimum van het minimum”, zo ongeveer verwoordde ze het. De vrouw mocht in de keuken één tafel hebben en één stoel, want ze woonde op dat moment alleen. De koekjes, of was het taart, of misschien zelfs warm eten, dat herinner ik me niet; dié momenten kon de wet toch niet meer afpakken, noch de gezellige koffiebabbels.
In het verkiezingsjaar springen mijn gedachten vanuit dit verhaal naar veel vragen, te herleiden naar menselijkheid. Dat behoeft geen helden, noch onderdanigen. Waar vinden we nog belangeloze inzet naar eigen kunnen als de verkiezingscampagnes om beloftes draait schreeuwend van op glanzende partij-folders?
Waar vind ik mogelijkheden om partijloos voor belangrijke thema’s te kiezen, met hieraan gekoppelde programma’s? Waar economie in het teken staat van de menselijkheid? En niet de menselijkheid wordt opgeofferd voor de economie?
Waar vind ik thema’s die zorgen dat vrijwilligerswerk enkel nog bewonderingswaardig is en niet meer broodnodig? Waarin ‘de warmste week’ een feest is zonder de schande van de financiële noodzaak en dat in een westers land?
Waar is een lijst met een thema waarin een onbekende Vlaming vertelt over het leven zoals het is en geluisterd naar wat hem/haar echt zou helpen? Zodat Kristel Verbeke een optimistisch programma kan maken over ware ondersteuning van mensen in nood? En de daaruit volgende solidariteit? Zonder verdeling tussen partijen en hun vast ingekaderde gelijk?
Eén programma over één thema zou al een frisse wind doen waaien, een programma dat de basis is voor het ontstaan van solidariteit in het hart, voor begrip en voor evenwaardige verdeling wat de Aarde ons biedt?
In de herinnering van mijn moeders woorden – ze had het al eens over haar kleinkinderen, een heuse fiere bomma waardig: “Later gaat de wereld nogal eens verbaasd opkijken! Maar dat ga ik niet meer meemaken.” Wat zou ze ook veel te vertellen hebben over de generatie daarna! Ze keek en zag!
Gaan wij meemaken dat we onszelf nog kunnen verbazen? Is het dat wat ze zich zou afvragen, toen zij de mond gesnoerd werd (niet letterlijk), terwijl ze één vrouw in diepe armoede wilde helpen…
Kunnen wij het nog, ons ego los laten? Elke dag een beetje…
In volle actie met heel haar hart.
*dit vroeg ik om op haar overlijdensbericht te plaatsen.