Aanwezig in mijn leegte door schrijven !!

Iedereen die mediteert, vaak of zo nu en dan, zal wel ervaren hoe helder de geest kan worden, hoeveel plaats er vrij kom. Hoe onbelangrijk de dingen worden, de dingen die het leven zo druk maken. Van hot naar her, FOMO, hoe moderner hoe liever, dan hebben we wat over te praten.

Er is iets dat ik de laatste paar weken ontdekte door de tv uit te laten. Geen series, geen film uit de oude doos, geen drukke quiz, … Ook zet ik de smartphone en laptop – meestal – ’s avonds al vroeg uit of op stil. Geen appje, geen technologisch snufje voor dit of dat. Neen, geen , geen , geen , … dàt heb ik ontdekt. Rustig dat dit is! Helder! Opmerkzaam!

Voor mij is alles nog nieuw wat mediteren betreft. Toch heb ik het zelf aan den lijve ondervonden wat het kan doen met eens mens, niets te vroeg …

De leegte! Zoveel mogelijk leeg van gedachten (wat niemand volledig lukt, zo blijkt uit studies). De poging tót is een goede oefening tot focus. In mijn leegte raak ik niet elke dag, het is geen toverformule. Het is bewegen, ernaar toe bewegen.

Kom mee in het verhaal, mijn verhaal, net zoals ik het vertel, geniet (of niet, dat mag natuurlijk ook).

Vorige zondagavond (25 augustus) …

Ken je dat gevoel dat je ineens, zomaar, van je stoel springt, uit je zetel, of uit de maat begint te stappen ergens, nergens. Je begint te dansen en/of te zingen. Je lijf neemt het gewoon over van jou, zonder dat je de bedoeling had? Ik bedoel niet op feestjes waar je het zou verwachten of zelfs hopen dat zo iets gebeurt wachtend op jouw nummer.

Dat had ik zondagavond, met een vol hoofd to do’s. Het kwam bij het lezen van een mail: een uitnodiging van Joey Brown, (zie ook Joey Brown Schrijfretraites) om een verhaal rond haar boek ‘Schrijven naar Bewustzijn’ neer te zetten op mijn pagina zodat ware verhalen kunnen verbinden. Net die ochtend had ik in mijn blog gezet dat ik me in mijn leegte ging zetten en nog niets hierover zou schrijven (in mijn blog). Wel wil ik héél graag wel een ervaring delen. Aan de auteur van het boek, heb ik het verhaal al eens geschreven. 

Wat doet haar boek met mij? Met anderen?

Bij mij deed het al iets nog vóór ik van het bestaan afwist … (omwille van de hopelijke leesbaarheid is dit een kortere versie)

Laat ik beginnen met mijn naam. Ik ben Anne-Mie en al even in ziekenverlof. Ooit zou zo iets gebeuren. Toen had ik het niet door. Zonder in detail te gaan, ik ben melanoompatiënt (vooral onder mijn vel, ergens in mijn lijf). De uitzaaiing is onder controle mits driewekelijkse behandelingen. Wel word ik nog onvoorspelbaar moe, ziek, heb hoofdpijnen. Dit in tegenstelling tot me goed voelen, energiek genoeg en op die momenten niet weten wat ik met die energie moet.

Jouw boek heeft mij gevonden. Hoe? 

Een week geleden joeg iets me naar buiten. Ik wilde alleen zijn tussen mensen. Meestal is dat te druk voor mij en vermijd ik dat. Ik stapte naar de tramhalte, op een andere tram dan die ik gewoonlijk neem en dus stapte ik af op een plaats waar ik zelden kom. Mijn voeten brachten me naar de boekhandel. Mijn voeten brachten me naar de afdeling meditatie en tarotkaarten … mijn verstand zei iets anders, maar mijn voeten waren sterker. Ineens stond ik in een spotlicht, zo herinner ik het me nu, al zal dat wel een gewoon plafondlicht in de winkel geweest zijn. Daar lag het dan, Schrijven naar bewustzijn ! Zou ik ? dacht het verstand … de borrel in mij was sterker. Niet de jenever, wel die blub die vrij komt als bijvoorbeeld je afvoerbuis ontstopt wordt. Het bruiste, het borrelde, het kwam er gewoon uit en het boek was van mij. Griekenland liefhebber is een heel toffe extra. Ikaria is inderdaad een goed bewaard geheim. Daar waar de mensen gezond blijven tot voorbij hun negentigste.

Toen ik de winkel uitging, helemaal tevreden over mijn ontdekking, nam helaas mijn verstand het even over en zocht ik naar dat wat ik niet nodig had … ‘nu ik toch in de stad was, kon ik al evengoed dit en dat en dit en dat …’ Onderweg werd ik zo moe, zo fysiek moe dat ik me naar de tram sleepte en weer huiswaarts ging. Toen verdween ik in het boek …

Intussen ben ik in beweging en dan neemt het boek me wel eens mee naar daar waar er zelfs in de schaduw licht kan komen … (daar ontdekte ik een verhaal van mij, dat ik u later wil vertellen).

Het is dit verhaal dat ik wil delen, zonder meer. Gewoon een deel van mijn verhaal. Wat is uw échte verhaal? Wil u uw echte verhaal ook kennen?

Mijn verrassende zomerzoektocht.

Er was mijn zomerbuddy. Een mevrouw van Syrië. Ze is gevlucht. Hoe ze gevlucht is, weet ik niet. Naar ik verstaan heb, viel het mee. Maar zeker weet ik het niet. Wat is ‘meevallen’ overigens? Dat ze het zgn. geluk gehad heeft om niet aan een mensensmokkelaar overgeleverd te zijn? Over cultuurverschil gesproken. Het was twee weekends geleden Offerfeest. Of dat gevierd wordt, met heel de familie en de vrienden die ze in België en Nederland heeft.

Ze woont met haar familie in Antwerpen maar heeft nog familie in Syrië.

Afgelopen maandag zag ik haar de laatste keer. Ze was optimistisch, ze zag er gerust uit. Haar papieren zijn in orde om verder les te volgen, al was ze wat ongerust omwille van het niveau waarin ze zal belanden, maar daar zou ze nog naar informeren. Het is wel mooi om te zien, hoe ze dat zelf allemaal wil weten en ervoor zorgt. We zijn die laatste keer in het Stadspark geweest, hebben er even rond gewandeld en zijn dan op een bankje gaan zitten, praten en praten, zij over haar leven in Syrië, in Antwerpen, wie er nog ginder is en wie hier. Ik vertelde over mijn familie. En opeens werden er foto’s van elkaar bekeken. Ze had een mooie uitdrukking voor ‘geluk zij met u’ toen ze die foto’s bekeek van mijn vaders negentigste al weet ik het zelf nu niet meer. Arabisch lijkt me een heel rijke taal. Het schrift alleen al, de uitspraak, en verder raak ik niet. Over de grammatica en zinsbouw weet ik niets, het lijkt me wel inspirerend om zo te schrijven. Gevoelens en gedachten worden op een heel ander manier uitgedrukt, vermoed ik.

Ook al hebben we elkaar maar drie keer gezien (eigenlijk is het de bedoeling van vijf keer), het was een fijne ervaring. Een vrouw vol verhalen, optimistisch en toch realistisch, ze vertelde over haar dochter die een universitair diploma had en hier alles en nog wat moest doen om aan de slag te raken in een winkel. Eén van mijn nichtjes heeft dezelfde naam als haar dochter.  De vorige keren probeerde ik aan te leren, en daardoor heb ik maar half geluisterd. Het is bevrijdend om te ontdekken dat je niets hoéft te be-tekenen voor iemand. Dat was de ontdekking voor mij, ik teken mezelf niet aan haar voor, maar luisterde gewoon naar haar en volgde mijn eigen gevoel hoe ik erop reageerde. Gewoon zonder franjes, ik met veel niezen en zij met zoeken naar woorden, die ze meestal ook vond. Ze vroeg een keer of het goed was, het woord dat ze had voor overstappen, ‘wisselen de tram’, zo zei ze het. Dat is perfect verstaanbaar. Intussen heb ik nog wat tramlijnen leren kennen en zelfs een mening over scholen in Antwerpen. Ik ben hier nooit naar school geweest, maar ze vertelde wel dat haar kleinkinderen ’s morgens een tijdje op de tram zitten omdat het daar een betere school is dan dichter bij huis. Ooit kreeg ik haar zoon aan de lijn, die voor haar belde. Sprak perfect verstaanbaar Nederlands. En wie valt over woordvolgorde in een zin, als je de boodschap, de reden waarom hij belt, mee hebt? Ik niet (dat is ook nieuw, nu ja, nog een beetje na mijn jaren praktijk in de logo), ik wilde de boodschap vast hebben, want die ging over praktische afspraken.

Het was als een weg zoeken die ons dichter brengt, zodat we elkaar op een keer écht goed verstaan.

Ik hoorde haar graag Arabisch praten, iets dat ze doet terwijl ze naar een Nederlands woord zoekt. Zoiets als ik doe bij het zoeken naar een Grieks woord (of Frans van tijd tot tijd). Ik ken al twee Arabische woorden (wauw). Mooie woorden.

جميلة!

Het inspireert me op een fijne manier om nog meer van dit vrijwilligerswerk te doen. Dat individuele ligt me wel. Op een keer….

Verder is er ‘ons’ Crea-groepje, overgebleven van de serie workshops ‘Creatief dagboek’ die ik in het voorjaar gevolgd heb. Ik schreef er toen over. Dat zijn fijne samenkomsten. Verhalen zijn er om verteld te worden, voor jezelf of anderen of allebei. De keuze is vrij. De verhalen blijven ook daar, waar we ze verteld hebben. Knus en veilig. Ook al zou ik graag verhalenvangster zijn en die dan … ach, neen laat maar. Dat is mijn plaats (nu nog) niet.

Degene die ons altijd uitnodigt, pakt dat overigens heel goed aan. Het is rustig, geen verwachtingen en toch goed geleid. Er is altijd een fijne opdracht, die ons aanzet tot uiten, op papier, met kleuren, met woorden, met schrijven. Dat wat het doet met mij is de focus! Wat je ook doet, waarover het ook gaat, er is een focus. Hierdoor raakt mijn hoofd een beetje opgeruimd. Ik merk stilaan dat ik dingen, hoe klein ook, kan loslaten, het moet niet allemaal, dat drukke leven. Laat me maar aan de kant staan en mijn leven beleven. De triggers laat ik over me heen komen en ook weer weg glippen. Wat overblijft, daar doe ik iets mee of zelfs dat nog niet …

Hiermee sluit ik mijn zomeractiviteiten af, ik heb het gevoel dat ik aan het begin van de zomer mezelf veel teveel dingen heb opgelegd en ze hebben me verplicht! De gedachten, bedoel ik, de dingen die ik me zgn. vrolijk vooruitziend heb voorgenomen. Maar dat is niet zo. Dat was niet wat ik te doen had, en al die keren dat ik me slecht voelde en activiteiten afzegde, zowel fysiek als mentaal, was een teken. Dat teken dat ik niet meer negeer!

Daarom dat ik veel minder vaak om FB te zien ben. Even in mijn leegte kruipen, dat werkt verhelderend. Nu schrijf ik er niet over, ik beloof ook helemaal niets. Het is alleen iets dat ik aanvoel dat ik te doen heb, in mijn vrijheid.

Leef gezond! … en de rest heb ik ook al vaak verteld (zondigen mag 😉 )

Mijn zomerse buien en cultureeltjes *

Hoe vrolijk ik ook aan de zomer begonnen ben, de vrolijkheid is niet blijven duren. Ik wil er niet over nadenken of uitleg aan geven, noch aan u, noch aan mezelf. Het is soms wel en soms helemaal niet aan de orde, die bezigheden in het leven.

Desalniettemin gaat dat leven toch verder. Ook de zomer van dit jaar.

Dat waarmee ik begon, doe ik verder, het beginwoord en het eindwoord elke dag. Meestal gaat dit wel goed, behoorlijk en zo gebeurt er elke dag toch iets. Zelf vind ik het fijn op deze manier te werk te gaan. Ik start mijn dag met iets concreets, er is een focus.

Zo was er gisteren het woord filteren en lossen. Dat zijn er twee. Dat mag ook. Het werkte. Wat ik allemaal van me afschudde, was een hele hoop. Daar verveel ik u niet mee. Nu toch nog niet.

Het zal de herfst van dit jaar wel even anders kleuren. Het voelt zoals het voelt. Het maakt dat ik enkele verwachte patronen, die ik hier toch al heb opgebouwd in mijn driejarige bestaan in Antwerpen, achter me ga laten (of even opzij, we zien wel) en andere impulsen volgen.

In dat opzicht had ik een bedenking, zomaar uit mijn pen gekomen (een echte vulpen overigens), het kon de uwe zijn, daar ben ik van overtuigd.

Soms voel ik me in een verhaal geduwd, dat het mijne niet is.

“Bent u al eens in het verhaal van iemand gekropen?” (ik wel)

“Wat dacht u toen?” (ik dacht wel eens, hoe kón je dat nu zó doen!)

“Zei u dat dan ook?”

“Kwam dat overeen met het gevoel van de eigenaar van het verhaal?”(ik denk dat ik soms zelfs niet eens gevraagd heb of getoetst)

Tot …

“Is er ooit iemand in uw verhaal gekropen?” (bij mij wel)

“Heeft die persoon u verteld wat hij/zij dacht?” (en of! Met oplossingen en het hele zootje, waar ik toen geen behoefte aan had)

“Hoe voelde dat voor U”? (Voor mij, met mijn verhaal? … )

“Was het (dus) úw verhaal nog?”

Lastig hé?  

Oh ja, ik doe wel dingen natuurlijk. Eén van mijn cultureeltjes is lezen.

Ik voer een ware queeste naar een boek, waarvan ik de titel niet ga vertellen. Het is mijn queeste. Voor vorige zondag ben ik naar Lillo geweest. Het was boekendorp dat weekend. Met het voornemen om niets of bijna niets te kopen. Dat is wel gelukt, dat bijna niets. Er is nog steeds de bibliotheek natuurlijk, waar veel te vinden is. Heel tof waren die enkele gesprekken met boekenmensen. Zo is er dat koppel (vermoed ik toch) dat vertelde dat hét boek van mijn queeste moeilijk te vinden is. Wie verkoopt dat ook natuurlijk. De vraag is, waarom de queeste? Het is Ithaka in het klein. Die man vertelde dat het zot is om zo’n boek terug te brengen naar de bibliotheek. Daar had ik het ooit geleend en braaf terug gebracht. Grappig die opmerking van die man. Ik heb ook ooit een boek geleend uit een academie waar ik ‘Voordracht’ volgde (zo heette de opleiding toen), met allemaal Griekse gedichten vertaald.

Dat boek heb ik terug gevonden bij mijn verhuis. Op een dag was ik de dozen met boeken toch maar aan het uitpakken en aan het ordenen in mijn kast. Het boek kwam mij tegen. Nooit iets van gehoord vanuit die school. Niet verder zeggen hé. Ik denk overigens dat er twee exemplaren van waren in die school. 

Ik las ook boeken, uit de bieb. Een gouwe ouwe, het zal mijn zus verblijden, van Willem Elsschot ‘Het dwaallicht’, actueel als je het mij vraagt (dat mij vragen moet niet hoor). 

Het boek van Sigrid Spruyt, ‘Dagboek van een anker’ heeft nogal indruk op mij gemaakt. Hilarisch op een fenomenale cynische manier. Heel goed geschreven. Recht vanuit de buik! Het laat vragen achter zoals: “Waarop en waarom stemmen wij? Op basis van welke informatie?” Voorgekauwd door de media. Er is overal wel wat. Toch, als je naar het nieuws kijkt op de zender waar ze nieuwsanker geweest is, zie je toch een beetje van waar de wind komt? Is het een beetje teveel gevraagd om wat meer neutraliteit aan de dag te brengen? Voor mij mocht het boek best cynischer. Het was, denk ik, gewoon raak! Alleen ben ik wat lui om het fijne ervan uit te zoeken. Ik zoek wat meer vrolijkheid – op mijn manier, kop leegmaken – geen zuurtegraadverhoging door het uitzoeken van de werking van journaals, voor mij. En toch, Sigrid Spruyt heeft een fan in mij.

Tijdens de museumnacht – 3 augustus jl. – ben ik naar De Reede geweest en het Letterenhuis. Beiden waren heel boeiend, maar de rondleiding in het archief in het Letterenhuis vond ik wel het boeiendste. De zoon van Hubert Lampo vertelde over de scripts van zijn vader. We konden het ook zien. Geschreven, getypt op zo’n typemachine van ‘vroeger’ en vele keren doorgehaald en verbeteringen bij geschreven in de marge enzovoort. Blijkbaar gebruikte hij ook graag kleurtjes en werkte met stiften. Het was zeer de moeite. In De Reede loopt een tijdelijke tentoonstelling van Picasso, ‘La Celestina’, die hebben we kunnen zien op die nacht (nu ja, avond). Het werd voorafgegaan door een voorstelling over La Celestina op de trap. Dat was wel mooi, ludiek en vooral goed, als in professioneel goed. ‘Es la Historia de un amor, como no hay otra igual’. Dat lied herkende ik direct. Dat staat op een CD van Dalaras, ‘Latin’ … waar ook in het Grieks vertaalde liedjes staan, op die mooie Spaanse muziek, of is het Latijns-Amerikaans?

Toen was Nigel nog niet daar … 😉

Op een avond, de vijfde augustus ben ik nog eens naar een atv vertelling geweest. Nigel Williams! Ik had hem al eens gezien en gehoord, zoals ik al schreef op Wereldvluchtelingen dag. Hij is subliem in zijn cynisme dat niet eens zó scherp is maar wel duidelijk. Wat zei hij? Elkaar een beetje helpen (waar nodig, … mijn aanvulling vanuit mijn huidige bestaanservaring). Het is zo. Ben je ooit vrolijk geworden van haten? Loslaten vind ik fijner. Het brengt geen zoden aan de dijk, al dat haten, al die controle over anderen, ook zelfcontrole. Ik word er zelf krampachtig van. Doe het maar eens na, in humor, in je tweede taal (hij is Engelsman, zijn optreden deed hij in het Nederlands), met de essentie van het leven komen aanzetten, ook wanneer hij mensen plaagde. Ik zeg bewust niet pesten, ook al zou je dat kunnen afleiden uit wat hij soms zei over mensen (die bijvoorbeeld vroeger vertrokken).

Meer ontdekkingstochten worden geschreven … 😉

* in feite houd ik helemaal niet van verkleinwoorden, behalve wanneer ík ze gebruik … (dat is een grap, had u ‘m?). … behalve wanneer ze gebruikt kunnen worden als verzelfstandigde adjectieven en dan in verkleinwoord gezet. Bijv. cultureeltje, dat bestaat niet echt als zelfstandig naamwoord. Cultureel ook niet. Iets is cultureel. De of het cultureel op zich, zelfstandig gebruikt dus niet. Vandaar… (taalziek mens ben ik).

Mijn vaders negentigste …

Het is een jaar waarin ik ronde verjaardagen, gewone en ook netjes-tussen-in-verjaardagen meer dan andere jaren. Zo’n jaar waarin er mensen op een andere tram stappen, een nieuwe voordeur krijgen – wat dan met die 10 achterdeuren? –  of nog zo’n belangrijke verjaardag … 18! Van mensen die ik ken of waarvan ik het gewoon weet, waarvan ik het las of waarvan ik het feest mee vierde of nog zal meevieren.

De bijna twintigjarige, die voor haar eerste jaar psychologie met glans slaagde.

De achttienjarige, die haar middelbare studies mooi afsloot, besluit om een sabbatjaar in te lassen en te werken vooraleer ze verder gaat met studeren. Zo slim!

Ik ken verschillende mensen die gewoon zomaar zeventig geworden zijn. Iedereen doet dapper voort op zijn/haar eigen manier.

Een zus van mij, pats boem, zestig. Dat wordt nog gevierd …

Dit jaar is er in onze familie een wel héél respectabele leeftijd gevierd. Mijn vader werd negentig! Négentig! Nog één keer? 90 !!

Dàt werd gevierd. Hijzelf wilde het natuurlijk ook. Liefst niet té druk. Zo’n feest gaat dan aan de jarige te snel voorbij zonder echt iets op te nemen.

Dit hebben we voorbereid:

Mijn vader koos de locatie. Hij koos voor een zaal in het Limburgse zuiden. Helemaal tussen de velden, fruitbomen in het glooiende intens groene landschap. Daar waar kinderen veilig kunnen buiten spelen en volwassenen rustig kunnen genieten. Intussen heeft  iedereen verse buitenlucht.

ergens in Tongeren … foto : onbekende bron op FB gevonden van de kleine Graaf

Als daar al veel tijd voor was, want ondanks het algemeen rustige karakter van onze familie, wilden we deze verjaardag ook memorabel maken. Op een manier zoals wij dat kunnen, zoals we dat vroeger in veelvoud ook al deden.

We zijn vooraf, met enkelen mee gaan bespreken wat er mogelijk was qua menu, lengte van gebruik van de zaal, tijdschema, enz. Dat verliep vrij vlot. Ik ben één keer mee geweest met mijn vader, zussen en een broer. De andere keren zijn mijn zus en broer gegaan. De praktische regeling van het feest kunnen zij veel beter. Het gaat wel over belangrijke beslissingen, afspraken die allemaal achter de schermen gebeuren, ogenschijnlijk vanzelfsprekend, maar àls er iets fout loopt, wordt het pijnlijk. Het verliep gelukkig – dankzij hen en het fijne personeel aldaar – gesmeerd.

Dan de genodigden. Mijn vader koos dat ook. Niet zoveel als de vorige keer – toen hij 80 geworden is – en dat was fijn zo. Het bleef overzichtelijk. We zijn zelf al met zesenveertig, geteld van mijn vader tot en met zijn kleinste achterkleinkind.

Zijn gezin met verre uitbreiding. Er is een foto van gemaakt met een drone (dat is van degene die suiker in de erwtensoep doet … broer, als je dit leest, ik kan het plagen niet laten 😉 ). Ik ben zelf nog nieuwsgierig aan het wachten op die foto. Wie weet is dat Hollywood materiaal…

Van ons waren er maar twee niet aanwezig wegens werkzaamheden, er moet nu eenmaal door sommigen op zaterdag gewerkt worden, in winkels en in treinen.

Verder waren mijn vader zijn broers, zussen en schoonbroers en -zussen aanwezig en zijn eerste petekind.

Oh, en op het laatste nippertje ook nog een fantastische contrabasspeler (verbeter me als ik het fout heb), die met een muzikaal achterkleinkind meekwam.

Dat is al de praktische voorbereiding met uitbreiding de genodigden. Die uitnodigingen werden ontworpen door die middelste broer en door mijn vader goedgekeurd.

Nu nog de animatie ! Daar is ook heel wat voorbereiding aan vooraf gegaan. Het begon bij de familiale nieuwjaarsborrel in januari.

“Relax, geen stress, wanneer is dat feest? Oh in juli … als we eens afspraken in april ….  “

Vanaf toen ging de bal aan het rollen, die zondag (of was het zaterdag) in april. Een programma opmaken … wie doet wat? Ik heb me heerlijk uitgeleefd met het schrijven van een liedje in het Hasselts dialect. Nu ja, liedje, de muziek bestaat al. Ik heb op die muziek een tekst geschreven.

We hebben ook een snijdersbank in elkaar gestoken. Mijn broer (de middelste) en ik zochten de foto’s die we geschikt achtten. Wel intens vond ik. Hier heb ik ook de tekst voor geschreven. Schrijf maar een fotoverhaal over je vader die negentig wordt, in achttien foto’s  … Het doet wat met een mens.

Het feest zelf.

Het was niet zo warm met af en toe een regenbuitje en dat was goed. Te warm is niet fijn en we konden nog makkelijk buiten zitten. Buiten was ook de receptie met een speech van mijn oudste zus. Iemand moet serieus blijven in onze familie en zij doet dat goed. Heel raak overigens!

Tijdens de receptie en tussendoor zorgde een grote achterkleindochter met de contrabasspeler voor mooie jazzmuziek. Dat meisje kan zingen zeg. En die jongen kan spelen!

Verder mocht ik de animatie aan elkaar praten.

Dames heren, de achterkleinkinderen van Ls Knaepen !

De eersten die voor animatie zorgden waren de achterkleinkinderen. De oudste hiervan, al volwassen intussen en aan de studie, is een cabaretier pur sang. Met haar beschouwing op ‘Bompa’ als oudste achterkleindochter. Dan kwamen de kleineren die, met hulp van een kleinkind een dansje opvoerden. Heel aandoenlijk wel, als je bedenkt dat ze helemaal niet samen geoefend hebben. Die kleindochter had met haar mama een dansje opgenomen en dat filmpje doorgestuurd naar iedereen die mee zou doen. Dan konden die kinderen thuis oefenen. Niet alle kinderen doen dit graag. Dat is allemaal oké. We hebben heel graag dat iedereen zich goed blijft voelen, ook die kleintjes.

Dan mochten de kleinkinderen. Hun nummer was denk ik, de topper van de namiddag. De prof muzikant van de familie had hen een Afrikaans lied aangeleerd. Ik begin niet te beschrijven hoe die voorbereiding gegaan is. Dat weten zij beter, maar ik zag hier en daar wel een ontroeringske, zoals ik zelf voelde. Het was heel overweldigend!

Na het hoofdgerecht waren wij aan de beurt, de kinderen. Even ging het fout met de muziek, verkeerd ingevallen, maar blijkbaar was er niemand die daar over viel (behalve ik) en werd het een knaller!!

Als afsluiter van ons zelf gemaakt programma kwam de snijdersbank. Wederom een – joelend –  succes. De teksten wááerden geprojecteerd op een groot scherm. Dan konden de mensen meekijken en -zingen. Ik zong voor (denk ik) en de dochter van mijn grote zus begeleidde op haar accordeon. Er ontstond intussen spontaan een polonaise, die La. trok. Dat zag ik pas toen ze vooraan waren. Ze zat nog verstopt voor mij tussen de twee lange tafels. Dat was verrassend grappig.

Vivà vivà … Ls. is negentig jààr. Vivà vivà, Ls. is negentig jaar …

Er waren nog extra dingen die we voorzien hadden in geval van … een mooi Hasselts lied. Wie wilde kon ook meezingen. Onze wortels liggen daar en een uitspraak van een prof (vroeger toen ik zelf nog aan de studie was) ‘vergeet nooit waar je vandaan komt, wat je ook doet’, indachtig, kon het wel. Ook al wonen de meesten van de genodigden helemaal elders.

Wat we voorbereidden en niet deden … is niemand opgevallen 😊

Het was een feest met standing, zo zei mijn vader achteraf.

Naar het einde toe werden er veel foto’s gemaakt buiten. Iedereen wilde met mijn vader op de foto. Ik ook …. zonder mijne Griek en mijn vader precies ne Griek …

(er zijn omwille van vanzelfsprekende privacy redenen geen duidelijke veelvuldige familiefoto’s)