Daar sta je dan of beter, daar zit je dan met goed nieuws en veel pijn in je rug. Rugpijn die ik nooit eerder had, uitstralend naar links, de heup, het hele been, de knie. Er wacht me nog een scan van de rug om te zien waarvan die pijn komt (en hopelijk om dàt uit te sluiten).
Al bij al is het goed nieuws, de LDH waarde is weer genormaliseerd, de levertesten waren helemaal goed, verder geen rariteiten.
Bij de dermatoloog bleek ook alles nog goed te zijn. Op dat ene vervelende akkefietje na. Een zalfje zou het verhelpen. Blijkbaar kunnen cortisonen ook nog verlate bijwerkingen hebben, volgens de oncologe. Nu ja, het is aan het wegtrekken.
Het is heel raar overigens, het gaat beter en ik voel me fysiek ook wel beter, maar verder voel ik me in een kleine leegte. Het is moeilijk uit te leggen zoals het voelt. Moe en niet moe.
Ik voel me op een leeg eilandje spartelen, zonder aanlegplaats voor een boot om over te steken.
Het is er ook niet altijd. Het hoeft ook niet verklaard te worden. Liefst niet! Gek, terwijl ik dit schrijf, denk ik aan een gedichtje (of krabbeltje) dat ik jàren geleden schreef.
Me goed voelen nù, fysiek dan toch, is niet te vergelijken met voorheen. Nu ben ik al blij wanneer ik 7 km kan wandelen, mét de beruchte steunkous aan, zonder op een brancard te belanden richting, je-weet-wel-waarheen … 🙂 .
Het komt vermoedelijk wel door de tussenin fase waar ik nu ben. Nog niet genezen, niet meer alarmerend ziek (blijven hopen) … De pijnen, de gehalveerde energie t.o.v. ervoor, de nog komende scans, … de ongerustheid hier rond vreet soms aan de mentale energie.
Niet zo lang geleden was de mentale energie nog volop aanwezig. Ze zal niet kapot te krijgen zijn, maar soms is een stapje terug een wijze gedachte om te volgen.
Daarbij helpt het warme weer wel. Vanzelf zoek ik koelte, houd ik het rustig, vermijd ik zoveel mogelijk hitte, hoewel het soms niet haalbaar is, tenzij ik in ’s nachts in mijn koelkast en overdag in mijn diepvries ga wonen 🙂
Omdat dit gevoel me wel stoort, het voelt verlammend, heb ik dat aangekaart bij mijn oncologe. Wat hierna?
Bijv. Als alles goed blijft lopen, wil ik niet meer naar de praktijk terug. Ik heb hiervoor mijn redenen, zoals afstand, tijdstip in de dag, uitdaging, onzekerheid. Ik houd er niet meer van om altijd die afstand te doen voor de onzekerheid of mijn cliënten opdagen of niet. Dit werkt ook op mijn inkomen. Door het werkrooster blijft er ook geen energie en tijd meer over voor een fijne hobby. Meestal gaan die tijdens de avonduren door. Om enkele redenen aan te halen.
Wat ik wel wil of nog kan, is mogelijk uit te zoeken, met hulp van een dienst in het ziekenhuis, PRINK.
Mijn blogberichten ervaar ik als ‘gevoelig’ omdat het dat is. Ik praat weinig, ik schrijf veel. Daarin wil ik dan ook open en eerlijk zijn, vooral omdat ik hoop dat het herkenbaar is voor anderen. In welke situatie ook, het hoeft geen akelige monsterziekte te zijn. Dan voel ik me toch een beetje normaal.
Het brengt mee dat ik mezelf een beetje (meer) bloot leg, te kijk zet. En dat is de riskante en dus de gevoelige kant ervan. Het maakt mij géén publiek bezit.
Geen nood overigens, letterlijk zal ik me niet bloot geven. Tenzij je heel hard kan lopen … (grapje overigens).
Foto: van de wandeling die ik maakte vorige zondag met Chirapsialeden, de dag dat ik dit schreef. Met dank aan K. voor de foto’s.