Ik probeer een andere rubriek uit, een weekoverzicht met hoogte-, diepte- en andere punten van de week. Waarschijnlijk zijn het langzaamaan-langer-licht-dagen die me kietelen.
Het was een week van tegenstellingen. Niets nieuws dus.
Maandag. Ik lig nog wat in de prak, ook al ging het zondag goed. Het leven speelt zich af op de zetel met een boek waar ik nauwelijks in lees of aan tafel met een beschuit. De dag is, al vroeg, genoeg. Alle schermen en digitale bereikbaarheid zet ik af. Een neutraliteit, die aangenaam voelt, bekruipt mij; de kabbelende golven van het horizontaal bestaan. Voilà!
Dinsdag is al wat levendiger. Ik ontdek dat ik een les gemist heb van de online cursus ‘Column schrijven’. Die reeks startte maandagavond. Ik mail met mijn excuses naar de organisator. Kort daarna krijg ik een mail van de docent met de vraag of ik het huiswerk nog wil maken. Ik wil wel, maar laat het even voorbij gaan. Gisteren zit nog vers in mijn geheugen.
Namiddag volg ik een online lezing over HSP (hoogsensitieve personen). Er zit veel herkenbaars in én ik leer nieuwe dingen. Een wel heel fysiek kenmerk kán zijn: ‘geen of heel weinig koorts maken bij ziekte’. Dat vond ik zo treffend.
Wanneer ik naar buiten stap voor een schepje lucht, ontdek ik in de gang een pakje gericht aan mij. Het is een bedankje voor de boeken die ik naar mijn Griekse leraar in Hasselt stuurde.

Woensdag is de duidelijkste dag van tegenstellingen. Sereniteit en actie wisselen elkaar af.
De ochtend is volledig voor de uitvaartdienst van de bezielster achter Melanoompunt. Er is de mogelijkheid om de dienst online te volgen. Het wordt een mooie herdenking, een aandenken aan een prachtige vrouw met vele talenten en een grote goesting om het hele leven te leven. De woorden van het lied ‘Verdronken vlinder,’ van Boudewijn De Groot vergezellen me die hele dag.
Ik neem het bezoek aan mijn vader weer op. Hij belde nog om te vragen of het wel kon. Ik wil toch even naar buiten. Het is verbazend hoe mijn vader zich handhaaft in zijn wereld die zo klein geworden is. Tussen die vier muren van zijn bestaan sinds bijna anderhalf jaar, waarin veel lockdown de baas was, is hij nog heel alert.
De avond is gevuld met … een online les schrijven. Een vervolg van een reeks die ik in het voorjaar volgde ‘Vijf ingrediënten voor een straf verhaal’, ook al kan iedereen zich hiervoor inschrijven, ingrediënten zijn er nooit te veel. Er zijn veel bekende mensen uit vorige cursussen. De lat ligt hoog bij zoveel talent, vanaf de eerste les. Een uitdaging die ik als heel stimulerend ervaar. Er komt zowaar een scène uit mijn hoofd, hier te lezen.
Donderdag is wederom een donderende dag. Na het afzakken van dat gehamer en schelle geluid in mijn hoofd, alsof iemand zonder talent zijn trompet wil demonsteren, neem ik de mails van vorige dag door.
Ik ben gisteren opgenomen in een andere blog, die van Satur9. Het is in de rubriek ‘vriendenboekje’. Dit is het mijne.
Ik schrijf en post zelf nog een blogbericht, over “Iemand anders’ woord”, over iets dat me jaren geleden hard raakte.
Er komt nieuws van een M (van de 5 M’s, waarover ik schreef, net voor het hele coronagebeuren vorig jaar), vanuit het ziekenhuis. Dat is schrikken, heftig schrikken. Alle M’s reageren op haar bericht. Ze zal ons op de hoogte houden. Later zal blijken dat het ‘meevalt’. Wanneer ‘trop’ te veel wordt, is de boodschap van rust nabij… Ik kreeg nog wel zo’n mooie kaart deze week.

Scherm- en wifivrij is mijn keuze deze avond. Mijn dikke boek vordert gestaag bij deze vroege rust in mijn kot.
Vrijdag begint mysterieus, met een Messengerbericht van de persoon uit mijn blogpost van gisteren, zo lijkt het toch. Ik doe wat ik kan op dat moment. Het blijft mysterieus en ik vraag me nu af wat ik ermee moet doen. Ik kan alleen hopen dat het bericht écht is en geen flauwe grap van iemand die mijn blogbericht las…
Mijn dagelijkse wandeling brengt me nog eens langs de bibliotheek. ‘De reiziger’ van Diana Gabaldon leest fijn maar is echt heel lijvig. Aangezien deze reeks toch verfilmd is, besluit ik de volgende boeken niet te lezen, maar de seizoenen te bekijken die ik nog niet zag, toen het uitgezonden werd. Van het laatste seizoen heb ik zelf een DVD exemplaar (op een keer pardoes gewonnen). Maar eerst dat boek en die vorige seizoenen. Aye aye*, here I go to Scotland.
Ik ga aan de schrijf en begin met een brief aan die pennenvriend in Schotland. Hij liet me in zijn vorige brief iets weten over het – nu alom bekende – lied ‘Soon may the Wellerman come.’ Het originele is veel en veel mooier. Ik zoek het op en ben het helemaal eens. Versie*van*Gordon*Bok. Ik hoor een echte vertelling. Het doet me denken aan een ander verhaal over Sinbad, de zeeman, in het Grieks al vaak bezongen door deze en andere artiest. (geen idee waarom ik dat Schotse allemaal vertel, misschien leidt het nog ergens heen)
Zaterdag, heel vroeg al vloek ik in stilte. Die trompet is er weer en hij heeft deze keer een drummer meegebracht. Het schelle kloppende concert houdt me stil!
Een ontmoeting met enkele medecursisten van de woensdagavondles zeg ik af, hoe fijn ook, om de mensen die ik enkel online ken te ontmoeten en anderen weer te zien. ‘Onder voorbehoud’, een cliché dat me blijft vergezellen. Het klappen van de spreekwoordelijke zweep ken ik al lang. Niets nieuws onder de zon. Die schijnt anders wel flink. Later zie ik dat de ontmoeting mooi was én voor herhaling vatbaar.
Het enige fysieke dat ik nog doe, is een korte wandeling om net voor sluitingstijd nog de krant te kopen. Ik waag me aan een cryptogram uit die gekochte krant. Dat lukt nog aardig ook.
Zondag leef ik weer. Het huishouden krijgt aandacht, weliswaar zonder overrompeling, niets dat klaagt dat het niet gebeurd is 😉.
Mijn vader laat nog eens een vleugje humor op me los. ‘De wind doet morgen maar 5 km/uur. Hij is te voet!’ Zo ken ik hem! Fijn om hem zo weer te zien.
Verder dompel ik nog eens onder in het achttiende-eeuwse Highland en zijn clans en kijk ik naar ‘Beau Séjour’. Niets verklappen hé, een verzoek aan de marathonkijkers van deze serie.
Eén ding nog, die elektrische fiets van vorige week werd niet door mij gewonnen. Geen nood echter; ik zal nog veel mogen trappen om zoveel energie te hebben dat ik doortrap 😉
Ik dank u voor het lezen, het gaat u allen goed…
* aye aye: komt nogal eens voor in dat lijvige boek. Ik vond er niet echt een vertaling van. Het komt mij voor als ‘jazeker!’