Een gouwe ouwe heb ik opgevist. Het was vandaag een zeer boeiende studiedag van Melanoompunt. Dat was heel gevarieerd en er zal in ons boekje zeker nog iets over geschreven worden. Ik ben er (nog) stil(ler) van geworden, van zoveel inzet.
Als tegenhanger voor de leerrijke dag, zocht ik net naar plezanterietjes uit mijn jeugd, waarvan ik er graag eentje met u deel. Mijn moeder vertelde al eens graag over vroeger en hoe gezelliger de sfeer werd, hoe meer ze vertelde. Mijn vader hield van zijn wittekes (jenevertjes van het welbekende Hasselts merk).
’t Is goed in het eigen glas te kijken
’t Is goed in het eigen glas te kijken nog even voor het slapen gaan of ik van ’t randje tot de bodem geen druppeltje heb overgeslaan
’t Is goed in pa zijn glas te kijken nog even voor hij slapen gaat of z’n witteke nog wit is of inmiddels al soldaat
of we het vocht hoorden vloeien gloek gloek gloek van fles naar glas gloek gloek gloek van glas naar mond een druppeltje is zo gezond
’t Is goed in ma haar glas te kijken nog even voor zij slapen gaat van wel brouwseltje zij dronk en hoe haar dat dan staat
of haar glaasje toch gevuld blijft met witte wijn of fruitcocktail de geschiedenis rolt dan uit haar mond over vroeger weten wij nooit teveel
’t Is goed om in ons glas te kijken nog even voor wij slapen gaan of het nu wijn is, bier of water zolang dat brouwseltje maar smaakt
AMK – ergens in de jaren stillekes, volgens mij was ik nog scholier in het middelbaar of hoogstens student. Ik heb dit waarschijnlijk als ‘Kerstvrouw’ voorgedragen bij het delen van de cadeautjes.
ik kan me mijn ouders zoals op deze foto niet herinneren; toch wel fier dat dit mooie koppel van weleer mijn ouders zijn
Morgen is het gedichtendag en begint de week van de poëzie. Daarom grasduin ik tussen nu en dan in mijn schrijverijen en doe ik een poging om er enkele te delen.
Het gedicht dat ik vandaag deel, schreef ik in januari 2019, een (flauwe) poging om mantinades in het Nederlands te schrijven. Ik heb overigens wat gezocht. Volgens mij heb ik het nog nergens ‘openbaar’ gezet… 😉
Welk verhaal
Welk lied wordt nog geschreven Welke woorden zijn nog kuis Om te zingen over zwerven In het land – m’n andere thuis
Welk woord kan ik nog schrijven Zoekende naar een verhaal Dat van jou, van haar, van hem In onze bundel allemaal
Welke zwerftocht zoekt mij nog Door mezelf en door mijn ziel Dichterbij dat klein verhaal Mij verlatend toen ik viel
Welke rust zal ik nog loven Met blije ziel en slim verstand Beiden wetende zo goed Het hart tracht eeuwig naar dat land
Schrijven gaat me beter af dan praten, al zal hier of daar iemand mij eens graag horen zwijgen… Had ik u overigens al verteld dat ik niet kan tekenen, doch wel graag kribbel in krullen?
Ik kreeg een mail dat het woonzorgcentrum nog steeds gesloten blijft voor bezoek. Er zijn te veel besmettingen en het breidt zich snel uit. Ik heb mijn vader nu al twee weken niet meer gezien. Gelukkig wel gehoord. En wanneer ik bel, klinkt hij toch nog (genoeg) opgewekt. Wel jammer dat we het cryptogram niet meer samen kunnen invullen. De besmettingen razen overal rond, zo hoorde ik van een M. Zij en haar gezin zijn er ook aan voor de moeite. Gelukkig alleen “maar’ verkoudheidssymptomen, voor zover ik hoorde. Een nichtje van mij en haar gezin mochten er ook aan geloven. Het komt wel heel dichtbij al zal ik niet panikeren zolang mijn ‘gewone’ symptomen niet veranderen.
Ik denk dat ze nu jubelt.
Vorige dinsdag startte er een project van Samana. Het is een creatief project dat valt onder de noemer (of is het teller?) Creativitijd. We zijn met vijftien mensen die meedoen aan het schrijven van blogberichten en dat over een tijdsspanne van een jaar. Aangezien de blog zelf nog in de testfase zit, kan ik nog geen link doorgeven naar de schrijfcreaties. Wel kijk ik enorm uit naar de online samenkomsten, de opdrachten, de resultaten, in deze zijweg naar Ithaka.
Afgelopen week kreeg ik een mooi pakketje van Fedasil in mijn brievenbus. Ook al ben ik een tijdje niet meer actief als vrijwilliger daar. Dat was wel een fijne verrassing! Ik hoop niet (meer) om daar nog superactief te zijn. Toch heb ik er wel nog voeling mee. Wie weet in tijden van langer licht; een ontmoeting, een taalbuddy… Hier laat ik het lijf eerst spreken.
Kalender van FedasilHerinnering van een kind in de huiswerkklas
Vrijdagochtend was er een online praatcafé van lotgenoten van Melanoompunt. We waren met vijf. Ik vond het een heel tof idee en ik hoop dat we dat vaker kunnen doen. Niet iedereen moet elke keer meedoen, als er elke keer enkelen zijn die eens willen bijpraten, zou dat heel fijn zijn. Onze moderator heeft dat prima gedaan. Een mens hoort zo al eens verhalen die hij anders niet eens zou vermoeden. En toch blijft iedereen optimistisch en positief zonder de schaduwkant te ontkennen.
Lezen wordt stilaan terug een dagelijks terugkerende activiteit en daar ben ik blij mee. Ik zeg bij elk boek dat ik start: “Er zijn nog tig wachten voor jou, maar jij mag eerst.” Leve de bibliotheek want anders zou mijn portemonnee een stille plotse dood sterven.
Nogal uiteenlopend dus boeiend…
Schrijven is nog steeds blijven. Ook met pennenvrienden. Heel verrassend was een e-mail van een Schotse pennenvriend. Maandenlang geen antwoord krijgen, tussen ongerust zijn en de gedachte dat er geen interesse meer was. Ik ben dus heel blij met zijn brief. Verder heb ik nog twee pennenvriendinnen in Schotland en eentje in Finland. Dat is voorlopig voldoende. Ik schrijf ook nog met een medestudente van vroeger, toen we nog op kot zaten en nog enkele Dalarasfans… kribbel krabbel knuisje, klavier of pen in het vuistje 😉
Dat ik geen echte babbelaar ben, hadden anderen eens ervaren in Athene. Ik was daar voor een concert en een ontmoeting met andere fans van Georges Dalaras. Op het forum was ik nogal actief, maar eens in de groep rond de tafel was ik véél stiller. Dat vonden de anderen wel raar. Ik niet, alleen wat vervelend op dat moment. Ik had op het forum al wel geschreven dat ik een stille ben 😉.
Er is nog dat verhaal van de feta Tzouganaki…. Zal ik me daar eens over buigen voor een volgende keer?
Er is dan wel de melanoom stabiel tot nu, dat is heel gewoon verder is het wel oké dat valt dan weer mee
Wat een wonder, wat een wonder voor de rest ben ik alleen maar hypochonder
Op dat akkefietje na toen, die pijn even niet meer in evenwicht zijn dat adertje in mijn kop sprong zomaar kapot
Wat een wonder, wat een wonder voor de rest ben ik alleen maar hypochonder
Alleen ben ik echt al tweemaal onder ’t grote mes gegaan die kleintjes doen niet mee plaatselijk doof was het idee
Wat een wonder, wat een wonder voor de rest ben ik alleen maar hypochonder
Wat met mijn hoogsensitieve kant dat is soms wel iets te plezant zo zegt mij mijn migraine wat is dat toch een chagrijn
Wat een wonder, wat een wonder voor de rest ben ik alleen maar hypochonder
Als ik het zo bezie, is dat litteken op mijn knie of dat jeukje op mijn vel, waarover ik nooit vertel of de droge huid die krasjes laat en het niezen mij zelden verlaat of de kromtrekkende rug, de energie van olifant tot mug
helemaal niet zo bijzonder, al dat gedonder want …
Wat een wonder, wat een wonder voor de rest ben ik alleen maar hypochonder
Een gewone niet-dag Hoestend, proestend, happend adem hoog, mond droog groot lawaai, amaai amaai
Verfomfaaid en verfrommeld strompel ik uit bed, met bonkend hoofd, ronkende luchtpijp sleep ik mezelf naar overal en nergens zit ik neer, zomaar ergens
Monstertjes in mijn hoofd en hoest de vriendjes van hét monster intussen denk ik helemaal ontsierd toch iemand die nog feest viert!
Als ik echt meer wil schrijven – mijn enige voornemen dit jaar – zal ik het ook moeten doen. Ook al moet ik uiteindelijk ‘just niks’, ik doe het toch! Waar zou ik beter kunnen oefenen dan hier, in mijn blog?
Deze eerste week en wat meer, verliepen vrij rustig. Ik had de laatste dag van vorig jaar mijn laatste therapieshot van 2021. Daar ben ik steeds de eerste week/weken energiearm. Ik pas mijn activiteiten dan ook aan.
Een plagerige uitschieter was op de dag van Drie Koningen. Onderweg naar het ziekenhuis (ik volg nog rugschool) spookte dat deur-aan-deur-liedje al door mijn hoofd samen met een herinnering aan iets uit mijn kindertijd….
Ik was zeven of zo en ik mocht met het buurmeisje mee gaan zingen. Van deur tot deur, van huis tot huis trakteerden we de mensen op onze pure kinderstemmen en verzamelden zo heel wat centen en zelfs franken. Tot we bij het grote kruispunt kwamen; “aan de Voorstraat moet je terugkeren!” Het ging net zo goed. Zo lang waren we trouwens nog niet onderweg. Dus staken we dat kruispunt over en zongen verder voor de mensen in de huizen aan de overkant. De buit was zwaar, de winst was veel, de zak zat vol. We waren rijk! Eerlijk verdeelden we alles en keerden huiswaarts. Nog vrolijk van het zingen toonde ik mijn buit, in mijn kinderherinnering uitpuilende zak van klinkende centjes en franken. Helaas duurde de pret niet zo lang meer, mijn ouders – die hun best deden om opvoedkundig tevoorschijn te komen – verhieven zelf hun stem met de vraag waar ik toch zo lang gebleven was en dacht ik er dan niet aan dat zij doodongerust zouden zijn? En voilà, mijn hees gezongen centjes moest ik afgeven….
Veel meer herinner ik me niet hiervan. Wat was er uiteindelijk met die zak gebeurd? Misschien wel op mijn spaarboekje gezet. Ik kan me ook geen ‘straf’ herinneren, alleen dat ik dat, als zevenjarige vreselijk oneerlijk vond. Nu begrijp ik natuurlijk wel die reactie en ik geloof dat ze stiekem een beetje plezier hadden dat ik dat gedaan had (ik ben nooit zo’n durfal geweest).
Op de dag van Drie Koningen alzo, onderweg naar dat ziekenhuis, maakte ik iets anders van dat liedje dat door mijn hoofd spookte en tikte het nog in mijn slimme foon, net voor ik lanterfantend binnenstapte:
“Drie Kóóóninge, Drie Kóóóninge Geeft mij nen nieuwen hoed!” (maat 63) “Mijnen ouwe is versleeete Mijn moeder wil ’t nie meer weeete Mijn vader heeft van ’t geld Op de rooooster verteld…” (meer weet ik er ook niet van)
Neemt u even koffiepauze.
Een ander punt, hoogtepunt mag ik wel zeggen, was het samenkomen van de Belgische delegatie van de M’s. We waren met drie. M en M waren uit Limburg naar mij gekomen. Ik vertelde al van die energieloze dagen na zo’n therapieshot en daar waren zij ingesprongen. Ze hadden zelf het eten meegenomen. Heel veel eten mag ik wel zeggen! Dat was vorige vrijdag, Het enige dat ik gedaan had was kourabièdes gebakken, met iétsje te veel raki en een … Driekoningentaart.
Zelf gebakken.
Wie de cent had, mocht het grootste presentje openmaken. Omdat ik al lang niet meer in Griekenland geweest ben, vind ik het steeds moeilijker om iets te vinden à la minute om als presentje te geven. Ik weet niet hoe en waarom maar bij de M’s is er een gewoonte ingekropen om elkaar iets te geven wanneer we elkaar zien. Het houdt me wel alert. Doorheen de maanden voordien koop of verzamel ik dingen waarvan ik denk dat ze wel bij haar of haar passen én bij de gelegenheid. Ik houd bijvoorbeeld wel van de Oxfam winkels. Ik vind er wel originele dingen die toch nog binnen mijn budget blijven. Of ik kom elders iets anders tegen, wanneer ik – eindelijk – nog eens de stad inga en dáár wat lanterfant. Zij hadden wel een heel mooi presentje bij, originele lekkere en mooi makende Kretenzische dingen en een lekker geurtje voor in de kamer.
Deze kourabièdes kreeg ik.
Het mooiste cadeau is natuurlijk dat we elkaar weerzien. Hoe we het draaien of keren, we vervelen ons nooit. Bijpraten is een intensieve en tegelijkertijd ontspannende sport geworden. Bij de koffie met toen-nog-niet-gevonden-cent-Driekoningentaart of even naar buiten de benen strekken, ook bij de maaltijd warm krijgen en intussen al een ‘Χωριάτικη*’ eten met φέτα Τσουγανάκη** (heb ik dat verhaal al eens verteld hoe ik aan die naam kwam?) tot lang voorbij de overheerlijke veggie moussaka en gevulde paprika met als metgezel de retsina en achteraf nog een koffie. Herinneringen ophalen, verhalen vertellen van onze afgelopen maanden, inspiratie opdoen, blij zijn dat het anderen goed gaat, serieuzere gesprekken; we zijn hét nog niet kwijt.
We kijken uit naar de samenkomst met ons alle vijf! Graag voor onze benjamina weer voor even naar onze andere thuis verhuist…
* Boerensalada (Griekse salade) ** Feta Tzouganaki… dat verhaal vertel ik nog wel eens. Het is in feite feta saganaki.