Tussen een ander boek en het echte leven heeft oktober on-vanzelfsprekende lichtpunten
Een groot park dat al sluit om vijf uur de kleuter met te veel energie vrolijk elke hond gaat aaien alsof-spelletjes uit haar rijke fantasie
De overdonderend mooie stem van een ander nichtje haar zien we ooit in een Grote zaal! de verjaardag van haar zus vertelde ik dat al? – niet verklappen – het idee voor een cadeautje voor hun neefje
Een tof gesprek met mijn kapster die vertelt over haar kindertijd in Roemenië, hoe ze moesten zwijgen, altijd en overal hoe ze niet anders wisten alles was normaal hoe bevrijd ze zich voelde na het uitgevoerde verdict vrijuit mogen spreken lachen reizen
Een herfstbezoek aan het kerkhof bladeren die de graven warm houden het bekende eetcafé en Limburgs te veel eten
Het verrassingsbezoek bekend Kiewit een hobbybeurs, plaatselijke kunstenaars familiaal weerzien, hartelijkheid onovertroffen een hart voor mensen tot in Zuid-Afrika* toe
Een eerste bezoek aan een ander kerkhof hartelijkheid zelfs daar lang of kort ? daar denk ik aan de warme herinneringen blijven
Voilà, terug naar het boek The Figurine (Victoria Hislop) kunstmaffia uit de ‘goeie’ oude tijd
We zien elkaar nog toch ?
De routine mag doorbroken de rust van het winteruur het natuurlijke zonne-uur zou de haan het nu weten ?
Eergisteren nam ik de bus. Het was 11 juli, iets met Vlaamse trots. Doch vermoed ik dat dát niets te maken had met de aangekondigde staking van De Lijn in Antwerpen. Dat had ik eer-eergisteren gezien toen ik met de tram terugkeerde van ergens naar ergens anders.
De bus die ik op 11 juli zou nemen was lijn 21. Geen enkele 21 reed op het uur dat ik het nodig had. De lijn 32 kon ook nog. Daar waren er regelmatig van volgens de app van De Lijn. Het was warempel waar! Er kwam een 32 aan, die stopte voor mij en ik mocht mee. Ik had zelfs een goed zitje.
Bij het terugkeren, enkele uren later, besloot ik te voet te gaan. Lijn 21 reed weer sporadisch. Die zat echter bomvol. Onderweg passeerde ook een 32 en ik dacht nog:
Allez, nu had ik die nog kunnen nemen.
tot ik zag dat ook die bus volgepropt zat.
Hoe zouden de mensen zich daar voelen? Sardientjes in blik?
Dat was een andere gedachte van mij.
Gedachten nemen mij vaker mee naar plaatsen die niet echt bestaan doorheen bochten en over paden. Ikzelf vind dat ongevaarlijk.
Tenslotte was het de elfde juli, iets met Vlaamse trots, 32 min 21 is 11? Dat klopt als een bus, niet? Alleen is de 11 geen bus. Dat is een tram, die al een hele tijd niet meer rijdt, naar ik vermoed, wegens werken aan de sporen en de straten waar die lijn doorkomt.
Vorige week had ik een videogesprek met een adviseur van mijn bank. Dat was best een fijne ervaring. Om te verduidelijken, het heeft niets met financiële rijkdom en zware beleggingen te maken.
Ik kreeg het advies waar ik om vroeg en daar kon ik wat mee doen, of niet natuurlijk. Overigens had die persoon best goede looks, een aangename stem en vertelde me op een rustige doch directe manier wat ik wilde weten.
Voilà…. dacht ik. Ik kreeg maandagochtend een feedback formulier in mijn mailbox dat ik invulde. Ik heb geen enkel idee hoe een adviseur van de bank zich hoort te gedragen maar niemand is perfect. Dus alles samen kreeg hij van mij een acht. De ‘verstuur’ knop kreeg een klik.
Voilà … dacht ik. Maandagnamiddag kreeg ik telefoon van mijn bank. Die had ik net gemist. Dinsdagochtend, klaar voor mijn wandeling –uithouding en stevig wandelen aan het opbouwen – Strava net ingesteld, rinkelde mijn gsm met oplichtend logo van de bank. Ik nam op. Zal wel iets zijn dat ik (weer) vergeten ben, dacht ik nog.
“Goedemorgen, mevrouw Knaepen, hier met V. ChX* van mijn bank. U heeft een enquête ingevuld en u heeft mij acht op tien gegeven” “Ja dat klopt!” Bent u niet tevreden? “Het zit zo, als wij op een enquête minder dan negen op tien krijgen van een klant, moeten we hen opbellen om te vragen of er iets is dat ons verbeterpunt kan worden.” “Euhm??” (hardop gezwegen)
“Mevrouw Knaepen?” “Ja, ik ben er nog. Maar een verbeterpunt zou ik u niet kunnen geven. Het bankwezen is voor mij Chinees, Japans, Kretenzisch dialect (ik versta dat nog altijd niet), dus ik zou echt niet weten waar het fout ging. Acht is omdat het altijd beter kan, perfectie bestaat niet? Toch?“
(hier moet ik er wel bij zetten dat ik niet meer exáct weet wat ik zei, dit is dus naar alle waarschijnlijkheid ietwat uitbundiger)
Meneer V. ChX* scheen tevreden met dit antwoord. Ik dikte het nog wat meer aan met ‘goed geholpen’ en ‘duidelijk antwoord op mijn vragen’ en kers op de taart (als hij van taart zou houden) ‘ik mag terug bellen als er nog vragen zijn”. Volgens mij was meneer toen gerustgesteld. Hij bedankte me nog eens en wenste me een fijne dag. Ik hem ook.
Achteraffer die ik ben (zie Annie M.G. Schmidt) dacht ik aan wat ik nog had kunnen zeggen bij wijze van humoristisch afsluiten… U kan het goed maken met een koffietje…
Ik ben wel blijgezind gaan wandelen en heb fors doorgestapt. Al stemt het toch wel tot nadenken, zo’n mentaliteit, als acht op tien niet goed genoeg is…
AMK
*om privacy redenen heb ik zelfs meneer zijn initialen veranderd…
Op een andere dag was ik getuige van een geval van agressie. Aan het station stond de bus voor het rood licht. Iemand klopte op de gesloten deur. Een nanoseconde later werd het groen. De chauffeur reed door. De deur bleef gesloten. Een halte verder was er wisseling van shift. Deze halte is nog te zien vanaf het station. De tweede chauffeur stapte op de bus en praatte even met de eerste.
De achtergelaten passagier was tot daar gelopen en vroeg een beetje geagiteerd aan de eerste chauffeur waarom hij de deur niet opendeed. Ik kon zijn antwoord niet verstaan maar hij liet de jongeman in eerste instantie nog steeds niet verder.
Toch kon hij niet anders dan hem doorlaten. Zijn shift zat er immers op. Deze jongeman vroeg nog eens waarom hij de deur niet opendeed. Toen werd de chauffeur agressief, nam hem bij zijn kraag en duwde hem in het eerste zitje tegen de ruit. Wat hij zei, weet ik niet meer, maar er vielen woorden zoals respect en eerbied en me mijn werk laten doen. Lichaamstaal verheft zich boven woorden. Stonden ze net iets te dicht bij elkaar op het moment van de vraag? Was de blik in de ogen van de passagier net iets te uitdagend? Had één van beiden al wat hommeles achter de rug die dag? Had de chauffeur al zelf agressie meegemaakt?
De sfeer in de bus was toen ‘ieder voor zich’ aldus gespannen. Ik vroeg me af waarom het zo moeilijk is om even tot tien te tellen en een poging te doen om rustiger te ademen. Ik hoop dat het mij – in geval van – wel lukt. Aandacht geven aan onnodige situaties is energievretend.
"Mama, als jij geen liefde bent, bestaat de liefde niet." *
Vandaag is het 18 jaar geleden dat mijn moeder overleed. Dan komt er een of andere herinnering helderder bovendrijven. Gisteren had ik het er met mijn vader over.
Zij gaf ooit een stem aan de armen via de vzw ATD Vierde Wereld, die ze zelfs mee oprichtte in Limburg. Sinds haar pensioen was ze daar als vrijwilliger mee bezig. De verhalen die ze meebracht waren soms ver voorbij schrijnend. Zo vertelde ze eens over een vrouw die diep in de schulden zat door haar zoon die drugsverslaafd was en er alles aan deed om aan drugs te raken. Deurwaarders, gerecht, onder bewindvoerder, …. Ze leefde onder een deken van schuld die ‘de wet’ over haar heen legde. Dat alles uitte zich in vrijwel nul komma nul bezit. Mijn moeder gaf al eens iets weg. Doch deze vrouw kon ze niet veel helpen, want blijkbaar werd alles weer in beslag genomen door de deurwaarder. “Het minimum van het minimum”, zo ongeveer verwoordde ze het. De vrouw mocht in de keuken één tafel hebben en één stoel, want ze woonde op dat moment alleen. De koekjes, of was het taart, of misschien zelfs warm eten, dat herinner ik me niet; dié momenten kon de wet toch niet meer afpakken, noch de gezellige koffiebabbels.
In het verkiezingsjaar springen mijn gedachten vanuit dit verhaal naar veel vragen, te herleiden naar menselijkheid. Dat behoeft geen helden, noch onderdanigen. Waar vinden we nog belangeloze inzet naar eigen kunnen als de verkiezingscampagnes om beloftes draait schreeuwend van op glanzende partij-folders?
Waar vind ik mogelijkheden om partijloos voor belangrijke thema’s te kiezen, met hieraan gekoppelde programma’s? Waar economie in het teken staat van de menselijkheid? En niet de menselijkheid wordt opgeofferd voor de economie?
Waar vind ik thema’s die zorgen dat vrijwilligerswerk enkel nog bewonderingswaardig is en niet meer broodnodig? Waarin ‘de warmste week’ een feest is zonder de schande van de financiële noodzaak en dat in een westers land?
Waar is een lijst met een thema waarin een onbekende Vlaming vertelt over het leven zoals het is en geluisterd naar wat hem/haar echt zou helpen? Zodat Kristel Verbeke een optimistisch programma kan maken over ware ondersteuning van mensen in nood? En de daaruit volgende solidariteit? Zonder verdeling tussen partijen en hun vast ingekaderde gelijk?
Eén programma over één thema zou al een frisse wind doen waaien, een programma dat de basis is voor het ontstaan van solidariteit in het hart, voor begrip en voor evenwaardige verdeling wat de Aarde ons biedt?
In de herinnering van mijn moeders woorden – ze had het al eens over haar kleinkinderen, een heuse fiere bomma waardig: “Later gaat de wereld nogal eens verbaasd opkijken! Maar dat ga ik niet meer meemaken.” Wat zou ze ook veel te vertellen hebben over de generatie daarna! Ze keek en zag!
Gaan wij meemaken dat we onszelf nog kunnen verbazen? Is het dat wat ze zich zou afvragen, toen zij de mond gesnoerd werd (niet letterlijk), terwijl ze één vrouw in diepe armoede wilde helpen…
Kunnen wij het nog, ons ego los laten? Elke dag een beetje…
In volle actie met heel haar hart.
*dit vroeg ik om op haar overlijdensbericht te plaatsen.
Een gedachte, een déjà vu, een vécu kwam voorbij en leidde tot een monoloog die als een warme wolk rond me bleef hangen. Het was bij het opzoeken van een woord in een heus woordenboek met echte papieren bladen.
Deze monoloog
Tijdens het opzoeken dacht ik aan de eerste keer dat ik een woordenboek gebruikte waarvoor het diende. Dat was op school. Hoe doe je dat, de betekenis van een woord opzoeken?
Er werd verondersteld dat je het alfabet knats vanbuiten kende. Dat was heel belangrijk. Zo kon je makkelijk bladeren door het woordenboek om snel bij de beginletter van het woord te komen.
Laat ik het woord natrium nemen. De /n/ bevindt zich in de tweede helft van het alfabet. Dan weet je dat je niet vanaf de eerste bladzijde moet gaan zoeken. Dat vond ik een hele goede tip! Daarna kijk je naar de tweede letter van het woord. Voor natrium is dat de /a/. Op de een of andere manier raakte ik helemaal vooraan in het woordenboek.
Waar was de /n/ gebleven?
Erop terugkijkend was er één stap in het proces van betekenis-van-woorden-opzoeken waarschijnlijk niet binnengedrongen (ik was een trage leerling). In mijn kinderlijk enthousiasme bladerde ik van de /n/ naar de /a/. Ik moest bij de /n/ blijven en dáár de volgende letter zoeken. Toen ik het eenmaal doorhad, ging er een wereld voor me open.
Beeld u zich in!
Een heel woordenboek, bomvol woorden die ik nog niet kende. Ik voelde me woordenveilig voor de rest van mijn leven. En dat was een pocketwoordenboek! Er kwamen andere talen bij, zowel in de school als later de avondschool. Hier en daar kon ik zelfs de liefde doorgeven aan kinderen die aanvankelijk niet zoveel voor taal en lezen voelden.
Echt sneller ben ik niet geworden, noch met lezen, noch met opzoeken. Wel gerichter zodat de liefde voor woorden en taal in het algemeen, bij me blijft.
Telkens ik er bewust mee bezig ben, is het NU!
En die natrium? Dat is het zout op mijn pata… woorden!
Eentje dat al eens op de tafel ligt en niet in de kast staat
Foto bovenaan: een greep(je) van wat ik bijhield doorheen de jaren
Vandaag lees ik op de kalender dat het Singles Awareness Day is. Ik stel er me verder niets bij voor. Behalve dat het vlak na Valentijnsdag valt. Dat doet me dan weer denken aan Valentijn die ik twee dagen vóór ‘lievekesdag’ – zoals ik me de 14de februari herinner uit mijn kindertijd – kort doch aanwezig heb ontmoet, op het perron van tram 9 aan Berchem station.
Dat zit zo!
Ik stapte op genoemde locatie uit, samen met andere mensen. De ene stapte één richting uit, ik de andere. Intussen wachtten mensen om op te stappen. Het perron aldaar is nogal smal. Desalniettemin viel me, door al dat volk heen, op dat Valentijn ook van de tram stapte en tegen de reling achteraan het perron ging leunen. Ik stond nog even stil tussen links en rechts weg stappende mensen. De grote zak boodschappen over mijn schouder bungelend was, helaas, niet plaats besparend. Door de wereld in vertraging te aanschouwen, blijf ik kalm en aanwezig. Iemand zei: “Wacht, die madam moet nog op de tram.” Ik draaide me om. Een vrouw keek me aan, met de vraag nog in haar ogen. Na mijn “Ik hoef niet in te stappen”, ging ieder zijn eigen weg. Valentijn stond nog tegen die reling dit dagdagelijkse gebeuren te aanschouwen. Ik stapte langs hem heen en hij lachte naar mij, mét een knipoog, zo eentje die uitdrukt wat je samen ongepland deelt:
Die drukte toch!
Ik lachte terug en vervolgde mijn weg, half in gedachten. Vanwaar ken ik die man, hij is een acteur… ah, ja in “De helaasheid der dingen” speelde hij de hoofdrol. Weer thuis, even googelend, duurde het niet lang voor ik het wist; Valentijn Dhaenens. Man man, als ik zo’n vijftien jaar jonger was, ik zou … Ja, wat eigenlijk? Op een tas koffie trakteren, zo eentje met een hartenvorm chocolaatje erbij in een rood papiertje? Een theatervoorstelling bijwonen, dat is realistischer en duidelijk:
De helaasheid der dingen voorbij!
Foto bovenaan: “Liefde is blijven tot het einde van het concert!” Graag gedaan 🙂