Ik zei het al, ik heb nog plannen met mijn blog. Een rubriek ‘Iemand anders’ woord’. Dit is de zevende. Met dank voor de toezegging van het delen. Nog iets praktisch: de onderstreepte woorden aanklikken helpt om naar de site of blog in kwestie te gaan.
Uit: sarahtimmermans.com
Deze dame leerde ik eerst in het echt kennen via een boeiende reeks workshops ‘Creatief dagboek. Ont-moet jezelf in woord en beeld’. Het waren vijf workshops. Afstand houden was nog niet van tel. Een beetje afstand is wel fijn om bezig te zijn. Ruimte scheppen in je hoofd vraagt vaak ook plaatselijke ruimte. Dat was gelukkig wel mogelijk.
Sarah is een rustgevende duizendpoot, creatief, vindingrijk, uitnodigend, empathisch. Zo heb ik haar toch ervaren. Ze heeft een website waarin u haar activiteiten kan vinden. Het creatief dagboek is meer dan knippen, kleuren en plakken. Ik herinner me thema’s die aangesneden werden, waarbij uitgenodigd werd (want niets moet) tot gebruik van kleuren, prenten, schrijven, in allerlei vormen en op allerlei manieren.
Dat staat hier*met*filmpje mooi uitgelegd. Ze heeft zelf een boek in het Nederlands hierover geschreven, wat zeer slim is omdat er in dat genre weinig/niets anders Nederlandstalig te vinden is.
Niets moet, alles mag. Dat is de leuze. En dat was wel even wennen. Ik startte met een vaste bedoeling, die al vervloog na de eerste halve dag. Dat komt wel al doende … het nog jonge vastgeroeste loslaten. Het had vooral een meditatieve uitwerking op mij.
Uit die eerste workshopreeks
In de eerste lockdownperiode
Achteraf vormden we met zessen een fijn crea-groepje, dat ongeveer elke maand een keer samenkwam om creatief bezig te zijn.
Tot de bitch (u allen welbekend, hoop ik) ons verbood nog samen te komen. Zo af en toe zien we elkaar nog ergens in ‘the cloud’ waar ieder zijn/haar verhaal mag vertellen. Dat is een kracht van mensen die elkaar in dezelfde omstandigheden leerden kennen. Er is steeds iets dat hen zal binden, hoe lang een fysieke ontmoeting ook geleden was.
Zelfs nu, in deze verwijderd-van-elkaar-tijden, heeft Sarah nog steeds een fijn aanbod waarin zowel voor een eenmalige als een reeks workshop(s) kan ingeschreven worden. Wat ik zelf fijn vind, is het bewandelen van onbetreden paden. Niets is totaal onbekend, weinig is totaal vertrouwd. Dat geeft een opening, laat ik zeggen, in mijn kleine universum.
Ik geef u nog een interessant*verhaal mee, gewoon omdat ik zelf van verhalen houd, om te horen, te schrijven, te beleven. Nu kijk ik uit naar haar lenteprogramma.
Mocht omwille van welke reden ook dit bericht ongepast zijn, meld het mij aub. Hierbij richt ik mij dan vooral tot de blogster/blogger.
Ik probeer een andere rubriek uit, een weekoverzicht met hoogte-, diepte- en andere punten van de week. Waarschijnlijk zijn het lentekriebels die me kietelen.
De afgelopen week werd er mooi weer beloofd voor dit weekend en de komende week. Bij elk weerbericht kwam er een graadje bij. Ik verlangde – tegen mijn huidige principes over tijd die voorbijgaat in – naar het weekend. Nog meer graden en we bevinden ons bijna in een hittegolf.
Intussen trok ik wel die muts over mijn hoofd al wandelend of fietsend want op dat moment was het heus nog koud.
Het is overigens de eerste winter dat ik zo vaak mijn muts opzet. Ik voel me beter na een toertje buiten. Met die warme schedel (ook al heb ik best nog veel haar) geen koude hoofdpijn meer, warme oren en zelfs de overprikkeling mindert. Als die er al is want ik verkies rustige momenten om echt buiten rond (of vierkant) te toeren. Ik geniet warempel van het stilstaan bij de grote vijver, bij de vogels die allemaal in dezelfde richting op het water of op het ijs staan. Met mijn gezicht in de zon genietend, natuurlijk goed en wel ingesmeerd tegen al te felle zonnestralen en mijn ogen potdicht en mijn hoofd vol woorden onder die muts. Weer binnen, toen de muts weer af was, luchtte ik mijn hoofd door mee te doen aan een schrijfwedstrijd. Zomaar tien gedichten gevonden, in mijn hoofd en in mijn laptop. Die in mijn laptop heb ik wat herschreven. Bij tijd en wijle hoort u er nog van. Voor nu, ssst!
Woensdag was hoogdag voor mijn inmiddels uitgegroeide ragebol. Er komt een fris kleurtje op en de rageboldelen worden uit mijn haar geknipt. Ik heb weer een korter koppie en durf buiten de muts aflaten. Gelukkig maar met zoveel beloftes van lentezon. Al zal ik die toch nog meenemen als ik me op de fiets begeef. Gisteren vóelde het wel door en door lente maar ik deed ’s ochtends al een wandeling en toen was ik blij met mijn (half)dikke jas aan.
verstopte ragebol
weg met die ragebol
Donderdag was weer even spannend. Ik had een afspraak bij de dermatoloog. Tegenwoordig ga ik nog één keer per jaar. Tot vorig jaar was dat twee keer, althans sinds ik de diagnose melanoom kreeg. Vorig jaar had ik door omstandigheden de afspraak in juli afgezegd. Naderhand sprak ik hierover met mijn oncologe en die verzekerde me dat als ik al die tijd ‘vlekkeloos’ bleef, één keer per jaar op controle voldoende is. Ik doe overigens veel aan zelfcontrole. Al zal ik me eens een lange staande spiegel mogen aanschaffen hiervoor. De controle was overigens geslaagd. “Goed nieuws mevrouw Knaepen. Ik zie geen verdachte vlekjes.” Intussen dacht ik aan Sinterklaas ‘er zijn dit jaar geen stoute kinderen’ en antwoordde de dokter: “Dat is echt goed nieuws.” Dat zullen de kinderen graag horen… in februari. (ik weet overigens niet waar ik die onzin haal, het verschijnt gewoon als ik niets anders kan doen op het moment zelf)
Vrijdag is Buurderij-dag. Dan haal ik mijn bestelling op die ik eerder in de week plaatste. Ik vind het echt een goed systeem. Ik bestel overwegend groenten en fruit en nog brood. Maar u kan er ook vlees/vis/zuivel/… bestellen en afhalen. Ikzelf eet al een tijdje zo vlees- en visloos mogelijk, vooral rundsvlees en afgeleiden van de koe (melk, kaas, yoghurt) vermijd ik. Als ik zelf pasta kook, strooi ik er geitenkaas over. Dat bestaat, strooikaas van geitenmelk gemaakt. Het doet me ineens denken aan het feit dat ik als baby geen koemelk verdroeg en ik gevoed werd met geitenmelk die ‘de groten’ in ons gezin dan moesten gaan halen. Waarvoor mijn grote dank.
De internationale dag van de moedertaal vandaag. In mijn allereerste taalgebruik maakte ik al wel eens een foutje en dat is zo gebleven. Als u er eentje ergerlijk vindt, gaat u dan eerst een rondje ‘mens-erger-je-niet’ spelen, misschien is de ergernis daarna voorbij. Ikzelf vind mijn eigen fouten het ergerlijkst.
een fijne woordspeling
Wat doen die weerberichten bij de mensen? Natuurlijk gaan de mensen nu naar buiten. Natuurlijk nemen ze de trein naar de kust. Natuurlijk lopen parken en andere natuurgebieden vol. Het is echt natuurlijk dat mensen de zon en de warmte opzoeken. Zoals het even natuurlijk is dat er mensen zijn die mensenmassa’s vermijden. En dat zal waarschijnlijk stof voor de komende week zijn.
Ik zei het al, ik heb nog plannen met mijn blog. Een rubriek ‘Iemand anders’ woord’. Dit is de zesde. Met dank voor de toezegging van het delen. Nog iets praktisch: de onderstreepte woorden aanklikken helpt om naar de site of blog in kwestie te gaan.
Uit: canxatard en christinevandehove.
De blog van deze dame heb ik niet gezocht, maar wel gevonden, via een andere blog en viel mij op. Het was – als ik me goed herinner – aan het begin van de eerste lockdown, vorig jaar maart. Ze woont in Frankrijk en schreef van daaruit een reeks ‘Intussen in Frankrijk’. Dat alleen al trok mijn aandacht en ik ging kijken naar ‘Over mij’. Iemand die gewoon verhuisde naar ogenschijnlijk zomaar ergens, een onooglijk dorp en een verliefdheid op een huisje. Wat heeft een mens meer nodig? Ik durf nu niet bij mezelf gaan morrelen, al is er wel die niet aflatende onderhuidse kriebel.
Zie hier één*van*de*eerste*blogs*die*ik*van*haar*las. Ik vond dat een heel inspirerend blogbericht. Vooral dan minder nodig te hebben. Het kan echt en blij blijven op de koop toe! Ik woon nu wel heel dichtbij allerlei winkels waar ik gewoon even heenloop en koop wat ik nodig heb. Nodig heb. Dát bedoel ik. Al lukt het me niet altijd om het dáár bij te laten.
Wat heb ik nog ontdekt? Ze is ook een echte auteur. Ze heeft al een boek geschreven én dat is uitgegeven. Ze schrijft ook andere genres, zoals columns, poëzie, kortverhaal… en doet nog allerlei creatieve dingen met schrijven. Ik koos dit*kort*verhaal dat verdacht veel lijkt op echt gebeurd maar die laatste zin kan vanalles betekenen. Dat weet ik uit eigen ervaring, dat opgebeld worden…
Overigens vindt u haar ook terug op Azertyfactor.be, waar ze al een keer getipt werd voor een flitsverhaal ‘Als meisjes lachen’.
Grasduint u even in beide blogs. Ik word er alvast rustig wakker van. Of is het wakker rustig?
Ik zocht niet, ik zag en toen vond ik weer wat fijns.
Mocht omwille van welke reden ook dit bericht ongepast zijn, meld het mij aub. Hierbij richt ik mij dan vooral tot de blogster/blogger.
Zijn naam is Luis. Ik weet niet of hij nog in België is of niet. Hij is zo een van die weinige mensen die ik slechts een korte periode in mijn leven kende maar nooit vergeet.
Ik kwam hem tegen op zo’n datingssite uit de tijd ik dat nog spannend vond (lang geleden dus). We schreven eerst veel. Ik vond hem (knetter)gek met zijn liefde voor vrijheid, avontuur en fotografie. Hij vond mij ‘a real person’ (zo heeft hij dat letterlijk geschreven).
Uit de dingen ik me nog herinner:
We hadden elkaar ontmoet! Op het nippertje, toen nog té verstrikt in mijn westerse alles-en-nog-wat-afwegende gewoonte. Ik moet nog de was doen en de strijk en morgen ga ik naar mijn ouders, dan kan ik ook al niet. En mijne belastingbrief is nog niet ingevuld…
De dag zelf, dat ik niet zou gaan, stuurde ik een berichtje dat ik toch afkwam. Hij woonde in Antwerpen, ik in Hasselt. Hij zei onmiddellijk ja. Over flexibel gesproken. Hij kwam me afhalen aan het station en we gingen eerst een koffie drinken. Het contact voelde zoals het schrijfcontact, echt en gewoon. Geen opgelaten gevoel, wat het ongewoon verrassend maakte.
We zwierven door Antwerpen, we aten frietjes bij N°1, die hij absoluut wilde betalen. Meer kon hij zich niet permitteren zei hij. Frietjes waren prima.
Hij zag er niet uit, echt niet, met die halflange haren slingerend over en weer zijn hoofd en in zijn gezicht, zijn manier van gaan, tussen snel/lenig/heupwiegend en slenterend/stilstaand, als een kind verwonderd rondkijkend, hoewel hij toen al een hele tijd in Antwerpen woonde. Ik keek ingetogen verwonderd naar hem. Hij die zonder franjes, zonder op- of omkijkend naar deze of andere die hem bekeek, door Antwerpen liep en vertelde zonder dat het één enkele minuut saai werd. Hij trok zoveel foto’s, ook van mij.
Achteraf bleven we nog even schrijven en hij stuurde de foto’s die hij die ene dag van mij gemaakt had. Zo’n korte open vriendschap, geen enkele fysieke aantrekkingskracht van beide kanten maar wel een openheid om te praten over alles en nog wat. Dat zijn zo’n dagen dat ik me voel wie ik ben.
Hij werd zelfs geïnspireerd tot een gedicht, door een foto van mij die ik hem stuurde van een reis, ergens onderweg in Kreta.
Zijn grote hobby’s waren fotografie en schrijven. Zijn grote liefde was een vrouw ergens in Vlaanderen (ik niet), die hij aanbad, een kind bij had maar niet bij kon samenwonen. Zijn afkomst was Argentijns. Zijn grote nachtmerrie was zijn job. Wat ik me ervan herinner was hij helpdeskmedewerker. Cijfers, cijfers, cijfers halen … geen vrijheid, geen eigen inbreng, verstand op nul. In een van zijn laatste berichten schreef hij dat op het matje geroepen was en op een bepaald uur bij de baas moest komen. Hij zat nog door het raam te kijken. Het was mooi weer. Hij stond op en ging naar buiten, aangetrokken door het licht. Toen hij terugkwam lag er een ontslagbrief op zijn tafel. Hij was blij. Time to move on! Hoe optimistisch kan je zijn? Ik hoop voor hem dat hij ergens in deze wereld volop aan het genieten is, met de liefde van zijn leven, in alle vrijheid.
Hem opzoeken doe ik niet. Hij is een fijne frisse herinnering, waar verwachtingen niet bestaan, alleen het NU. Die herinnering komt zo nu en dan bovendrijven.
Het is geweten door iedereen die (af en toe) televisie kijkt. Het wordt om de zoveel tijd gemeld op de radio en het werd zeker al aangehaald in scholen deze week, alsook tv-zenders voor kinderen. Er bestaat zelfs een uitgebreide*website over.
Ik kan niet anders dan op mijn kindertijd terugkijken. Het is niet zo dat ik constant gepest werd maar het kwam wel regelmatig voor. Wat ís pesten overigens? Is plagen pesten? Voor mij voelden sommige dingen wel aan als pesten. ‘We lachen er toch maar mee.’ Ken je die uitdrukking? Ik geloof zelfs niet dat het als pesten bedoeld was…. als ik er nú op terugkijk.
Er gebeurden echter ook dingen die wel pestgedrag waren. In die tijd – ik ben op een respectabele leeftijd – vooral in de buurt en soms op school. Ik was sowieso nogal een dromer, een enkeling. Dat is gelukkig niet veranderd. Maar ik was ook snel overprikkeld, zoals dat nu heet ‘hoog-sensitief’. Het zijn allemaal dingen die niet gekend waren bij de meerderheid van de kinderen en volwassenen en dus als ‘moeilijk kind’ bestempeld werden. Uitverkorenen voor de pesters.
Het ergste wat ik in mijn kinderleven meemaakte was een ‘gevangenschap’. Waar ik toen woonde, was er veel plaats aan de achterkant van de rij huizen met een pad naar de tuintjes en daarachter een open plaats – het pleintje – met hier en daar garages rondom. Het was gemakkelijk voor de kinderen; ‘Kom maar weer binnen langs de achterdeur.’
Daar speelden wij dikwijls. Meestal deed ik mee met de hoop of speelde in mijn eentje in de tuin van mijn thuis. Op een dag in de vakantie hadden we een kamp gebouwd waar we gezellig in zaten. Het was bijna middag en er werden kinderen weer binnen geroepen voor het middageten. Toen mijn naam viel, werd ik tegengehouden. Zoals vaak wanneer ik me bedreigd voelde, begon ik te roepen. Het leek of ik er urenlang vast zat, al zal het niet meer dan tien minuten geweest zijn. In de namiddag gingen mijn moeder en ‘de kleintjes’ (ik ben de vijfde van de zes) samen met de buurvrouw en haar ‘kleintjes’ naar Bokrijk. Dat ‘kleintje’ nam mijn hand vast, kneep erin en zei: “Oh, hoe fijn, de hele namiddag naar de speeltuin.” Dat kleintje dat nog geen twee uren geleden mij bijna blauwe plekken bezorgde om me vast te houden in die tent terwijl een van de ‘groteren’ de uitgang bezette. Ik was verbolgen, ik zweeg. Maar gaandeweg die namiddag loste de knoop in mijn maag zich toch weer.
Ik weet wel, nu ik erop terugkijk, dat ook naar de pester best wordt geluisterd. Waarschijnlijk zit daar ook een diepe wonde. Niet dat dat het pesten goedpraat natuurlijk. Maar het kan wel helpen om te begrijpen waarom iemand dat doet, blijkt nodig te hebben. Misschien is het een overlevingsdrang? Een generatiegewoonte? Een noodkreet zelfs!?
Eén mooie herinnering heb ik er wel aan overgehouden. Op datzelfde pleintje stond op een keer een jongen te huilen en te roepen. Hij was niet van de buurt. Blijkbaar iemand die op bezoek was bij een ander kind in de buurt, want hij riep naar die jongen en dat waren helemaal geen vriendelijke woorden. Hij zag er een lieve jongen uit, ook al was hij daar even als een wilde aan het huilen en schreeuwen. Maar hij ging niet achter zijn belager aan. Wat me bezielde weet ik niet, want ik was nogal verlegen (ook dat nog) maar ik ging gewoon bij hem staan. Hij zei iets wat ik nu denk dat ‘dat is echt niet fijn hoor!’ is, terwijl hij zijn snottebellen afveegde. Ik nam hem bij de hand en voelde me fier toen hij kalmer werd. Op die leeftijd benoemt een kind niets, het voelt alleen maar aan. Het kalmeerde me en dat sterkte me op een rare manier. Ik moest immers niet de hele tijd erbij horen en dingen doen die ik niet wilde doen. Dat zouden dan vooral wilde spelletjes zijn. Maar dat zou me hier te veel doen uitweiden.
Elk jaar bij die campagne tegen pesten komt die herinnering weer naar boven. Daar heb ik dit jaar een gedichtje over geschreven.
Conclusie: pesten moet zoveel mogelijk in de kiem gesmoord worden zodat zowel de pester als de gepeste gehoord worden. Een gedragsverandering zit soms in zo’n klein hoekje, dat je maar beter even stil bent en kijkt en luistert wat er écht gaande is, vooraleer het uit de hand loopt, tragisch uit de hand loopt.
Ik zei het al, ik heb nog plannen met mijn blog. Een rubriek ‘Iemand anders’ woord’. Dit is de vijfde. Met dank voor de toezegging van het delen. Nog iets praktisch: de onderstreepte woorden aanklikken helpt om naar de site of blog in kwestie te gaan.
Uit: Chantals darlingdoormat.com en tallesart.com
‘Je weet dat ik wat aanmodder op twee blogs,’ was het antwoord toen ik haar vroeg of ik een blogpost van haar mocht gebruiken in mijn blog. Vandaag vond ik het tijd om deze – naar mijn aanvoelen; ik heb haar nog nooit ontmoet – beetje gekke, beetje excentrieke, beetje eigenwijze en zeker gezellige dame voor te stellen, voor wie haar nog niet kent.
Aanmodderen vind ik zelf niet dat het is. De ene blog vertelt over haar leven in Kreta, op de andere stelt ze kunst van iedereen en van allerlei aard voor, alsook haar eigen schilderkunst. Fijne weetjes vinden daar ook een plaats.
Ik koos dit*vervolgverhaal zo uit haar Kretenzische leven gegrepen. Let op de humoristische slag die ze aan het verhaal geeft, met een kwinkslag op de juiste plaats. Het verhaal heeft vier delen en is achter elkaar te lezen in de categorie*back-in-time en dan scrollen naar ‘Bevlogen en Vervlogen (1)’, daar net boven verder lezen tot aan ‘Bevlogen en Vervlogen (slot)’.
Om in etappes te lezen, gewoon omdat het iedereen kan overkomen. Alle onderlijnde woorden zijn links naar een relevante website. Voor mij een soort naslagwerk dat ik steeds kan openslaan, wanneer nodig.
Wat een verschil met vorig jaar, die jaarlijkse studiedag van de lotgenotenvereniging Melanoompunt.
Dit jaar werd de studiedag over drie opeenvolgende zaterdagvoormiddagen gespreid. We kregen vier sessies aangeboden in de vorm van een Webinar, live, online en nog steeds te zien op de Facebookpagina en het Youtube kanaal van Melanoompunt. Hier kan u de aangeboden sessies terugvinden: Studiedag.
Ik vind het in elk geval belangrijk om op zijn minst basisinformatie te hebben aangezien het aantal melanoompatiënten van jaar tot jaar stijgt en er nog steeds te veel mensen aan sterven. Voorkomen is … u kent het wel.
Gedurende elke sessie kon men in de chat vragen stellen. Die werden verzameld en na de uiteenzetting gesteld aan de spreker(s) van dienst. Er kwam best veel bij kijken, om dat allemaal op poten te zetten en dan nog vloeiend te laten verlopen. Zo heb ik begrepen. Iedereen werkt immers van thuis uit. De sprekers, de organisatoren van de studiedag, de andere vrijwilligers (voor de technische kant, de coördinatie, doorspelen van de vragen …) waren ten allen tijde gefocust.
De sprekers waren zeker niet van de minsten. Een overzicht van de driedaagse studiedag:
De eerste dag (16 januari) was een introductie tot melanoom en de behandelingen. Ook al heb ik er al een hele tijd een genuanceerder beeld van dan in mijn tijd vóór het monster, zo’n opfrissing is toch heel handig. Mevrouw An Bosschaert gaf overzichtelijke informatie en behapbaar voor de ‘leek in medische termen’. De soorten huidkanker, de stadia van melanoom (de agressiefste vorm) en de behandelingen en hun werking kwamen aan bod.
De tweede zaterdag (23 januari) waren er twee sessies. De eerste ging over zelfonderzoek van de huid. De hélé huid! Die werd door dermatoloog dr. Maselis voorgesteld. Ook hier weer, heel duidelijk.
Er komt wel wat bij kijken als je jezelf helemaal moet onderzoeken, bedacht op verdachte vlekjes, verkleuringen, verdikkingen, vervormingen, … Kortom, je leert er alles over de ABCDE regel. Overigens kan je ook zelf je lymfeklieren onderzoeken op verdikkingen. Niet dat alles op iets erg moet wijzen, maar het is wel handig om vooral de veranderingen tijdig te ontdekken.
Liever een keer te veel naar de dokter gaan bij ongerustheid, dan helemaal niet en in angstige onzekerheid blijven bibberen. Persoonlijk ben ik vrij gerust het laatste jaar, aangezien ik regelmatig onder de scan moet en mijn huid en ogen regelmatig laat nazien bij de desbetreffende specialisten. Het is een gerustheid van kennis, van weten wat ik wel of niet mag verwachten, geen garantie van goede afloop.
De tweede sessie was een vragenronde. Iedereen kon vooraf en tijdens de Webinar vragen stellen over melanoom, behandelingen, neveneffecten, … Die werden dan voorgelegd aan de professoren dr. Mebis en dr. Neyns. Dé ‘one-million-dollar-vraag’ (term door een bestuurslid van Melanoompunt bedacht) die bijna iedereen zichzelf en de dokters stelde, ging over ‘het covid-vaccin’ en melanoompatiënt zijn. Wat doet het vaccin met je immuunsysteem als je al immuuntherapie krijgt? De meeste ongerustheid werd volgens mij wel weggenomen. Ik heb de vraag ook nog eens aan mijn oncologe voorgelegd en ik kreeg hetzelfde antwoord. Het vaccin werkt anders dan de immuuntherapie en ze zullen elkaar niet negatief beïnvloeden. Dat vond ik wel belangrijk om te weten.
Neemt u hier maar even pauze…
Op zaterdag, 30 januari zaten we al aan de laatste sessie. Die ging over een heikel thema. Palliatieve zorg. Deze Webinar werd verzorgd door mevrouw Inne Leuris van Palliatieve Hulpverlening Antwerpen (PHA). Het is iets waar niemand aan wil denken. En toch, na de sessie bleef ik achter met een gerust gevoel. Al die dingen die we niet voor ons uit hoeven te schuiven, niet alleen voor Melanoompatiënten, maar voor iedereen die in aanraking komt met chronisch ziek zijn.
Het aanbod is ruim, veel verder dan ikzelf in eerste instantie zou denken bij palliatieve zorg. Niemand moet wachten tot ‘op het laatste moment’, in het ziekenhuis. Dat is het verschil met de term terminaal. Palliatief wil zeggen dat de patiënt een ongeneeslijke of levensbedreigende ziekte heeft (allebei onomkeerbaar). Wanneer hij/zij sterft staat niet vast. De terminale fase daarentegen is meestal kort.
PHA vindt u in Antwerpen en is deel van netwerken, die over geheel Vlaanderen werken, de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen, HIER te vinden. U kan er voor uw regio uw netwerk vinden.
Het is ook een totaalzorg, op fysiek, psychisch, sociaal en spiritueel vlak. Ook rechtsmatig kunnen ze informeren (laatste wilsbeschikking bijvoorbeeld).
Ik vond het in elk geval heel verlichtend. Ik ken nu een aanspreekpunt voor elke vraag die ik in dit verband heb. Gerust zijn en dan loslaten en intussen zoveel mogelijk leven, het lijkt wel een levensmotto.
Aan het einde van deze laatste sessie was er nog een ‘State of the Union’. Vorige jaren werd de studiedag hiermee afgesloten. De samenvatting van het vorige jaar waarbij even stil gestaan wordt bij de leden die helaas overleden zijn. We krijgen een vooruitblik van activiteiten in 2021 (ontmoetingsdagen, bewegingsdag, ontspanningsdag, …), onder voorbehoud natuurlijk. Maar we hopen op weer echte ontmoetingen.
En dan nog dit: of u nu meer online bestelt dan vroeger of niet, probeert u sowieso via Trooper te bestellen. Het kost u niets meer en elke aangesloten handelaar geeft een procentje of iets meer van uw aankoop aan Melanoompunt.
Alweer een zeer geslaagde studiedag, zij het in drie keren. Ik ben ongelooflijk blij en dankbaar met mensen zoals deze die hun tanden dubbel en dik zetten in het welzijn van anderen.
Op de koop toe hebben ze ook een tijdschrift ‘Melanoompuntjes’ gestart. Het eerste*nummer is alvast zeer geslaagd. Ik kijk al uit naar het tweede nummer… (vanop een golfbreker, maar nog niet verder zeggen 😉).
De foto’s nam ik over van de website van Melanoompunt.be, alsook het verhaal van de Steenmannetjes. (met toestemming)
Een steenmannetje is een stapel van natuursteen. Steenmannetjes komen wereldwijd voor en worden gebruikt om een pad of de top van een heuvel te markeren Zo dienen ze als baken voor hen die het pad willen bewandelen en de top proberen te bereiken. In het verleden zouden reizigers die onherbergzame gebieden doorkruisten, de gewoonte hebben gehad om onderweg stenen op te rapen en toe te voegen aan het eerstkomende steenmannetje dat ze tegenkwamen.
Zoals steenmannetjes probeert melanoompunt.be een baken te zijn voor melanoompatiënten en hun verwanten op het pad waarop ze op weg zijn. Iedereen die het pad bewandelt draagt zijn steentje bij.
Ik zei het al, ik heb nog plannen met mijn blog. Een rubriek ‘Iemand anders’ woord’. Dit is de vierde. Met dank voor de toezegging van het delen. Nog iets praktisch: de onderstreepte woorden aanklikken helpt om naar de site of blog in kwestie te gaan.
Uit: Astrids doyoureadme.eu
Deze dame leerde ik ook kennen bij een schrijfcursus, de tweede die ik volgde (van mijn hele leven). Het was de cursus ‘Starten met schrijven’ waarover ik hier al eens vertelde. Ik wist algauw dat ze een blog had en gek was van Griekenland. Ze heeft er lang gewoond en gewerkt (Kos).
In haar blog kan je allerlei artikels vinden over Griekenland, zowel in Nederlands als in het Engels. Ze postte ook al verhalen en gedichten. Weer een blog om even in te verdwijnen, met interessante weetjes, een recept voor frappè, een verhaal over een minder fijne kant in Griekenland (je wil niet in een ziekenhuis belanden in je eentje), nog veel meer én een massa mooie foto’s om bij weg te dromen en (weer) blij te worden.
Ik vind het een goede uitvalsbasis om de rest van haar passie voor Griekenland te leren kennen. Het doet me ook denken aan de eerste keer dat ik naar Griekenland ging en er helemaal ondersteboven van terug kwam. Vier dagen heb ik gehuild. Ik had de weg naar mijn andere thuis gevonden 😊.
Jong en onderweg in de andere thuis
Oh, híer zijn we weer…
Mocht omwille van welke reden ook dit bericht ongepast zijn, meld het mij aub. Hierbij richt ik mij dan vooral tot de blogster/blogger.