Terug in Thessaloniki aangekomen, vallen we onmiddellijk in de drukte. We slenteren wat rond en bewaren nog wat cultuur voor morgen.
Wijk waar we logeerden– Standbeeld van Alexander de Grote. Voor een duidelijker beeld zie hier. Op deze website wordt het standbeeld van verschillende kanten belicht.
Onze laatste dag gaan we nog naar het museum van het Macedonisch conflict. We willen ook het folklore-museum nog zien maar is – geloof het of niet – gesloten die dag. De pech deert ons nog steeds niet. We doen een zoektocht langs alle boekenwinkels van Thessaloniki. Mijn rugzak is plotseling 5 kg zwaarder. We bezoeken de binnen- en buitenkant van de Witte Toren en van ons laatste geld gaan we nog eens heerlijk Grieks eten (foto bovenaan: op de Lefkos Pyrgos).
Even bijkomen op een bankje van de zware rugzak
Morgen vertrekken we heel vroeg naar de luchthaven.
We gaan ook nog een dag naar Komotini. Het is er druk. We lopen wat rond in de stad, in de Turkse bazaar en genieten op een terrasje van de zon.
Later op de dag nog wat gekuierd op de promenade Alexandroupoli waar een groot schaakbord staat (foto hierboven).
Voor deze foto zocht ik een duidelijker beeld en vond deze twee de beste: HIer (Engels) en Hier (Duits).
Een beeld van Chatzidonis en Domna Vizvizi, helden van de strijd van 1821. Ze namen deel aan de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog tegen de Turkse bezetting in 1821. De gedenkplaat is geplaatst door de "Vereniging van Ainiton", ook bekend als het "Hellenomuseum van Ainos", in Alexandroupoli in 1987.
De boottocht terug valt beter mee. De zon schijnt en buiten is het heerlijk vertoeven.
Dag Samothraki
Iemand van ons driekoppig gezelschap keert weer huiswaarts. Met twee reizen we nog verder richting Evros.
De Evros-delta is geweldig. Zoveel water en zoveel kikkers, bij een echt kikkerconcert rusten wij even uit aan de waterkant. Een schildpad wil ook een wandelingetje maken en wordt onmiddellijk gebombardeerd tot fotomodel.
De vogels die we zien, zijn fantastisch mooi, met frisse kleuren. Ik veronderstel dat mijn toentijdse camera wat traag was, geen foto’s van vogels.
Nu ik het weer oprakel, haalde ik ook de monografie erbij. Hoewel er waarschijnlijk wat veranderd zal zijn t.o.v. weleer, wilde ik toch de Evros een aanhalen, vooral in het licht van de vele vluchtelingen die daar willen oversteken en degenen die er het leven lieten. Het ‘onschuldige beeld’ van toen, heeft nu precies een nasmaakje.
Intermezzo tussen twee reisverslagen van de reis van toen. Weldra weer het vervolg. De beloofde hitte heeft me naar zee gedreven. In het nu verfrissing gevonden.
Schaduw opzoeken en verfrissing, wandelen als afwisseling.
Voeten te water laten, zandtenen krijgen, ook de regen is welkom laat Aarde toch doen. Die zorgt voor ons, waarom kunnen mensen niet zwijgen?
Ik los die gedachte en wandel nog even, daarna een ontbijt*. Dan een verhaal om mee te beleven. De zeemeeuw van Oostende, die Ensor ook kende, vertelt nu van de Visserij**, waar vissers de wereld verkenden.
Dan weer op wandel, er zijn ook gaanderijen, met foto’s*** zo mooi. Een hobby erbij, dat kriebelt toch wel van de camera, de wereld zijn prooi
Koelte in het park, bankje onder boom met zicht op een vijver en duiven zonder schroom.
De kamers die de restaurantuitbater ons had aanbevolen, bevallen ons prima en we boeken daar nog twee nachten.
Samothraki zelf is een prachtig klein eilandje. Het weer slaat ook om en het wordt zonniger, nog niet zo warm maar het regent ten minste niet meer.
De taxichauffeur van gisteren brengt ons tot Loutra en vandaar gaan we eerst naar de Fengari-berg (Fengari = maan) en klimmen een heel stukje tot we geen pad meer vinden om verder te gaan. Aangezien we niet zo ervaren bergbeklimmers zijn en geen kenner bijhebben, gaan we braafjes terug. Aan de voet is er een waterval met heldere beekjes. Ik kan het niet nalaten om daar mijn dorst te lessen.
Om twee uur stipt, zoals afgesproken staat hij daar weer om ons op te pikken. Hij vertelt over het eiland en stopt op allerlei plaatsjes om aan ons te tonen. Hij geeft ook nog tips van dingen die we zeker moeten doen en bekijken.
Hoog bij de FengariWeer beneden en frisse beekjes
We maken een wandelingetje door Chora, een klein dorp op 6 km van het havenstadje Kamariotissa, waar we verblijven. Daar wacht hij en brengt ons naar Lakoma, een plaatsje zuidwest van Samothraki. Van hier wandelen we naar Pachi Ammos. Een fikse wandeling bergop en bergaf, die twee uren duurt. De beloning is geweldig. Een diepblauwe zee, een prachtig zandstrand en een bruisende witte branding. Er staat een klein hotelletje en de eigenaar is er net bezig in orde te zetten voor de zomertoeristen. Hij babbelt wat met ons, biedt ons een coca-cola aan en een uurtje later brengt hij ons met zijn wagen terug naar Kamariotissa, onderweg toont hij ons zijn dorp Profitis Ilias. Vandaar hebben we een mooi zicht over Kamariotissa en Lakoma.
Het is gelukt de auto in te leveren en we halen onze bus nog naar Alexandroupoli. In Kavala pauzeert de chauffeur even. Het is mooi om het landschap te bekijken zonder te hoeven rijden. We eten en drinken iets en gaan weer verder. In Alexandroupoli aangekomen zoeken we de haven en kopen boottickets naar Samothraki. Er is nog wat tijd voor vertrek en we drinken een koffie. Wanneer we opstappen, regent het pijpestelen, echt zonder stoppen maar we moeten erdoor of we missen de boot.Â
Onze rugzakken vinden dat niet leuk maar ik heb er wat op gevonden. Doe je rugzak aan, de kap van je regenvest (K-Way bijvoorbeeld, toen nog niet zo duur) over je hoofd en de rest van je vest over de rugzak en ze blijft droog. De storm blijft duren. De boot gaat hoog op en neer en regen of niet, ik moet buiten op het dek blijven om niet al te ziek te worden.Â
Aangekomen op Samothraki (vanuit Alexandroupoli : 2,5 uren) besluiten we een taxi te nemen omdat we zo moe, zo ziek en toch zo hongerig zijn. Nog eens te voet door die regen zien we niet meer zitten. De taxichauffeur stopt aan twee hotelletjes en gaat voor ons kijken of ze open zijn. Er is eentje open. Daar blijven we een nacht en dan zullen morgen zien. Gauw onder de douche, verse kleren aan (vooral droge) en op zoek naar eten. De eigenaar van het restaurant, waar we gaan, kent iemand die kamers verhuurt en daar kunnen we de volgende dag gaan kijken. Heel fijn hoe we geholpen worden. Dit wordt ons ‘stamrestaurant’. (Zou het nog bestaan? Ik ben helaas de naam vergeten.)
We reizen naar Filippi. Deze site is gewoon geweldig. Al door zijn grootte, maar ook door de nog tamelijk goede staat. Veel verbeelding heb ik niet nodig. Ik sta daarbij, terug in de tijd, op de eerste en de laatste rij van het theater, op het forum kies ik het beste fruit, en ik maak pseudogebruik van de openbare toiletten. Ik wil Sint Paulus uit zijn gevangenis bevrijden en in de basilica luister ik naar een grootse toespraak.
We rijden weer verder, naar Xanthi. In Dhrama stoppen we om te eten. We vinden een Goody’s, een soort Griekse Mac Donalds, denk ik. Zo’n westerse hamburger smaakt ook wel en ik heb een bounty cadeau gekregen, voor onderweg.
In Xanthi merk je de invloed van de Turken heel goed. Hier leeft ook een Turkse gemeenschap en vanaf hier naar de Turkse grens zal ik nog veel minaretten zien.
Er is het klooster Panagia, even buiten het centrum. Hiervoor moeten we wel een stukje klimmen met de wagen. Die haalt het gelukkig wel, we hebben nl. het kleinste model gehuurd dat er was. Het is wel de moeite van het rijden. Het zicht is fantastisch. Hier zien we de kronkelweg met haarspeldbochten pas goed tussen de bomen en de struiken. In het klooster waakt een hond. Een vriendelijke zuster laat ons binnen in de kerk van het klooster en we mogen daar ook een kaarsje branden.
Daarna snel terug naar Thessaloniki want we moeten onze auto terug inleveren. We zijn net te laat. Het kantoor is dicht. De volgende dag kunnen we ook nog.
Kavala is ook prachtig. De Byzantijnse citadel staat stoer op de top van de stad en er vertrekt het aquaduct door de Turken gebouwd. We willen de citadel bezoeken. Ik vraag aan iedereen in de buurt wie de sleutel heeft. Wanneer ik het huis van de sleutelbewaarder gevonden heb, blijkt die man niet thuis te zijn. We kunnen door een spleetje tussen de deur en de muur toch nog zien dat het zeer indrukwekkend moet geweest zijn.
De Imaret is een groot gebouw, vroeger bestemd voor studenten theologie, maar nu als restaurant-bar ingericht. Het zou oorspronkelijk tot de Egyptische pasja Mehmet Ali behoord hebben en deed dienst als armenhuis.
Een beetje verder staat het huis van Mehmet Ali. We kunnen er niet binnen maar een verdieping zou behoord hebben tot zijn harem. Het huis is mooi gelegen. Voor zijn huis staat een beeld van hem te paard.
De grootste kerk in de wijk Panagia; de Ekklisia Kimisi Theotokou. *Huis van Mehmet Ali met zijn standbeeld ervoor
Een fikse regenbui doet ons het nabije kerkje binnenlopen. Daar branden we weer een kaarsje. De koster toont ons waar we de kaarsjes kunnen vinden. Hij stelt vragen; van waar we zijn, wat we komen doen hier en waar ik Grieks heb leren spreken. In de avondschool. We gaan weer verder. Kaló taxÃdi.
AMK
van deze foto vind ik geen nota’s meer. Via Google vind ik op een – prachtige – site over welke kerk het gaat. U vindt veel meer heden-daagse foto’s.
De volgende dag naar Prespa. Het is inderdaad een hele rit heen. Goed dat we dat niet in het donker gedaan hebben want wat we zien is niet te beschrijven. De natuur is er zo mooi, bergen met besneeuwde toppen en zoveel groen heb ik in Griekenland nog nooit gezien. Als we uitstappen komen kinderen op ons afgelopen om hun vlinders te tonen die ze gevangen hebben.
Ook de meren zelf zijn zo mooi. We maken een wandeling langs het meer. We gaan verder en verder, ‘tot het volgende hoekje’, en dan is er weer een hoekje en weer een. Ten slotte keren we toch terug. Geen laatste hoekje. Wel een grotspleet waar je doorheen kan lopen.
Ergens rond een meer van PrespaDoorheen de rots lopen in Prespa
’s Namiddags gaan we naar Kastoria. Daar ligt ook nog zo’n prachtig meer. Kastoria betekent bever. Plaats waar bevers wonen, maken we ervan. Van wandelen hebben we nu al veel kaas gegeten en we stappen nog enkele uurtjes stevig door. Ik blijf versteld staan van de mooie natuur.