Het is soms een hamvraag. Wil ik mijn woonst huren? Wil ik eigenaar zijn? En in hoeverre is het van mij, of ik nu huur of gekocht heb. Van Mij! Dat bedoel ik.
Hoe vaak had ik het al over ontspullen? Over opruimen? Wat symboliseert het? Voilà. Als ik hier eens rondkijk, is er niet zoveel wat mij uitstraalt en toch weer wel. Het rommelige, het onopgeruimde dat me vergezelt, plaagt me ook.
Is loslaten zo moeilijk? Is leegte zo angstaanjagend? Dat ook. Het gonst van het piekeren.
Enkele en meer vragen, vage vragen, die me – telkens weer – naar de pen doen grijpen. Gisteren weer. Een hele dag nog wel. Ik deed mee aan een online schrijfmeditatie van Joey Brown. Het thema ‘Huurder of eigenaar van je eigen leven?’ Heikel thema!
Ik kon niet geloven van mezelf wat er allemaal de revue passeerde. Dingen die toch verwerkt waren, niet? Maar waarom neem ik dan familieherinneringen in huis? Ik hing eraan vast. Nu voelt het aan als een opslagplaats die ruimte inneemt met dingen waar niemand nog iets mee doet. Maar doe ik ze daarom zomaar weg?
Eén van de wijsheden die me zeker bij blijft: “Moeten we alles analyseren, over familiekwesties, dingen die gebeurd zijn, onverwerkte trauma’s van vorige generaties die onbewust meesleept worden.” Meeslepen, het woord alleen al. Alsof je er een schuld van iemand anders mee aflost. Een beeld van mijn ziekte en het symbolische ervan stond er ineens gewoon, boem baf. Het was (ís nog een beetje teveel, maar soit) een onderhuids gevoel, steeds dieper gaand. Heel verbazend om dat zo te zien!
Een volgende vraag, nog belangrijker, passeerde: “Hoe schud ik los?” Heel concreet! Is het daarom waarom ik zoveel tijd neem om op te ruimen? Om daarna weer alles in een rommeltje te laten staan? Hang ik mezelf vast aan dat verleden? Zelfs heel concreet in dit leven van mezelf. Pas deze zomer heb ik mijn ‘beroepsverleden’ samen gezet in enkele boxen en een boodschappentas om weg te schenken aan een scholengemeenschap voor buitengewoon onderwijs. Hopelijk kunnen ze veel ervan gebruiken. September zal het uitwijzen. Om maar wat te noemen.
Deze schrijfmeditaties beoefenen, dat voelt voor mij helemaal dé manier om kleine, kleinere, grote(re) onderhuidse plagerijen tot pesterijen een plaats te geven, los te laten, vrij te laten. Het mag bestaan, het was er toch al altijd, maar niet meer in een volgestouwde donkere kamer. Ik heb liever een lege heldere kamer met nieuwe mogelijkheden te ontdekken.
Wat niet wegneemt dat het voor iemand anders juist heel verhelderend kan werken om in zijn/haar biografie te duiken. Gewoon doen wat uw eigenste ik u ingeeft.

Aan het einde van de dag was ik heel rustig. Andere beelden lieten zich zien. Beelden waarover ik nog te schrijven heb, niet in fictieve verhalen, wel in schrijfmeditaties. Sinds lang had ik weer wat vertrouwen, ik kom er wel! Kleine stapjes, babysteps, βήμα-βήμα.
Huren of eigenaar? Zelfs in een huurhuis kan u perfect eigenaar zijn van uw leven.