Het jaar is oud dat is niet erg ’t Is voorbij ’t was een hele berg
Ik ga er niet over uitweiden overzichten en lijstjes genoeg overal U hebt waarschijnlijk zelf een (Smoelenboek) pagina, om uw verhaal op te verspreiden en te zijn wie Uzelf bent
en wie weet lees ik u daar, is er ergens een draai en kom ik u daar tegen, kruisen en scheiden weer onze getormenteerde oftewel blije wegen
Enfin, kort en bondig, even Kazantzakis achterna,
“Ik hoop niets, ik vrees niets, ik ben vrij!”
Dat het u allen kracht mag geven, in dat komende jaar en wat ik zelf mooi vond en (her)ontdekte;
de enige die altijd bij u is, bent uzelf. Vergeet dat nooit ! Daarom dat ik in mijn Woordenrijk een reminder voor mezelf zette. Doorgronden en de kracht daarvoor. Voilà!
Clichés zijn overroepen, maar voor wie er warm van wordt, … ach wat, wees krachtig in uw eigen verhaal! Als ik u iets wens, is het dat! Oh, en een leeg boek, om het in op te schrijven … lap daar is toch een cliché 😉
Anne-Mie (ps. soms voel ik me zoals de reclame van de frietjes van McCain – lang geleden – “Het zijn zij die er het minst van spreken, er het meest van eten!” ps.2 als ik uw naam fout schrijf, wijs me er dan op aub. Want ik ga dat ook bij u doen met mijn naam).
Waarschuwing: dit kan geïnterpreteerd worden als nonsens.
Ik stond aan de afwas vanmorgen, echt aan afwassen. Intussen declameerde ik mijn monoloog van het moment toen ik tegelijkertijd de voorbij lopende en fietsende mensen kon horen en dacht – het raam stond wagenwijd open vanwege de nog frisse ochtend na en vlak voor de hete dagen – dat als nu iemand onder dat open raam bleef staan en die persoon zomaar mijn monoloog afluisterde en wie-weet-welk-verhaal er dan van zou maken en verder vertellen – áls die al zou blijven stilstaan onder dat raam – wie weet dan welke schrijver ermee inspireerde en toen dacht ik nog – zonder het monologisch te verbaliseren – zoals bij het lezen van een zin, een zinsnede, een gedicht, een iets-anders, de gedachte soms bij me opkomt “Dat had ikzelf kunnen geschreven hebben!”, het dan eventueel mogelijk zou kunnen zijn dat mijn – deel van de – monoloog bij die schrijver is beland.
De afwas is voorbij. De monoloog is al lang weg. De bokkensprongen ook. Er is nog geen nieuwe afwas.
’t Is stil waar het nooit waait … zeggen ze Het ene gebeurt, het andere niet, een bezoek, geen bezoek Het stormt soms, dat gaat weer liggen tot het weer rechtop zit
Zomaar 60 geworden, het gebeurt vanzelf. Zonder feestgedruis, zelfgekozen verpozen. Ik begin er warempel echt van te houden.
In de zomer verjaren heeft voordelen. Vroeger zag ik het als een nadeel. Aangezien velen ergens anders aanwezig zijn, glijdt het mooi en rustig voorbij. Al heb ik dit jaar mezelf getrakteerd op een eersteklasticket naar Oostende. De rit was rustig. De andere wagons waren geluidsvoller.
Ik herinner me nog dat ik toen dacht nog een keer een blogbericht de wereld in te sturen. Maar waarover dan? Wil ik dat vertellen, ondanks de tuimelende woorden en uit elkaar gepuzzelde zinnen die mijn brein bezetten?
Soms probeer ik uit te leggen hoe het in mijn brein werkt, maar – alle goede bedoelingen ten spijt – zwijg ik er liever over. In het Engels is er zo’n term-zin die ik ooit in een opleiding te horen kreeg (allerlei programma’s op pc leren gebruiken): WYSIWYG; “What You See Is What You Get!” Ik veronderstel dat er ook echt niet méér is. Als het niet geprogrammeerd is, zal uw pc het niet tonen. Bij mensen is het anders. Het kan wel zijn dat u niet meer krijgt dan wat u vraagt. Wel kan het zijn dat er meer is, soms veel meer, dan wat u vraagt … Ik behoud me het recht om dat zelf te kiezen, zonder uitleg. Want ik weet dat het ook omgekeerd zo is. Laten rusten, denk ik meestal. Het toont zich wel als de tijd er rijp voor is.
Met zulke vage dingen zou ik wel een blogbericht kunnen vullen…
Een fotoronde vertelt waarschijnlijk meer … 1. Golfen. 2. Nek-uitsteken. 3. Broertje-in-smoking-kwijt. 4. Hij ging net douchen. 5. Aapje met haar dino. 6. Plopperdeplop. 7. Waar zijn mijn dochters?? 8. Geen paparazzi aub! 9. Vikingen, opgepast! 10. Besties. 11. Ze vlogen met een zucht.
Amen!
Sinds een tijdje houd ik me ook bezig met mijn stamboom. Daar zijn nog veel verhalen te halen, al dan niet te bloggen…
Eén tak van de hele grote stamboom
Ps. Ik heb mijn Woordenrijk onlangs nog eens opgewarmd. Soms rijmt het, soms niet…
Waar zijn de jaren de mooie jaren
waarbij je bloemen droeg in je hart
Waar is de liefde mijn zoete liefde
om ons te verwarmen bij koude
Het zijn niet mijn woorden, het zijn de woorden van het refrein in een Grieks lied, gezongen door Giorgos Dalaras, muziek van Stavros Kouyioumtzis en tekst door Akos Daskalopoulos. (wie geïntereseerd is, kan wel goede informatie vinden bij bijvoorbeeld Skopos.be) . Het is een lied dat gisteren (3 maart 2023) door Giorgos Dalaras gebracht werd. Eén van de hele vele , in het Luxortheater in Rotterdam.
Waar zijn de jaren?
Er waren toch wel flashbacks naar al die jaren van concerten, de ene ontdekking na de andere, de ontmoetingen; het begin van een niet te stuiten liefde voor dat land, haar taal en haar liederen, die vol verhalen zitten. Doorheen onze jaren gebeurt er toch wel wat; in de wereld, in ons land, in dat mooie land, in onze families, bij vrienden, in ons eigen lichaam, in de lichamen van onze naasten …
G. Dalaras is mijn allereerste Grieks muzikale ontdekking. In elk lied vond en vind ik nog steeds een stukje geschiedenis, een stukje cultuur, een stukje manier van leven, een kracht, een zijn waardoor ik weer overspoeld raak, in een trechter getrokken en aan de andere kant land in mijn andere thuis.
Bloemen in het hart
Het was ook een memorabele dag om meer dan de vele flashbacks; een meer dan anders aanwezige herinnering aan mijn moeder. Ze stierf in 2006 op 26 februari, een zondag, werd begraven op 3 maart, een vrijdag, dag op dag, zeventien jaar geleden. Haar doopnaam was Wilhelmina. We liepen over het Wilhelminaplein, gisteren in Rotterdam, vóór het concert.
Wilhelminaplein
Zij was, telkens ze bij mij thuis kwam, net zo aangenaam verrast bij het horen van Griekse muziek, als ik de allereerste keer dat ik Dalaras hoorde. In het restaurant waar we vooraf lekker gegeten hadden, kregen we nog een pepermuntje, individueel verpakt met opschrift Wilhelmina. Haar naam is een ander verhaal, ze werd overigens met haar roepnaam genoemd (niet gissen aub), maar het deed me wel heel aanwezig aan haar denken, alsof ze er een beetje bij was.
Om ons te verwarmen in de koude
Letterlijk! We waren veel buiten aan het wandelen. Deze vooraf-uren waren en zijn nog steeds mooie tijden, we rekken alleen de trechter wat op en koesteren er enkele herinneringen bij. Zoals de ontmoeting met de organisator, de ondernemingszin van de ‘jongeren’, de plagerijtjes, de gesprekken, het verheugen op de komende avond… en verrassend nog een M (u weet wel) tegenkomen. Wat een fijn weerzien!
Het gaat natuurlijk om het concert zelf. Het is weer fijn, de sfeer zit er vanaf de eerste noot in . De muzikanten zijn intussen bekenden voor ons, ook diegenen die er niet bij waren. Na de intro van het orkest en het eerste liedje vroeg G. Dalaras of er iemand was die Nederlands/Grieks tweetalig was. Zo was er iemand. Die man kwam op het podium en vertaalde wat G. Dalaras in het Grieks zei. Kort samengevat dat het weer warm voelt om na al die jaren nog zo onthaald te worden. Hij had het ook over het treinongeluk in het noorden van Griekenland van 1 maart. Hij zei dat ‘we in Griekenland altijd muziek maken, bij vreugde én bij pijn’. Toen vroeg hij om een minuut stilte voor de slachtoffers. Als één man stond iedereen recht en boog het hoofd. Dit was de eerste keer dat ik zelfs niemand hoorde hoesten!
Daarna was het een wervelend optreden van bijna alle liederen die we kenden. Meer en meer laat ik het filmen en foto’s maken achterwege, bijna toch… Het bijhouden van de liedjes die gezongen worden en hun volgorde, zoals in vroegere jaren om vooral alles te kunnen opzoeken en/of verslag uit te brengen, doe ik niet meer. Dat voelde toen goed. Zonder word ik helemaal in het concert gezogen! Warm.
Waar zijn de jaren?
Ze komen soms een beetje terug; ontdekkingen van ons nog onbekende muzikanten.
De bassist Petros Varthakouris
De ‘jongeren’ zijn ons voor. Ze raken backstage met hun LP’s en glunderen met hun gesigneerde exemplaren achteraf. Ik voelde weer wat ik zelf vroeger voelde bij elke ontmoeting. In bewondering ook voor G. Dalaras zelf die er heel kalm en attent bij blijft staan en luistert. Dat hoorde ik toch achteraf.
Helemaal verwarmd weer thuis en klaarwakker aan die kant van de trechter zag ik bijna het ochtendgloren voor ik sliep. Geen reden tot nadenken hoe mijn leven er zou uitzien met een andere ontdekking toen in de tijd.
Mijn roots en mijn andere thuis; ik ben genoeg zo.
AMK 04/03/2023
Mindere kwaliteit van de foto, niét van G. Dalaras
Mijn nieuwjaarsbrief is intussen weer oud. Ik ben on hold. Ik sta niet op nul, zo ergens tussen een half en anderhalf, zonder beloftes aan mezelf, enkel mededelen.
Er is veel gebeurd en bijna niets.
Ik sta in de kantlijn te kijken en daar is het goed. Vaak in verbazing van wat iedereen toch zo dringend moet. Het is geen eiland waarop ik me bevind, al zou ik er graag zijn, noch reizen naar een niet-bestemming, dat welkome kalme ongewisse. Enkel meedeinen met de golven waarvan mijn eigen barometer me vertelt dat het goed is, tussen kabbelen en kolkend verdwijnen, aanspoelen en meedrijven op een Zee die mij wel bevalt. Tussen gerust en onrust of in de andere volgorde, niet over mijzelf en blij genoeg, vind ik daar toch evenwicht en tokkel ik op mijn laptop klavier. Het gaat over PESTEN!
Intussen in mijn echte leven, lees ik veel en toch nog weinig, tokkel ik nog steeds op de ukelele, doe die obligate wandeling al voelt het zo niet, is er de familie, vrienden, een treinrit naar hier en daar, dat laatste in omgekeerde volgorde.
En een scherfje geluk van een M.
Én ik schrijf elke dag waarbij ik begin met een woord, gewoon een woord zonder nadenken. Vandaag begon ik met ‘Week’ (tegen pesten) en eindigde ik met zondebok en alles daartussen weet ik al 😊
niet noodzakelijk in clichés... maar geven en nemen is er nog steeds bij daarom niet altijd tastbaar
Lieve en andere lezers,
Op de eerste dag van het nieuwe jaar, heb ik mijn brief nog steeds niet klaar
Wegens mezelf opgelegde verwachtingen heb ik overwogen, gewikt en dan besloten
Ik doe het niet, nog een lijstje nog een wens vrees niet ook geen niet-wens
tranen worden toch gegoten angst wordt toch gebibberd dansen doen we, lopen en stilstaan
we blijven onderweg daar wil ik toch bestaan
Ik doe het niet, een belofte van mijn best doen vrees niet ook geen on-best (en al zeker geen asbest)
zwaktes zullen toch opduiken boosheid zal toch borrelen vloeken doen we, lachen en doorgaan
we blijven onderweg in veerkracht, liefst die van onszelf daar wil ik toch bestaan
Ik doe het niet, elke terugblik vrees niet ook niet vooruit
de opsomming van goed en kwaad van ziek en gezond, iets dat echt bestaat doe mijn eigen ding en laat weer gaan
We blijven onderweg met een nieuw inzicht daar wil ik toch bestaan
Voor wie het toch graag hoort of leest
Gelukkig Nieuwjaar! Een beetje Magie! En veel, heel veel gewoonweg contentement!
Anne-Mie
ps. ik zette dit jaar een echte kerstboom en die heeft, binnen heel kort, een nieuwe bestemming. Misschien ben ik dan toch traditioneler dan ik zelf dacht 😉
Omdat van het persoonlijke jaaroverzicht (nog) niet veel terecht komt, een monoloog (denk ik).
Ik passeerde aan de kassa en de vriendelijke dame vroeg me of ik al klaar was voor Kerstmis. Misschien had ze zo haar twijfels bij het scannen van mijn aankopen. Gene vette! Twee broodjes, een pak soep en nog enkele appels want die waren er voor 1 euro de kilo. Oh, en wat spinazie, dat is nog goed voor bij de glutenvrije pasta die dringend op moet en de champignons, waar ik eergisteren zin in had en die nog goed blijven tot over- overmorgen. Achter mij een aangroeiende rij van boodschappenkarren en hun tijdelijke gebruikers… snel, doe verder, overspoelde mijn wezen..
De vertraging is ver zoek. Al zal er een en andere webshop mij ervan proberen te overtuigen dat het nu de tijd van stilte is, na alle voorbereidingen voor de warmste gezelligste tijd van het jaar. Het liefst in hun kledij! Ze menen het! Elke dag krijg ik meer korting, speciaal voor de trouwe klant! Of een trapje hoger in hun trouwheidsbeleid. Meer korting op een duurder verblijf in een bruisende stad. Blijkbaar verdien ik het.
De kriebel in mijzelf, de ragebol van aan elkaar klevende gedachten, de heb-ik-nu-alles kriebel, roept om nog meer aandacht. De volgende kriebel die ongeduldig wacht tot deze weg is; wat-na-de-kerst? Plannen genoeg, te over zelfs, maar hoe zit het met die vertraging?
Mag het nog donker zijn in de winter? Stilstaan bij dat wat ik (nog) ben, weer kan zijn en nieuw kan zijn? Ik probeerde het meermaals, dat vertragen; het lukt wel eens. Lang genoeg? Kijk ik vanuit de schaduw van mijn eigen licht hoe iemand anders het invult? Alsof het niet van mij was. Of ben ik geduldig genoeg om de vertraging eerst te voelen en dan te kijken?
Ik sta weer op. Er zijn nog onbetreden paden, ook na al die jaren van goede raad en nog betere bedoelingen en waarschijnlijk ben ik nu ondankbaar. Toch, dat onbetreden pad lonkt en ik betreed het zelf. Ik schud af onderweg, in dank voor het gezelschap, ik pak iets anders weer op. Onbekend komt op me af. Niet-af-te-schudden vergezelt me als een veilig maatje. Onderweg ontdek ik wel.
Misschien is het verwerpelijk voor deze en andere. Ik doe het toch, en word lichter en frivoler. Want als er één persoon is die ik mis, soms nog tegenkom en zie dat het goed is, die ik dan probeer met haken en ogen aan elkaar te houden en ik stap verder, met oppakken en afschudden en dank u zeggen, op pad naar die ene die ik nog steeds een beetje mis, verder te vinden en te weten, we zien elkaar weer, telkens een beetje meer, Mie, mezelf en ik.
“Dat is dan € 10,11 mevrouw.” Ik betaalde en dacht, wat een snelle ragebol ontrafeld zomaar aan de kassa.
“Prettige Kerstdagen voor u,” “Dank u, ook zo voor u.”
Ik herinner me vooral alle momenten dat ik NU was en ben en zal zijn. Misschien is dat vertraging?
Als bijna alles over Kerst, eindejaar, warmte en vertraging, licht en donker, stilstand en gezelligheid, saamhorigheid en solitude opzoeken geschreven is, wil ik me nog even onderdompelen in mijn eigen jaaroverzicht. Hopelijk nog voor de lente 😉
Overigens gaat de schrijfdiscipline nog dagelijks door. Wie weet, binnenkort weer iets in mijn Woordenrijk.
Hoe u het ook viert, als u het viert, wat u ook doet of laat, en dat zo ook voor het komende jaar, ik wens u Uzelf zijn toe. Ik wens ons allen de ruimte te vinden waar dat kan!
(Los – vast vertelseltjes… of van de hak op de tak)
Is de wereld om zeep?
Ik weet het niet maar het staat wel te gebeuren, over vijf miljard jaar. Dat weet ik uit een documentaire over het ontstaan van alles en dat alles weer zal verdwijnen. Iets met helium, water, zuurstof; wetenschappelijk dus. Zolang het universum er nog is, kunnen we gerust zijn.
Zolang het universum er nog is, voel ik beweging; planeten van ons en menig ander heelal, de wezens en andere natuurfenomenen die het bevolken nog vijf miljard jaren… *
Intussen in dit jaar, in dit leven,
Ik heb zo mijn meditatieve momenten, zoals ik gisteren aanhaalde in Mijn*Woordenrijk.
Of, zoals een maandje geleden, een boek lezen in de trein. Waar zou je anders zijn in kunnen zijn, het voorbijglijdend landschap buiten beschouwing gelaten? Ik was in Ierland, in die trein tussen Antwerpen en Gent en later omgekeerd. Er was even niets anders. Af en toe, heel vaag drong een éénrichtingsgesprek tot me door. Een andere reiziger, blijkbaar verbolgen over het feit dat de trein wegens werken op de lijn, een omweg maakte. “Allez, ’t is altijd hetzelfde hé.” Draagbare telefoons kunnen veel verdragen.
Treinsgewijs naar Oost-Vlaanderen waar er andere, iets drukkere, momenten waren. De verjaardag van de nu Tiener geworden. Zij die op een dag Nina Derwael zal verslaan al zegt ze zelf “Maar nee!” en dan lacht ze eens. Die andere hier-en-nu momenten in gesprekken, in lachen, Fl. op mijn schoot terwijl ze uit mijn glas drinkt. Haar flesje is niet groot genoeg. Het buiten zitten, in een heuse tuin, de joelende kinderen, de pakjes opendoen, dat blije gezicht, het wemelde van de hier-en-nu momenten.
Ik heb ook in mijn verleden gezeten. Dat begon met de jarige Tiener en haar betovergrootmoeder (langs mijn moeders kant), die op dezelfde dag geboren zijn. Dat wist mijn vader wist te vertellen. Als zit er meer dan een eeuw tussen. Een rinkelend belletje spoorde me aan in oude foto’s en de stamboom te kijken, voor zover ik die nu heb. De vrouwelijke lijnen van stambomen, die blijken toch moeilijker te vinden … Is dit een wordt-nog-vervolgd-verhaal?
Vannacht werd ik plots klaarwakker. Het was zo licht in de kamer dat ik dacht dat ik me zwaar verslapen had. De wekker vertelde iets anders. De bron van licht vond ik buiten. De Volle Maan scheen nog volop, doorheen twee laagjes gordijn.
Ziet u wel? Het universum leidt je niet om de tuin. (al zal dat in deze buurt enkel een stadstuintje zijn bij deze of andere buur)
Ik heb ook nog een vraag, weet iemand van wie dit schilderij is? Ik vond het, geloof of niet, in de Kringloopwinkel. Via google vond ik nog niemand…
* Ik doe niet aan wetenschappelijke research. U raadpleegt best echte wetenschappelijke artikels, documentaires etc indien u de correctheid zoekt.
Zingen is schilderen met woorden. (Marianne Frederiksson)
Plechtig treed ik even uit mijn stilte …
Het is om te zeggen dat ik nog een blog schreef voorCreativitijd/ Creativiteit van Samana. Ik was deze maand nog een keer aan de beurt met het thema Muziek. In mijn twitteraccount (dat ik zelden open) staat ergens bij mijn profielbeschrijving ‘music, the never ending story’.
Lees ook de andere blogverhalen aldaar, ze zijn de moeite zeker waard.
Foto hierboven: ik noem het mijn ‘Hasta Siempre’ foto. Een lang geleden concert in Düsseldorf. Een fototoestel met filmrolletje. Een horde fans voor het podium voor een foto. En ik die geduldig wachtte tot de laatste. Hij keerde zich naar mij tot ik mijn foto had genomen … de weg terug naar mijn plaats bestond uit wolkjes 😉