Op deze dag, de Universele dag van het kind of Internationale dag van de rechten van het kind vraag ik me enkele dingen alerter af.
Waarom, wereld van mensen, zo vraag ik u is het zo moeilijk om een kind te laten groeien en hun stem te zijn waar zij zich (nog) niet kunnen uitspreken over hun universele rechten? Voor alle kinderen dus!
Waarom, wereld van leiders, zo vraag ik u, is het lastiger om zo’n droom te koesteren en na te jagen in plaats van de morbide macht van wapenbezit? Of van klassenverschil? Voor alle kinderen dus!
Waarom, wereld van mensen waar ik ook bij ben, zien we vaak niet meer wat we vergeten zijn, in elke blik, elk woord, elk gezicht, elke beweging van elk kind? Hebben we het verstopt? Durven we het niet (meer) zien? Bij alle kinderen dus!
Einde vorig jaar heb ik mezelf de uitdaging opgelegd om dit jaar 25 boeken te lezen. Op Hebban houd ik het bij. Twintig gelezen, nog vijf te gaan. Het halen is twijfelachtig. Al ligt er toch een nieuw boek klaar.
Het boek dat ik laatst las, is non-fictie : Ik heb ADHD en daar komen ze nu pas mee – Nele Reymen
Dit boek ging ik lezen toen ik, toevallig(?), al scrollend, een stukje hieruit las. Hoe  gaat dat als er iets heel herkenbaar voorbijkomt, zoals een liedje dat ook doet dacht ik: “Dat ben ik”. Tegelijkertijd voel ik me geen ADHD’er. Toch is het een heel interessant boek om te lezen. Het geeft in duidelijke taal weer hoe Nele Reymen ertoe kwam om zich te laten testen, hoe haar leven hiervóór aanvoelde, hoe de diagnosestelling ging en hoe ze er nu mee omgaat. Geen grote emotionele show noch louter droge medische knowhow. Het trekt de ogen open en verbreedt het beeld dat bestaat over ADHD. Wie er veel in herkent, zal het best wel graag lezen.
Erkenning: of het nu om uzelf gaat, iemand die u kent of toevallig tegenkomt onderweg. Iedereen heeft een verhaal. Ik paste het zo vaak kon toe in mijn werk vroeger. Ieder kind is anders, ieder heeft andere begeleiding nodig, op eigen prikkelings-niveau. Hoewel er vaak een gemeenschappelijke basis is.
Verdraagzaam: al is dat soms moeilijk. Niemand is eindeloos geduldig en immuun voor prikkels. Â
Zelfzorg: niemand hoeft overal bij te zijn, alles te kunnen en zeker niet alle socials te kennen of op de hoogte te zijn van wat dan ook. Falen mag. Eigen terrein afbakenen ook.
Verder vond ik het heel duidelijk gesteld dat zelfdiagnose u niet echt verder helpt. Ook dat men best een goed test-tijdstip afwacht.
‘Er klaar voor zijn’ is toch ook een beetje onderweg zijn.
Ik kom tot volgende conclusie:
Dit boek maakt je verdraagzaam. Tegenover jezelf, of je nu ADHD hebt, autistisch bent, hoogsensitief, ... tegenover anderen die (net) even anders zijn. Er zit meer onder de oppervlakte dan je denkt.
Op Azertyfactor staan twee nieuwe novemberverzen. Eentje naar de vraag van deze week om een brief te schrijven en de andere een soort vers die me hopelijk naar de tijd van het jaar brengt, het ritme althans. Die schreef ik ook neer in vorig blogbericht.
Die ene novembervers is een Brief aan Aarde. Ziehier de link naar Azertyfactor:
Al zal je over ons (niet) handelen en hoe Aarde reageert boeken vol kunnen schrijven. Zo af en toe borrelt er er iets op en dat stuk probeer ik dan vorm te geven.
Ik loop graag langs het paadje heen waar de droge blaadjes kraken en de natte me wakker maken (om niet uit te glijden… )
AMK
foto bovenaan: sorry, ik weet niet meer van wie. Ik scrol te veel en kwam hem daar ergens tegen.
Een reis naar toen, even geleden, waaraan ik nu denk, doet me deze brief schrijven. Korrel zout mag. Oplettendheid ook.
Dag jongen wiens naam ik vergat,
Ik schreef al over jou, nu richt ik me tot jou, Zouden we elkaar nog herkennen? Niet in fysiek voorkomen, natuurlijk. Zouden we elkaar herkennen in uitstraling?
Hoe was het voor jou om verder te groeien? Kon je de pesterijen nog aan? Kon je er aan ontkomen? Kon je je ervan afzonderen en erbovenuit stijgen? Weet je wat ik me nog herinner toen we ademloos aan die muur stonden?
We hielden elkaars hand vast!
Als troost tegen wantrouwen, angst, teruggetrokkenheid, grijze muis zijn?
Ik wil je iets vertellen. We vielen op, we waren niet grijs, we gaven niet toe. Ze zagen ons, ze wisten niet hoe met ons, kleurrijke enkelingen, om te gaan. We waren niet grijs, ze zouden nooit grijze muizen aankijken, laat staan de moeite nemen om hen te pesten.
Dát, jongen wiens naam ik vergat, zat in die handdruk. Nu weet ik het weer. Zou ik dat zien als ik je nu zou tegenkomen? Hoe oud we ook zullen worden?
Lange inleiding om mijn novemberverzen voor te stellen 😉
Om met de deur uit huis te vallen:
Uithuizig zijn in deze buurt, leverde gisteren twee leuke gesprekken op.
Met de mevrouw aan de kassa van een supermarkt had ik een tof gesprek over het cadeautje dat ik kocht voor een aankomende tienjarige. Over hoeveel de kinderen al weten en kunnen tegenwoordig. Het cadeau zelf zou ik destijds wel tof gevonden hebben. Even afwachten of de bijna-jarige dat ook vindt…
In de namiddag wandelde ik door het park hier dichtbij, voornamelijk om inspiratie op te doen voor de Novemberverzen van Azertyfactor. Tot nog toe heb ik er drie gepost. Ik maakte hier en daar een foto en wilde een nogal grote vogel, aan de andere kant van de vijver, van wat dichterbij nemen. Misschien voelde hij/zij het want hij/zij vloog weg. Wat een mooie vleugels annex vlucht in de bocht over de vijver verder weg  …
Daar in die bocht van het paadje werd ik aangesproken door een studente op een bankje die mij aansprak met de vraag of ik aan een enquête van de universiteit Gent i.s.m. Antwerpen wilde meedoen. Dat was interessant. Het ging over de geluidsbeleving in het park. Nu ik er op terugkijk, lijkt het park een beetje gepropt tussen de verschillende woonwijken boven-, onder-, doorheen de singel en de ring naar een ander park. Wat geluidsbeleving betreft, is het heel afhankelijk van het tijdstip in de dag, de week, zelfs seizoen en van het weer natuurlijk. De geluiden van auto’s zijn er nagenoeg altijd. Er waren in de buurt geen werken bezig (renovaties, wegenwerken, …) dus dat viel nogal mee. Het verbaast me, nu ik er even bij stil blijf staan, dat er nog zoveel fauna is. De flora is aangelegd met wel genoeg variatie en wordt toch vrij goed onderhouden. Al ben ik geen parkwachter deskundige. Na een kwartier stapte ik weer op en kwam ik – bijna – in een groter park terecht. Veel opmerkzamer op geluiden aldaar, stoorde het een en ander me toch. Een besef dat ik ergens van onder mijn huid uit kwam piepen, daarvan ben ik altijd zo moe na een wandeling in het park. Vaak nog meer dan wanneer ik door de straten van wijken en wijkjes slenter.
Enkele dagen geleden, ver stappen voor zachte geluiden …
Ik geef u mijn Novemberverzen nog mee. Klik op de link om te lezen en foto’s te zien die voor de inspiratie zorgden.
De dingen des levens ook als er geen komkommers zijn 😉
Duolingo
Al ben ik niet echt fan van deze app, ik onderhoud wel wat ik nog weet van Grieks en kom stilaan (heel traag) in de Arabische klanken. Nog niet echt woorden op enkele namen na. De taal zelf blijft wel boeiend.
Bij het Grieks moet ik me vooral goed concentreren. Het doet wel deugd om te ontdekken dat ik toch nog wel wat ken. Al zal het er in een gewone conversatie heel traag aan toe gaan. Ik merk het ook als ik schrijf naar mensen in het Grieks, hoe vaak ik naar woorden zoek.
Lezen en de challenge op Hebban
Nog zes boeken te gaan. Ik ben een beetje ongedurig om lang te lezen, voel mee met het weer en daar geef ik me dan aan over. Het weer van het seizoen in dat seizoen is de normaalste zaak van de Aarde. Wanneer ik uitgeregend ben ga ik weer lezen: Het laatste boek dat ik las is ‘Mist over het strand’ van Aline Sax. Ik schreef iets kort op Hebban: Mist*over*het*strand Â
Schrijven
Nog twee deelnames aan wedstrijden te gaan waarvan de deadline nog in de toekomst ligt. Status: zandlopergewijs. Andere schrijfplannen: nog in een luchtkasteel zonder parachute. Een oogwenk uit een gedicht in wording:
... Herinneringen zwaaien naar mij Waar bleef je zolang?
De lees-challenge van Hebban vrees ik niet te halen. Ik had deze zomer geen voeling met lezen, met boeken, geen: in dat hoekje met een boekje. Al ben ik het nu een beetje aan het inhalen. Non-fictie heeft voor even plaats gemaakt voor fictie. De gebeurtenissen in de wereld en eigen land met de daarbij talrijk groeiende onzekerheden hebben me te veel overspoeld.
De bibliotheek is vijf boeken en twee films lichter. Films zijn ook verhalen, soms van boeken die ik toch niet gelezen krijg. Al is niet elke film gebaseerd op een boek.
Er is een wedstrijd waarbij mijn gedicht alvast in de bundel wordt opgenomen. Ik haalde het uit mijn blog voor de ‘wedstrijd’ en paste nog wat aan. Wordt vervolgd, ergens tijdens de Warmste Week. Over die Warmste Week en schrijven; ik ben nog aan een ander gedicht bezig voor een andere wedstrijd. Bij zwaar contentement ga ik dat ook insturen. Ook enkele andere wedstrijden kregen iets van mij cadeau, afwachten wat het wordt. Oostende is daar bij. Een mens mag hopen al maakt het hem (of haar) niet vrij. De wedstrijd van Limnisa, een verhaal dat ik begin dit jaar instuurde, haalde ik niet. Dat verhaal houd ik terzijde. Wie weet….
Er is een ander gedicht dat ik schreef, waarvan ik voel dat het nog treffender kan, dat ik wil gebruiken voor een (bijna) perfecte gelegenheid. Schaven en schuren, polijsten en be-vúren. Nog onder voorbehoud. Andere uitdagingen die ik meestal op Azertyfactor vind, houden me aan het schrijven.
Wordt vervolgd? Van eigens. Zolang we leven, kunnen we streven.
Oeps, dit blogbericht – zo hield ik mezelf voor toen ik eraan begon – zou geen klaaglied worden.
Een uitsmijter van een commerciële zender: een vertaling van een serie waarvan ik nu ook de boekenreeks op mijn lijstje heb staan. Kan de ondertiteling ook uit? Al vond ik op onze ‘taalstrenge’ publieke zender ook al formaten!
Het enige dat ik hier bedenken kan: ECHT???
ps. nu maar hopen dat ik zelf geen kemels de wereld in heb gestuurd…