Het zat eraan te komen, de ketting waar ik voor gezwicht ben. Al die weken in corontaine – 23 op 24 en soms zelf 25 op 24 – heb ik me enkele keren ertoe laten verleiden om een raadsel, een quiz, een foto uit de oude doos te posten en dan erin gelopen en ‘gevraagd’ om dit of dat ook te posten. Mijn Messenger, meestal mijn stille vriendenlijst, alleen wanneer het nodig is, overbevolkt van foto’s die liefst van al doorgestuurd moeten worden.
Ik raak serieus overprikkeld!
Overprikkeld van al die goedheid, van al dat doorsturen, overprikkeld van mijn weg soms kwijt zijn in al die hetze van ‘vertraging’, ‘verbinding’, ‘solidariteit’, ‘elkaar nodig hebben’. Alsof het ervoor niet bestond.
Natuurlijk ben ik dankbaar, natuurlijk ben ik blij met al het goede dat gebeurt. Echter, het begint te voelen als een grote druk op mijn zelfbeschikkingsrecht.
Ik ben ook dankbaar zonder applaus, ik ben ervaringsdeskundige in doktersbezoeken, allerlei specialisten, hoewel deze situatie zijn weerga niet kent natuurlijk.
De boodschappen blijven lukken, de wandelingen ook, al is het soms wat druk. Stel je voor, niet eens meer de helft van het lawaai waarvoor ik vroeger de kap van mijn vest opzette ook bij warm weer (ik ben zo’n hoodie-vrouw op leeftijd, ga ik nu met mijn tijd mee of ben ik overjaarse hippie 😉) en toch ik kom overprikkeld weer thuis. Ondanks dankbaar zijn, zoek ik een rustpunt. Misschien vind ik daar wat ik wil bijdragen? Want dat wil ik wel. Zelfs thuisblijven wordt bedankt. Graag gedaan!
Foto’s (proberen te) maken ook al is het zo onprofessioneel als maar kan. Het lukt me nog ook. Nog even en ik raak voorbij de enkels van de gepassioneerde beginner. Het zijn gewoon enkele foto’s met mijn gsm, soms kiekjes van kiekjes en van de dingen waar ik nu naar kijk. Voorheen zag ik ze wel, in de rapte. Nu kijk ik veel meer. Gisteren vroeg ik me af waar de boterbloemen heen zijn? Madeliefjes en andere waarvan ik de naam niet (meer) weet, met het schaamrood op de wangen, hoewel door die zon het niet eens zo opvalt. (Smeert u zich goed in a.u.b. bij het zonnebaden, -wandelen, -fietsen of welke zonneactiviteiten er ook aan bod komen … ik kan het echt weten … ).
Vanavond applaudisseer ik van achter mijn scherm. Alsof ik niet thuis ben omdat ik iets ga verder zetten dat in fysieke aanwezigheid werd gestart en bij uitstel geen afstel is geworden. Misschien ‘publiceer’ ik wel een van mijn pennenvruchten. Eerst die digitale ontmoeting bij verderzetting van die workshop.
Waar was ik begonnen? Die ketting dus, die poëzieketting. Bij wijze van bijdrage, bij wijze van delen. Laat ik het gewoon hier doen. Dan hoef ik verder niemand meer te plagen want ook mijn mailbox puilt uit, niet eens van mensen die ik ken, eerder van mensen die denken dat ik verteld moet worden wat ik al weet … bij wijze van spiegel …
Ziehier het eindgedicht dat ik schreef bij de cursus ‘Van gedachten naar gedichten’. Op basis van deze foto, getrokken op de locatie waar de cursus doorging. Een toplocatie, waarvan ik hoop dat de mensen die daar werken het toch nog kunnen voortzetten achteraf. Zonder belofte, heb ik toch goesting om het te proberen, daar gaan eten. Wie trakteert mij? (oeps daar ga ik weer … )
https://www.facebook.com/22b.antwerpen/

Spiegeltje spiegeltje wat toon je niet?
Wat kan je in een spiegel zien,
Meer dan wat er al is?
De verwachting nog ongewis
Zonder ontbijt in die kamer
Dichter bij de nog-een-afzakkertje uren
Rond de tafel, al schrijvend wispelturen
Lege kapstok om aan te hangen
Dat onverwachte, wat rijmt of niet,
Ritmeert of vloekt, lang in ’t kort
Van wanhoop tot verlangen
Zouden ze meekijken, daarboven zo aan het hangen?
Eindeloze taal, in zesentwintig letters
Ja, er is meer, veel meer, dan dat wat je in een spiegel kan zien.
AMK
Hier sè, mijn gedicht. Delen mag, moet niet.
En toch, vraagt u zich nooit af wat je in de spiegel van iemand anders zou kunnen zien?