Schrijvers sterven ook

Schrijvers sterven ook,
al blijvend want toen nog schrijvend.
Ze gaan heen en wij erven.

De zoveelste aankondiging van een schrijver die gestorven is. Dat las ik in De Standaard. A.L. Snijders is overleden. De meester van het Zeer Kort Verhaal (ZKV).

Gisteren las ik dat Lucinda Riley overleden is, nog voor het journaal van 19u het meldde. Bijna anderhalve maand geleden stierf mijn favoriete Vlaamse auteur, Pieter Aspe. Ik heb bijna alles van hem gelezen. Vanaf het eerste boek trok het me aan. Het waarom wil ik zelfs niet weten. Ik volgde de aantrekkingskracht. Ik blijf met enkele mooie herinneringen, niet alleen aan de boeken zelf, ook met herinneringen aan enkele ontmoetingen.

Ik ken hen, die schrijvers en toch weer niet. Ik heb over hen gehoord, gelezen, zelfs van hun werk (al dan niet veel) gelezen, maar ik ken hen niet. Toch blíjven ze, ook na hun dood. Al lees ik minder dan ik wil, waarschijnlijk wegens trage lezer zijn en snel overprikkeld, probeer ik toch op te vangen wat me kriebelt. Het is vanzelfsprekend niet uit desinteresse.

Al is het maar een woord, een zin, een gedicht, een heel verhaal, al is het maar één maal: een schrijfsel de wereld insturen. Dat is blijven, dat is vertellen wat je vertellen wil. Dat is een wereld aanzetten tot stilstaan, die enkelen of velen die een nieuwe weg in het brein vinden door dat wat geschreven werd.

Toevallig (of niet) startte ik mijn schrijfmeditatie* deze ochtend met het woord ‘schrijven’. Wat schrijven doet, wat schrijven teweeg brengt, waartoe schrijven voor mij dient, hoe ik het aanvoel.

Dit is wat ik schreef:

Schrijven, pen, papier, scherm, klavier. Het is even in een verhaal kruipen dat niet van mij is en er toch altijd gezeten heeft. zomaar in mij. het is de weerstand doorbreken van wat het verhaal moet of net niet mag zijn. Het is alles overboord gooien wat me tegenhoudt in dat ene verhaal te reizen. Het ís reizen. Het is vertellen van wat niet is, van wat wél is. Wat spannend is. Het is lachen. Het zijn tranen en eenzaamheid. Het is verbinden met iemand, met niemand. De mensen in het verhaal en de mensen die het lezen, met elkaar en daardoor met mij.

Wij, u, jullie, ik, zij en hij die elkaar nooit tegenkwamen of zullen tegenkomen, of misschien juist wel. Het is door alle verlangen naar wat toch niet is, heen ploeteren en achterlaten; afkeer overboord gooien.

Tenslotte wordt het verhaal los gelaten, vrij, en mede de belasting die zwaar weegt en dan is de weg (weer) vrij. Woord na woord, verhaal na verhaal, verbinding na verbinding, reis na reis, verplichting na verplichting.

Schrijven is ultieme vrijheid en misschien is zelfs dat op een keer weg en biedt het leegte, enkel een erfenis nalatend.

Schrijvers sterven. Schrijvers blijven.

 *ik heb het al enkele keren over #schrijfmeditatie gehad. Voor de geïnteresseerden, volg de hashtag onderaan dit bericht.

ps. in het laatste blog bericht van Christine*Van*den*Hove staat een mooie in memoriam, geschreven voor A.L. Snijders.

Bedankt om me weer te lezen 🙂

Iemand anders’ woord. Achtste woord.

Ik zei het al, ik heb nog plannen met mijn blog. Een rubriek ‘Iemand anders’ woord’. Dit is de achtste. Met dank voor de toezegging van het delen. Nog iets praktisch: de onderstreepte woorden aanklikken helpt om naar de site of blog in kwestie te gaan.

Uit: JoeyBrown.be

Deze dame leerde ik kennen via haar boek, ‘Schrijven naar Bewustzijn’. Dat was in augustus 2019. Ik schreef er HIER al over. Haar website met blog is heel uitgebreid, heel toegankelijk om te lezen. Geen dure woorden. Dat bevalt me wel.

Haar boek heb ik inmiddels bijna uit. Ik worstel er niet mee, ik laat het moment, om aan het laatste deel te beginnen, zich aandienen. Momenteel voel ik me comfortabel in mijn bubbelig bestaan, waarin ik vooral innerlijke rust wil.

Voor velen is haar methode een mijlpaal geweest in zelfontdekking en ook voor dié persoon te gaan. De methode lijkt eenvoudig. Wat bij mij aanvankelijk een ‘redmiddel’ leek, bleek een pad te worden. Ik was dus blij met enkele online schrijfdagen. U heeft in elk geval niet veel nodig, een pen en een schrijfboekje, schriftje, iets van papier.

Intussen doe ik het bijna dagelijks, zoals mijn eerste tas koffie drinken. Het is een moment écht bij mezelf zijn. De koffie is lekker, mijn boterham smaakt (in tegenstelling tot wat moet ik allemaal doen vandaag?). Ook al lijkt het dat ik ‘zoveel tijd heb’, ik weet dat het niet zo is. Dat was een ontdekking. Die vierentwintig uren per dag heeft iedereen. Wat ik ermee doe, kies ik. Persoonlijk gaat het over grenzen en eigen keuzes (laten) respecteren. M.a.w. ik kan niet bepalen wat anderen van mij vinden, enkel kiezen wat ik ermee doe.

Het blogbericht dat ik uitkoos gaat over het*innerlijke*kind.

Ik vind het zelf heel fijn om nog eens te kijken naar dat kind dat ik was, mijn reacties van toen en nu, wat ik intussen losgelaten heb en wat ik graag nog meeneem. De eerste keer vond ik het raar, voelde ik me geforceerd en afstandelijk, maar enkele foto’s van mezelf hielpen en het lukte om contact te maken met mijn innerlijk kind. Er kwamen enkele verhalen naar boven borrelen die ik in een fictief verhaal stak. Wie weet ooit voor publicatie.

Voor mij is schrijfmeditatie echt mijn dagelijkse vitamine, een manier om de wereld buiten mijn bubbel houden, ook op mindere dagen.

Nog iemand die het hierdoor voelt kriebelen? Houdt u zich niet in. Er is een groot aanbod.

Mocht omwille van welke reden ook dit bericht ongepast zijn, meld het mij aub. Hierbij richt ik mij dan vooral tot de blogster/blogger.

Schrijven 2: lichttaal.

Als het rommelt…

“Er spookt veel tegelijk door mijn hoofd. Dat stemmetje dat ‘moet’ tegen me zegt. Er gebeurt dan niet veel meer. Blokkades benemen me bijna letterlijk de adem. Ik pieker me suf waar dit nu weer vandaan komt. Wandelingen, fietstochtjes, beweging, het borrelt, … tot ik doodmoe in de zetel neerval, of op mijn bed en als een blok een uur of langer slaap. Veel te diep. Zo’n slaap waarbij ik als een zombie wakker word.” Dan weet ik het weer … ik moet het niet weten met mijn hoofd.

Dit is een van de dingen die ik aan het begin van mijn ziekte en tot bijna twee jaren erna heel vaak voelde. Vooral in het begin want toen had ik die fysieke mogelijkheid helemaal niet om te wandelen of te fietsen. De energie bleef opgekropt.

Het is één van de dingen die me soms nog overkomen. Nu voel ik dat het er mag zijn, zonder meer, zonder toestemming of verbod.

Vorige zaterdag volgde ik weer een workshop bij Joey Brown, weer online via een Zoommeeting. Dit keer was het thema Lichttaal of Soulwriting. Me niet goed voelen, is niet fijn. Natuurlijk niet. Zeker niet als ik pieker over de oorzaak.

Wat doet lichttaal met mij? Ik wil hier een ervaring delen van de Zoommeeting.

We waren met drieëntwintig, allemaal mensen met een intentie. Ik voelde me even ‘betrapt’. Oei, ik heb geen duidelijk verwoorde intentie. Moest dat? Maar dat was niet nodig. Gewoon zin hebben in de dag was voldoende. Toen kwam de intentie vanzelf. Wat zit er in mij dat ik nu nog niet zie? Dáár was ik nieuwsgierig naar.

Nu ik het zo neerschrijf, kan ik me zelfs niet alle stappen van die dag meer herinneren. Ik heb ze ook niet opgelijst. Zo gretig om me onder te dompelen in de lichttaal, deed ik gewoon mee zonder het vast te leggen.

We maakten kennis met lichttaal, vertrekkend uit de punt met de pen op papier en een kernwoord.  Wat vooral belangrijk is – en waar ik wel een paar keren moeite mee had die dag – was loslaten van gedachten, zo nodig een pasklaar antwoord willen. Als dat loslaten lukt, komt de beweging. Ik kon het verschil tussen de eerste oefening en de volgende goed merken. Mijn leesbril afzetten hielp mij. Ik was toch aan het schrijven, geen leesbril nodig dan. Door het onscherp zicht liet ik de controle los.

Er zit geen duidelijk leesbare boodschap in, zoals in een brief, dagboek of zelfs mijn schrijfmeditatieboekje. Het is niet in letters en woorden. De richting is van rechts naar links. Laat de pen maar bewegen.  Soms kan er wel een woord komen.

Ik voelde geen kritiek op wat ik zag, dat het lelijk of mooi was. Het loslaten van de controle over wat er gebeurt, was een heikel punt. Voelen wat je voelt en er niet direct een gebeurtenis op kunnen plakken is op het eerste zicht frustrerend. Als ik dat loslaat, kan ik het voelen op zich door laten, waar het ook vandaan komt. Het één en ander komt los en dat maakt plaats in mijn hoofd. Dan kan ik verder, een laagje dieper.

De groep werd ook twee maal in vier kleinere groepen gezet, zodat we ervaringen konden uitwisselen over een bepaalde oefening.

Voor mij was het een verrijkende ervaring. Het tigste bewijs dat gewoon ‘zijn’ kan. Zonder oordeel of zelfs duidelijke reden. Dat doe ik weinig, gewoon kijken naar wat is binnenin mij en het laten bestaan zonder waarde te geven zoals mooi of lelijk of wat is dat nu?

Een ander aspect dat ik al eerder ervaren had en ook aan bod kwam, is lichttaal schrijven als ik heel moe bent en mijn gedachten me overdonderen. Dat weet ik dat niet goed zal slapen. Een kwartier schrijven zonder meer helpt de muizenissen een uitweg geven.

Ik hoorde toevallig zondagochtend Hilde Van Mieghem op de radio in De Rotonde, vertellen over haar corona-tijd en tijd in Italië. “Ik moet niks.” En gepieker over kuisen, afwassen, eten koken, en dit en dat, was verdwenen. Zelfs als single voel ik die criticus nog te vaak😉.

En u? Nieuwsgierig geworden? De ervaringsdeskundige en top begeleidster in deze materie vindt u in deze link.