Parole parole … voor wie woorden lezen wil.

Hoe ziet het leven er nog uit na zoveel maanden samenleven met de bitch?

Het is een allegaartje van onbegrip en begrip, boosheid, angst en stoer doen, van ongeloof, samenzwering en achterpoortjes, van dood en hoop, gelatenheid en weerspannigheid, van bewondering en medelijden, echt en vals nieuws, kortom van vanalles en nog wat.

Intussen gaat het leven gewoon verder. Wat moet een mens anders? Het hakt er wel een beetje op in wanneer er iemand sterft die ik ken, zoals een lotgenote waarvan de levenslust en daadkracht geen einde kende. De bitch is niet de enige oorzaak van dood en verdriet. Soms is het beter om dan niets te zeggen.

ik ging de andere kant uit

Het is alleen een beetje lastiger voor de toch al niet zo gezonde medemens. Kuch, snotje, niesje waren in eerste instantie enkel vervelende bijwerkingen van de immuuntherapie. Nu is dat anders. Oei, toch niet bovenop de gewone ellende ook nog …

Mijn brein is mijn gesprekspartner geworden in deze dagen. Ik probeer het, zelfs met succes, op lichtere gedachten te brengen en me te focussen op de dingen des levens.

Voor mijn vader zorgen bijvoorbeeld. Het betekent dat ik enkele keren per week hem in het woonzorgcentrum ga bezoeken en enkele boodschappen voor hem doe. Meer kan momenteel niet, aangezien er maar één bezoeker per bewoner binnen mag, één vaste bezoeker. Mijn zus en ik verdelen de boodschappen en andere besognes toch nog zoveel mogelijk.

Zelf buiten komen. Wandelen of fietsen, al dan niet gekoppeld aan boodschappen doen. Ergens of nergens heengaan, daar slenteren waar ik normaal niet kom, gewoon in mijn eentje. Dat is best fijn. Buiten zie ik nog mensen in de verte. Tegelijkertijd verbaas ik mezelf dat ik, de enkeling in hart en nieren, me zo kan voelen.

Op wandel

Het loslaten van ‘ik ben niets aan het doen, ik zou nog dit en nog dat en nog zus en nog zo…’ is één van de te kraken noten. Maar zoals ik al aanhaalde, ik blijf in gesprek met mijn brein. Het begint vaak al bij het wakker worden:

Zo ’s morgens voor het venster, in het donker, tijdens  dag en dauw, evenwicht proberen te bewaren tijdens de wakker-worden-oefeningen voor de gewrichten, hier en daar een licht zien aanspringen bij een buur, de bewoner van zo een huis achter zijn gordijn zien bewegen. Ze zullen wel voor de spiegel staan, zich aan het klaarmaken voor de dag. De beelden komen en gaan zonder er de focus op te leggen, net zomin als op de gedachten. Met miljoenen zijn ze soms.

Ik zie vaak een wandelaar in die achtertuintjes. Soms een zwarte met witte pootjes, soms een grijze of nog een andere. Ze hebben allemaal een snorretje, de ene is van het lenige, de andere van het luie type, het snelle of het trage en vooral het laat-maar-gebeuren-dat-leven-type. Dat benijd ik wel eens. De gedachte aan mijn volgend leven komt al eens piepen. Zou ik een kat kunnen zijn in deze achtertuintjes? En wat zou er allemaal te zien zijn, wanneer ik dan over die muren balanceer, op zoek naar ontbijt? Hun schijnbare onverschilligheid, hun bijna flirten voor een streel of een warme zetel, hun arrogant weg wandelen wanneer ze de mens niet nodig hebben, dát benijd ik ook. Ik word zeker kat in een volgend leven. Maar dan in de straatjes van een pittoresk Grieks dorp op een eiland. Wees gewaarschuwd, neem me niet mee terug als adoptiekat!

In mijn vorige blogbericht schreef ik nog hoe fijn ik het vond om weer in levenden lijve, op locatie bij elkaar te zitten schrijven, met de regels in acht (of negen) te nemen en ik net die dag ziek werd. De tweede les ben ik er wél geraakt. Gelukkig maar want de derde les werd afgelast. Die gaat volgende zaterdag online door. Die ene keer in reiscafé ViaVia, hartje Antwerpen, was gezellig. Schrijven is toch ook een beetje reizen. Achteraf had ik nog een fijne babbel met twee deelnemers. Zo aan een middagkoffie met een krokske erbij worden er andere verhalen verteld en gehoord. Boeiend.

Grappig was dat ik van die gemiste eerste les wel het huiswerk had gemaakt én feedback had gekregen. Blijkt dat de groep helemaal geen huiswerk moest indienen. Ik ging er gewoon van uit dat alles hetzelfde bleef zoals vorige reeks. Wat ik geschreven heb, kan u hier lezen en hier (een nieuw ‘wat wil je later worden? verhaal). Met dank aan de docente voor de feedback.

Ik houd wel van korte verhalen schrijven, ook al kriebelt het stilaan om een verhaal dieper uit te werken, te ervaren waar de reis dan heengaat. Voorlopig blijf ik bij de korte verhalen, zoals dit, een verhaal bij een foto, met als opdracht beschrijven hoe iemand eet, zich wast of slaapt.

Wat kan ik nog schrijven over schrijven? Alleen dat ik er verder mee raak door elk geschreven woord weer los te laten. Zo ook met lezen, of was dat omgekeerd?

Om te lezen wie ook weer kan loslaten.

Gepubliceerd door

Anemos

Ik wil niet één reis naar Ithaka; ik wil er meer zolang het me gegund is Elke weg is zo boeiend ... (gedachtegang bij het her- en her- en herlezen van Ithaka - K.P. Kavafis)

2 gedachten over “Parole parole … voor wie woorden lezen wil.”

  1. Zo afgezaagd de opmerking die ik in gedachten kreeg bij het lezen van dit verhaal, “wie schrijft die blijft, en verdomd het is waar. Zonder schrijven had ik de moed al lang opgegeven. Wat een goed verhaal, in alle eenvoud een zinvol verhaal schrijven is een kunst. Ik ben een vleier, hoorde eik wel eens, het is waar maar ik ben ook een schrijver daarom vlei ik. Niemand neemt mijn vleierijen serieus omdat iedereen weet dat ik van schrijven houd. Schrijven en lezen gaan hand in hand, ik weet dat een lijvig boek na drie bladzijden met de billen bloot moet. het is boeiend of het is absoluut onbelangrijk.De reis naar Ithaka is de reis an een dichter en schrijver. Heerlijk om te lezen. In alle eerlijkheid ik wenste dat ik de moed bezat om zo te schrijven. Miel

    Geliked door 1 persoon

Reacties zijn gesloten.